Vergeetputtheater

Guido Lauwaert
Guido Lauwaert Opiniemaker

Nic Balthazar schrijft en regisseur ‘Neeland’ en had dat beter anders gedaan, motiveert Guido Lauwaert.

Nic Balthazar heeft een tweede verhaal geschreven, dat als boek is uitgegeven en waar hij een toneelstuk van heeft gemaakt. Was Ben X een ingrijpend verhaal over een jongen met het syndroom van Asperger, die zelfmoord pleegt wegens de extra belasting dat hij op school gepest wordt, is Neeland ( * * ) een simpel verhaal, om het zacht uit te drukken. De bedoeling is goed, maar alleen daarmee kom je niet ver. Hoe ver?

Een jongeling, kort geleden aan de puberteit ontsnapt, belandt in België. Hij is een vluchteling uit een niet nader genoemd land, zonder naam. Althans, hij is gewoonweg ‘iemand’. Hij vertegenwoordigt alle jonge vluchtelingen, en dat is een duidelijke keuze, maar zowel de lezer als de toeschouwer heeft graag een naam. Een anoniem iemand verwerft nooit een wezenlijk contact.

Het verhaal is gebaseerd op getuigenissen van Hanif, Aziz en vele anderen. De opdracht vooraan in het boek is de vertaling van een Albanees spreekwoord: Hij die lezen kan, heeft vier ogen. Verondersteld mag dus worden dat hij afkomstig is uit Albanië.

Bij Dikke Willy

Via tussenpersonen is onze Albanees – As you like it – met vrienden in België belandt. Engeland was beloofd, het land van de engelen, maar het werd België, het land van de frietjes. Want in een frietkot komt hij terecht, na heel wat omzwervingen. Het frietkot wordt uitgebaat door Dikke Willy, die hem zwaar laat werken voor weinig geld en bovendien in het zwart. Bij Dikke Willy leert hij Nederlands, voornamelijk monosyllaben en in een zinsbouw vol kreukels.

Tanja

Al werkend durft hij al eens de stad in te gaan. Zo leert hij een meisje kennen. Hé, toevallig ook een vluchtelinge. Ze is doof, maar of dat zo is dan zij het voorwendt blijft in het midden. Naast die doofheid is zij stom, al kan ze wel wat rauwe klanken uitstoten. Zoals ‘Tanja Uvad’. Waardoor hij haar Tanja noemt, al begrijpt hij later dat zij daarmee gewoon ‘Dank u’ bedoelt. Uit contact ontstaat interesse in elkaar en uit interesse tederheid en uit tederheid liefde en uit liefde een foetus. Kort nadat ze dit weten worden ze door de politie opgepakt en gescheiden. Hij komt terecht bij de sociale dienst. Om asiel te kunnen krijgen moet hij zijn wedervaren vertellen.

Verrast noch verbaast

De reis en zijn verblijf met Tanja in Frietland maakt het verhaal uit van het boek en de voorstelling. Veel verrassing zit er niet in. Wat wel overvloedig aanwezig is, is wat de simpelste onder de simpelen al weet en thuishoren bij de saaie voorspelbare wendingen en de belegen clichés. Nic Balthazar kan beter. Deze keer moet er iets fout gegaan zijn. Heeft hij dat niet tijdig ingezien. Deze tekst en de regie, waarvoor hij ook tekende, leert de toeschouwer niets, verrast noch verbaast. Wat Albanese muziek tussendoor en lichtbeelden. Een tafel met een stoel. Wat vodden als zwerfvuil om de gaten in de leegheid te vullen.

Een blinde muur

Arme Soufiane Chilah. De jonge acteur speelt de vluchteling, de aangespoelde, de man van de hoop en een berg liefde. Toneelbeheersing heeft hij. Aandacht trekt hij. Maar hij is aan zijn lot overgelaten. Botst tegen een blinde muur. Waarvoor is er anders een regisseur dan om de uitstraling van de stem en de motoriek van het lichaam af te stellen? Zodat de voorstelling rond draait als de motor van een bolide.

Wat Chilah doet, is beginnen in tranen en eindigen met tranen. Boven een harde blik die een uur standhoudt. Was hij droog en ijskoud begonnen had hij kunnen eindigen in tranen en met rijke armoede op het aangezicht. Een pracht van een evolutie was het gevolg geweest.

Nooit eens banjert hij over het toneel, de verhoorruimte, en uit nergens blijkt tot wie hij spreekt. Geen enkele keer switch hij van extrovert naar introvert. Als toeschouwer voel je dat hij meer wil, maar braaf heeft geluisterd naar de regisseur. Zoals een vluchteling te bang is om het achterste van zijn tong te laten zien. Te voorzichtig is zijn waarheid helder te brengen. Zijn klaagzang in een Bergrede om te zetten.

Geen hemel maar kelder

Had hij dat maar gedaan. In opstand komen tegen een regisseur met een hoge hoed zonder duif, levend of dood. Dan zou een beklijvend gevoel zijn ontstaan met een voorstelling die strandt in de hemel van het geheugen, bij de engelen en de edelen van de toneelhemel. Waar ook Ben X een hutje heeft. Neeland zal het echter nooit verder brengen dan de vergeetput.

Guido Lauwaert

NEELAND – tekst en regie Nic Balthazar – www.huubcolla.be – boekuitgave: www.lannoo.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content