Theaterfestival 2011: slotbeschouwing

Guido Lauwaert pleit, in een brief aan de festivalcoördinator Els De Bodt, voor een festival dat véél meer is dan een ‘Vlaamse Kermis’.

OPEN BRIEF AAN ELS DE BODT,

Eindverantwoordelijke Theaterfestival

Beste Els,

Niemand uit de bovenhel van de theaterwereld ligt wakker van het Theaterfestival. Om de eenvoudige reden dat niemand het festival au serieux neemt. Het festival is er voor de middenklasse en voor de harde kern uit het speurderskwartier. Prominenten komen pro forma langs. In de marge pikken ze een goed gesprek met een gelijkgestemde mee, vóór of na een voorstelling, en dat is het. De voorstellingen zijn geen prioriteit.

Hun desinteresse is voor achter het handje. Niemand zal het openlijk in je gezicht zeggen. Mooi handje, brede smile, plastieken pluimpjes, ach, het is allemaal moed zonder bloed. Het is niet kwaad bedoeld, maar goed doet het toch ook niet. De reden van de lage interesse is een festival die naam niet waardig. Het is een feestje zonder kroon, zonder stijl en zonder duidelijk karakter. De ene voorstelling volgt op de andere, in de marge worden bevriende relaties wat extra gegund en de minister komt een paar maal langs. De openingsrede is jaar na jaar zwak, het festival – we zullen het zo maar blijven noemen voor de herkenbaarheid – heeft geen knaller als opener die aan het schrikken brengt, geen zoet of zuur verwekt.

Als grootste mediagebeuren bedoeld, is er de uitreiking van de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Podiumkunsten. Dit jaar was het bekroonde gezelschap met al zijn man- en spankracht aanwezig. Na afloop dronk het een glas en verdween. De dagen voor of na de plechtigheid heb ik niemand van het gezelschap gezien. Dat geldt ook voor andere gezelschappen. Het nieuwe seizoen vraagt helaas al onze aandacht en energie, wordt er gezegd. Dat zou niet gezegd worden, aanwezig zouden ze wel zijn als het festival zou zijn wat het zou moeten zijn: een jaarlijks congres met diepere inhoud, wars van vriendjespolitiek, met een gastvoorstelling uit München of Helsinki [zie mijn recensie FAUST van het Vesturport Theatre – Post uit Sint-Petersburg – deel 5] bijvoorbeeld , een internationale gast uit de theaterwereld, en vooral een selectie van loepzuivere topproducties. Berckmans was prachtig, ik heb er zelf vier sterren aan gegeven, maar het is net niet groots genoeg om toonaangevend te zijn, een voorstelling die de internationale toer op kan. Woman is het werkelijke dieptepunt. Brol, pretentieus, leeg, saai. Het gehijg en gekreun van de acht dames ken ik al sinds mijn zestiende. Het gezwaai met de armen, het kronkelen van de lichamen was niet meer dan het losgooien van de spieren voorafgaand aan een volleybalmatch.

Waarom was geen van de grootmeesters op het festival aanwezig? Niet Tom Lanoye, ook niet Guy Cassiers, Johan Simons, Luk Perceval. Als vanavond Ivo van Hove aanwezig is, is dat enkel om bij zijn acteurs te zijn. Het festival op zich, interesseert hem, naar er in de wandelgangen gefluisterd wordt en ik ken Ivo van Hove voldoende om voor één keer het gefluister voor waarheid aan te nemen, interesseert dus Ivo van Hove hoegenaamd niet.

Dat alle voorstellingen uitverkocht waren of zo goed als, komt niet door de kwaliteit, maar door de nieuwsgierigheid van het publiek, gekoppeld aan een kermisgevoel dat nu eenmaal in de genen van de mensen zit.

Het is beter je geld uit te geven aan een paar knallers, beste Els, dan het te verdelen over producties van bordkarton en blik. En jij bent bekwaam, zeer bekwaam. Je hebt bovendien een ontwapend charisma gekoppeld aan een harde hand. Nu nog het gezag. Jij moet het eerste en het laatste woord hebben. Jij moet regeren als een verlicht dictator. Jij moet je veto stellen over de keuze van de jury en die desnoods hun huiswerk laten overdoen. Je moet tijdelijk gehaat worden om voor altijd geliefd te zijn. Om hogerop te klimmen, later, na enkele jaren het festival te hebben geleid, want dat verdien jij, als jij je krachtiger profileert. Ik zie je directeur worden van een stadsschouwburg, die van Brussel zou de ideale plek voor je zijn. Het wordt trouwens tijd, by the way, dat een vrouw alle touwtjes van een stadsschouwburg in handen heeft.

Ik heb niet de waarheid in pacht, al scheelt het niet veel. Het is mijn waarheid, en die waarheid is gestoeld op veertig jaar ervaring, in alle geledingen van het theaterspectrum. De hoogste tijd is het, beste Els, dat het Theaterfestival geen Vlaamse Kermis is, maar de Week van Standing en Klasse waar iedereen halsreikend naar uitkijkt. Zonder vriendjespolitiek of academisch gelul, dat de brede intelligentsia aanspreekt, ook de politici, die aanwezig zullen zijn óm het festival, niet om een voorgekauwd felicitatietelegram uit te braken ten eigen baat, zoals dat dit jaar het geval was met Louis Tobback.

Beste Els, je eerste jaar was een testjaar. Voor jou, maar ook voor het publiek. Het was dit jaar goed maar niet formidabel. Zeef uit deze oprisping een paar details en neem ze mee in de werking van het volgend jaar. Maar neem eerst een maand vakantie, ver van dit valse land, ver van de hypocriete troep die rond jou draaide, terwijl de bendeleden in wezen enkel oog hadden voor hun eigen pirouette.

Guido Lauwaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content