UPDATE – Minister Gatz drijft kunstenaars de zee in (met video)

© Filip Claus
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Minister van Cultuur Sven Gatz (Open VLD) knabbelt aan de projectsubsidies voor organisaties en individuele kunstenaars. De ‘kunstenaars van Theater Aan Zee’ reageren met de actie ‘HOOGTIJd’ en nodigen kunstenaars en kunstliefhebbers uit om ‘mee in zee te stappen’.

Geen persbericht. Zelfs geen tweet verscheen over de beslissing van Minister van Cultuur Sven Gatz (Open VLD) inzake de toekenning van de projectsubsidies aan kunstenorganisaties en individuele kunstenaars. Vergeten in alle verlangen naar zon en (Theater Aan) zee? Of toch ook een poging om de beslissing tussen de zomerse komkommernieuwtjes weg te moffelen? Mission failed. Mede door Rekto:Verso dat vorige week over de beslissing (die op 17 juli 2015 genomen werd) berichtte en ‘HOOGTIJd‘, een initiatief van ‘alle makers van Theater Aan Zee’ dat oproept om op zaterdag 8 augustus 2015 ‘mee de zee in te stappen’ want ‘Gatz zet geruisloos 80 kunstenaars het water aan de lippen’.

Stiekem geknipt

Gatz zet zonder daar veel ruchtbaarheid aan te geven de schaar in de projectsubsidies. In een interne motivatie duidt hij zijn beslissing over de toekenning van die subsidies als volgt: ‘Wij hebben de projectsubsidietabellen voor individuele kunstenaars en organisaties nog strenger aangepakt. Op heel wat dubbel positief beoordeelde individuele kunstenaars en organisaties die bovenaan de ranking staan, halen we de geadviseerde bedragen alsnog naar beneden of suggereren we verschuivingen – dit om ook andere projecten te kunnen ondersteunen en/of om geld te voorzien voor de internationale aanvragen die nog te verwachten zijn/klaarliggen.’

Dat Gatz bespaart bij de kleine organisaties en individuele kunstenaars om de grotere kunsthuizen meer (inter)nationale slagkracht te kunnen geven, is een heldere strategie conform zijn beleidsnota waarin hij aangeeft te willen focussen op de grotere spelers en hun internationale uitstraling. Het lijkt een strategie waarin vooral de zorg om de centen primeert en niet zozeer de zorg om (de ontwikkeling van) de kunsten.

Nochtans onderstreept Gatz in diezelfde, gedegen beleidsnota dat projectsubsidies aan kleine (vaak beginnende) organisaties en individuele kunstenaars de slagader van de sector zijn: ‘Om de noodzakelijke vernieuwing en instroom in het veld te garanderen, moet er ook in deze legislatuur voldoende worden ingezet op projectondersteuning.’ Die visie onderschijft hij dus niet met de beslissing die hij nu neemt. Enkele cijfers staven dit. Van de 129 door commissie en agentschap positief geadviseerde aanvragen krijgen maar liefst 79 dubbel positief beoordeelde aanvragers (61%) géén subsidies. Opvallend: zeven negatief geadviseerde aanvragen werden door de minister alsnog opgepikt om eerder vage redenen. De minister kent voor een totaalbedrag van 1.039.300 euro projectsubsidies toe aan 31 organisaties. En hij kent 11 ontwikkelingsgerichte beurzen en 11 projectsubsidies aan individuele kunstenaars toe voor een totaalbedrag van 304.100 euro. Daarmee brengt hij het door de commissie en het agentschap geadviseerde totaalbedrag van 3.155.100,00 euro terug tot een bedrag van 1.343.400,00 euro (43%). Hij zegt dus 1.811.700,00 euro (57%) minder toe dan geadviseerd.

Wat zegt dit over het beleid van Minister Gatz?

Met dit snoeien in de projectsubsidies zet de minister een eerste stap in de richting van het beleid te zetten dat hij in zijn beleidsnota als volgt omschrijft: ‘De instellingen van de Vlaamse Gemeenschap, de grote kunsthuizen en de hoogkwalitatieve kleine en middelgrote organisaties vervullen een belangrijke rol als fijnmazig net, als artistieke hub, als geografisch gespreide basisinfrastructuur om uit te dragen wat van belang is: de canon maar ook jong talent. Ze hebben de verantwoordelijkheid om startende kunstenaars te steunen en jonge initiatieven een podium te geven. Ik pleit dus voor meer vrijheid voor de kunstenaar en meer verantwoordelijkheid voor minder instellingen. Via meerjarige projecten kan ik parallel een impulsbeleid voeren en focussen op artistieke vernieuwing en instroom.’

Door die verantwoordelijkheid voor de instroom van jong talent door te sluizen naar de sector én tevens matig in te zetten op projectsubsidies, dreigt de minister echter de vleugels van jonge en/of beginnende kunstenaars en kunstorganisaties te knippen. Zij kunnen minder onafhankelijk zoeken naar een eigen taal en moeten matchen met de strategie van het huis dat hen onderdak verleent. De troef van de overheidssubsidies is nu net dat men er tijd en onafhankelijkheid mee ‘koopt’. Kunstenaars krijgen door deze investering van de overheid in hun (ontluikend) talent de kans om zich los van eender welk gezelschap, huis of (commerciële) organisatie te ontwikkelen en werk te creëren. Op die manier kunnen ze ontplooien tot die internationaal zo gewaardeerde, eigenzinnige Vlaamse kunstenaars.

Vorige maand, tijdens de presentatie van zijn initiatief om een ‘witboek voor alternatieve financiering van de kunsten’ op te stellen, benadrukte Gatz dat hij er zijn regeringscollega’s van wil overtuigen dat de kunstensector ook jobs oplevert en economische meerwaarde heeft. Dat klopt. Maar die jobs en meerwaarde kunnen pas ontstaan als de belangrijke(re) niet-economische meerwaarde gerespecteerd blijft. Het lijkt erop dat de minister er alles aan wil doen om de kunstensector in eerste instantie als een winstgevende sector voor te stellen. Maar die internationaal zo geroemde kunstensector bestaat net omdat de kunstenaars hier (vooralsnog) geen winst maar in eerste instantie vernieuwend, geëngageerd en integer werk moeten maken. En kunnen maken, dankzij de subsidiërende overheid.

Boek in aantocht

Deze beslissingen maken dat de sector met agusogen uitkijkt naar de nakende structurele subsidieronde. Uiterlijk 1 oktober 2015 moeten alle structureel gesubsidieerde kunstenorganisaties een nieuw subsidiedossier indienen voor de periode 2017 – 2021.

Intussen raakte – via een tweet van de minister – bekend dat Gatz aan ‘een boek over cultuur’ werkt. Mogelijk wordt daarin ook duidelijk hoe de minister met de kunstenaars in zee wil gaan om de toekomst van hun kwaliteitsvolle sector te vrijwaren, eerder dan hen het water aan de lippen te zetten, zoals HOOGTIJd stelt. Het boek verschijnt in oktober bij Van Halewyck. Daarover zal ongetwijfeld wél een persbericht de wereld in gestuurd worden.

UPDATE:

Intussen nam Minister van Cultuur Sven Gatz contact op met de initiatiefnemers van HOOGTIJd en zal met hen in gesprek gaan. Theatermaker Yves De Pauw, een van de initiatiefnemers, reageert verheugd en benadrukt dat dit gesprek heus niet alleen en zelfs niet zozeer over (het gebrek aan) de centen zal gaan maar over het gebrek aan transparantie waarmee de minister zijn beslissing nam.

Els Van Steenberghe

Alle info: http://www.kunstenenerfgoed.be/alles-over-subsidies/beslissingen/kunsten

HOOGTIJd in actie:

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content