Recensie: De Kazakkendraaiers

De eerste aflevering van De Kazakkendraaiers was geen topper, maar het programma heeft duidelijk groeimarge.

Elke zondag, één **1/2

Laat het groeien. Dat is wellicht het eerlijkste wat je kunt zeggen over De Kazakkendraaiers, de ‘ode aan de retoriek’ die op zondagavond De Pappenheimers komt vervangen. Voor de start klaagde bedenker Bart De Pauw er in interviews over hoe nieuwe programma’s op televisie al na één aflevering afgeserveerd worden, en er nooit nog tijd lijkt te zijn om iets zijn weg te laten vinden. Hij heeft natuurlijk zelf een slechte ervaring op dat vlak, na de relatieve mislukking van De Kinderpuzzel, maar sinds de vele negatieve reacties die er kwamen op de eerste afleveringen van De Ronde zijn we toch geneigd om hem gelijk te geven.

Er zit ook nog heel wat groeimarge in De Kazakkendraaiers, want De Pauw heeft niet voor de gemakkelijkste weg gekozen. Het format – vier panelleden die zich al improviserend uit enkele penibele situaties moeten proberen te redden – lijkt te schreeuwen om mensen met jaren tv-ervaring, maar De Pauw trommelde nobele onbekende en stand-up comedian David Galle op om een van de vaste plaatsen op te vullen. Het zal wel niet toevallig zijn dat Galle in de eerste aflevering onder de indruk leek van de omstandigheden en de stilste kazakkendraaier van de vier was. Enkele van zijn tussenkomsten waren echter erg gevat – dat Stijn Stijnen met zijn boodschap ‘held, held, held’ eigenlijk alleen om opslag vroeg bijvoorbeeld – zodat we mogen hopen dat hij zijn draai nog zal vinden.

Het tweede risico dat De Pauw genomen heeft is om van De Kazakkendraaiers een programma te maken waarin nog echt geïmproviseerd wordt. Qua opzet heeft het veel weg van Britse tv-monumenten als Have I Got News For You of Never Mind The Buzzcocks, en als je daarmee vergeleken wordt, kun je alleen maar verliezen. In die twee BBC-reeksen is negentig procent van de grappen echter netjes uitgeschreven, terwijl De Kazakkendraaiers voor het grootste deel op de set zelf bij elkaar wordt verzonnen. Dat zorgde soms voor grappen die grandioos de mist ingingen en af en toe zelfs enkele pijnlijke stiltes, maar dat zal nu eenmaal niet te vermijden zijn. De Kazakkendraaiers doet eigenlijk nog het meeste denken aan Onvoorziene Omstandigheden, een reeks die het eveneens vooral van momenten moest hebben maar die ondertussen wel een bijna mythische status heeft gekregen, net omdat ze is kunnen groeien.

Nu zou je natuurlijk van elk programma kunnen zeggen dat het de kans moet krijgen om zich te ontwikkelen, maar in tegenstelling tot pakweg Zot van Vlaanderen bevatte de eerste aflevering van De Kazakkendraaiers ook genoeg uitstekende momenten om het geduld van de kijker te verdienen. Lieven Scheire die de scheve schaatsen van het koningshuis probeerde goed te praten met de stelling dat ‘we nu allemaal kunnen dromen dat we een prins of een prinses zijn’ of David Galle die een nieuwe titel in de Tiny-reeks voorstelde – Tiny met Tetjes, naar het konijn dat het meisje cadeau krijgt – we hebben er hard mee moeten lachen. Bovendien zaten er in De Kazakkendraaiers enkele stukjes die vooraf opgenomen waren, en die waren zonder uitzondering erg sterk: de onvoorbereide rockjournalist Scheire die peentjes zat te zweten tijdens een interview met Skunk Anansie of De Pauw die in ware Schalkse Ruiters-stijl enkele gewone Vlamingen op straat een stelling voorlegde en ze dan op andere gedachten probeerde te brengen, wij kennen toch heel weinig programma’s die dat niveau halen. Dus: laat het groeien.

Stefaan Werbrouck

Wat vond u van De Kazakkendraaiers? Laat het weten!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content