Guido Lauwaert

Voor wie houdt Kris Peeters de burger?

Guido Lauwaert Opiniemaker

Voor wie houdt Kris Peeters de burger? Hij heeft altijd geweten dat er geen enkel Chinees bedrijf zich in Willebroek zou vestigen.

Een jaar geleden, na een handelsmissie naar China, kwam Kris Peeters (CD&V) terug in het almaar beloofde land met de zekerheid dat honderd Chinese bedrijven zich in Willebroek zouden vestigen. Wat blijkt? 365 dagen later heeft nog geen enkele gele minister een eerste steen gelegd. Drie aarzelen, twaalf zitten in de pijpenlade. Dat maakt vijftien. Over de 85 overigen geen woord. Maken ze chips, bami, shampoo, pasklare Vlaamse streekgerechten? Dat de Rupelstreek een klein Utopia wordt, is dus een utopie.

De kleren maken de man… maar niet het karakter. Kris Peeters, minister-president van de Villa Vlaanderen is nooit een toonbeeld van openheid geweest. De laatste jaren gaat het aan hoge snelheid bergopwaarts. Vage heeft plaats gemaakt voor valse voorlichting. En dat allemaal gebracht met een betonnen grijnslach op het gelaat. Als een beroeps van de media vrij gemaakt zou worden, om uit te zoeken hoeveel beloften door cowboy Kris niet zijn ingevuld, dan zou hij een riem van 500 velletjes A4-tjes nodig hebben. De beloften die wel gerealiseerd werden, kunnen op een memoblaadje. En dan moeten de beloften heel groot geschreven zijn, wil het kattebelletje zwart zien.

Voor wie houdt Kris Peeters de burger? Voor een stoem kieken, zoals ze in Antwerpen zeggen? Zelfs de burger met een basiseducatie weet dat Peeters van praatjes leeft en een beroepsleugenaar is. Dat Ford Genk binnenkort een spookstad is wist hij veel langer dan hij wil toegeven. En dat Volvo-Gent eenzelfde lot te wachten staat weet hij ook al ettelijke maanden. De dag dat de Chinezen Volvo kochten, was zijn woordvoerder al de kladversie van een requiem aan het componeren. En het moet een sterke zijn, want de sluiting van Volvo Gent maakt definitief een kruis over de autoassemblage in Vlaanderen, terwijl het 50 jaar lang het paradepaardje is geweest.

Weet iemand van u welke de eerste autoassemblagefabriek in Vlaanderen was die de deuren sloot? Ik zal het u zeggen, want ik heb er drie maanden gewerkt, na mijn legerdienst. Triumph! Gelegen in Mechelen-Noord. Toen ik er vertrok, met medeneming van een Spitfire, probeerde mijn chef mij om te praten: ‘Kerel, je zit hier safe voor de rest van je [werk]dagen!’ Drie maanden later sloot de kast en dat was maar goed ook. Naar de Spitfire is nooit meer gevraagd. Wie had het ook kunnen doen? Iedereen was al overgestapt naar de overkant van de straat, tot bij Proctor and Gamble?

Ik raad de acoliet van Kris Peeters die het Dies irea over de sluiting van Volvo moet schrijven aan, de vertaling van Guido Gezelle te lezen, alvorens aan de slag te gaan. Dat inspireert: ‘Kwade dag, die al de dagen / eens lijk asschen weg zult vagen, / zoo ’t Sibille en David zagen.’ Gevolgd door achttien andere prachtige verzen. Nee, toch maar niet doen man, want na het voorlaatste vers bestaat de kans, als je enig gevoel van zelfrespect hebt, dat je op staande voet ontslag neemt: ‘Dag van weedom en van boeten, / als gij zult verrijzen moeten / en gerecht zijn om uw’ zonden.’ Er klopt geen ene moer van wat ons volgens Gezelle bij het Laatste Oordeel te wachten staat, maar moreel gezien, schuilt er heel wat waarheid in.

Tweemaal ben ik in China geweest. De reiskosten waren ten laste van de eerste Vlaamse babyregering, want ik ben niet zo zot zelf te betalen voor de verwijten die ik van toen tot nu de Vlaamse regering kan maken. Na een lezing over Elsschot in Shangaï had ik een week vrij. Ik naar Peking. Waar ik ook was zag ik dat je geen Chinees kan vertrouwen. Niet dat ze oneerlijk zijn. Neen, het zijn geen Zwitsers. Het komt gewoon door hun ingesteldheid. Hun cultuur zit anders in elkaar dan de Westerse. Toen ik er was spraken ongeveer 500.000 Chinezen Engels, maar god weet waar die waren. Ik zat opgescheept met 1 miljard Chinezen die Manneke Pis niet kenden.

Toen ik noodgedwongen de weg vroeg, ‘Forbidden city – that way?’ waarbij mijn duim naar links wees, knikte de man en bleef dat maar doen, uitstotend: ‘Choi-wie-hang-hoi, choi-wie-hang-hoi, cho-wie-hang-hoi.’ – ‘Or that way?’ met mijn duim naar rechts. Het geknik en de melodie waren punt op punt eender. En toen begreep ik dat Chinezen niet willen toegeven dat ze iets niet weten. Dat zou zelfvernedering zijn. Dertig jaar later heeft Kris Peeters nog niet door wat ik op een paar seconden wist. En nochtans is hij meer en langer in China geweest dan uw dienaar.

Had Peeters om duizend bedrijven gevraagd i.p.v. honderd hadden ze ook geknikt en choi-wie-hang-hoi geroepen. Maar Kris Peeters is een politicus. Daar moet je altijd voorzichtig mee zijn. Zeker met politici die ooit economen waren. Ze zijn te vergelijken met Sint-Niklaas. Die geeft ook altijd de verkeerde dingen. Vraag het maar aan Maurice Maeterlinck. Als jonge kerel heeft hij ooit een brief geschreven aan de heilige man: ‘Vous vous avez trompé, ce n’est pas une épicerie, mais une bergerie que j’ai commandée.’

Kris Peeters heeft altijd geweten dat er geen enkel Chinees bedrijf zich in Willebroek zou vestigen. Maar wat kan hij anders doen dan cadeautjes beloven om zijn dure missies te verantwoorden? Hij is niet alleen een Sint-Niklaas in maatpak maar ook iemand die lucht levert en op een slagerstoontje vraagt: ‘Mag het wat meer zijn?’ Wie durft nee schudden als hij niet alleen meer krijgt dan hij wenst, maar bovendien americain préparé vroeg en ziet dat het vlees van de hond is? Dus knikt de grote meerderheid van de Vlamingen en kakelt een vertaling van cho-wie-hang-hoi: ‘Bra-vo-goed-zo! Bra-vo-goed-zo!’

Guido Lauwaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content