Guido Lauwaert

Theater: Voor zulke stukken bestaan couveuses

Guido Lauwaert Opiniemaker

’t Arsenaal tracht in ‘Biechten’ het kindermisbruikschandaal binnen de kerk te ensceneren. Een jammerlijke mislukking.

Bij een gebeurtenis waar het hele land van siddert en beeft, is het logisch dat er in het theater een productie van de band rolt. Het theater is het spiegeltje aan de wand dat kan spreken. Om op een deftige manier te kunnen spreken, moet je echter kunnen lopen. In Biechten ( * * ), dat het kindermisbruik aan de kaak stelt, kan het spiegeltje geen van beide.

Coherent geheel

Bij het ondergaan vraag je je niet af wat de boel scheefgetrokken heeft, maar wie de schuldige is. Het antwoord is simpel: de regisseur. Hij moet niet alleen de acteurs en artistieke medewerkers sturen, maar ook de auteur. Zoals hij beslist waar er geknipt en geplakt wordt in een bestaand stuk, moet hij dat evengoed kunnen doen bij een nieuw. Het voordeel van een nieuw is dat je het knip- en naaiwerk samen kan doen. Op die manier komen auteur en regisseur tot een coherent geheel. In Biechten is er van coherentie geen sprake.

Het bijltje

Een meisje wil een thesis maken. Rond kindermisbruik. Zij interviewt the usual suspects. Haar reis kriskras door het onderwerp mislukt omdat zij te nauw betrokken is bij haar onderwerp en te gevoelig zodat haar nuchterheid ontbreekt. Bijkomende reden van de mislukking is dat alle betrokkenen biechten, maar zonder mea culpa.

Op zich is ‘de mislukking’ een prachtig anker voor een toneelstuk. Walter van de Broeck heeft zich deze keer echter mispakt. ‘Er zit weliswaar een verhaallijn in,’ zoals hij zelf zegt in een interview dat in het programmablad is opgenomen, ‘maar ze is niet zo dwingend als in mijn andere stukken.’ Had hij de klassieke weg bewandeld, was er waarschijnlijk een stuk ontstaan met een regenboog. Van den Broeck is namelijk op z’n best als hij hakt met het bijltje van Buysse. Biechten is een spreekstuk én een speelstuk. Soms een mix van beide genres. Wat tot bijzonder irritante momenten leidt.

Een ketting van clichés

De voorstelling begint met een deuntje op een harmonium, gevolgd door de voordracht van Dien avond en die roze van Guido Gezelle. Waarop scènes volgen met als onderwerp het priesterschap, het celibaat, de verhouding binnen een familie met een kindermisbruiker met een bisschopstaf in de hand, de zelfmoord op latere leeftijd van een slachtoffer, de drijfveren van Rome over de instandhouding van het celibaat en de eeuwige vraag of de dader een slachtoffer is, of omgekeerd. Eén scène draait rond de letterlijke aflezing van een item over het kindermisbruik uit de Winkler Prins. Van den Broeck heeft op het doek geen schilderij gemaakt dat beklijft. Het voelt aan als een paus die een plafondschilder achter de veren zit. En de paus heeft het in Biechten gehaald. Een onvergeeflijke fout. Van de paus. Michael De Cock. Hij had tegen de schrijvende schilder moeten zeggen: “Man, laat liggen. Denk er nog eens over na. Begin met te schrappen. Een schrijver moet een halve zin schrijven, op die wijze dat de andere helft ingevuld kan worden door de toeschouwer Over een half jaar praten we verder.”

Kitscherige clichés

Rest de zaak de redenen van deze jammerlijke mislukking op een rijtje te zetten. Om te beginnen een regisseur die zijn acteurs wel kan adviseren, maar niet kan dirigeren. Daarenboven het ene cliché aan het andere rijgt. Clichés van het kitscherige soort.

Overgang naar de spelers. Anna Vercammen als Kristien, het meisje van de thesis. Haar uitspraak is vuil, met als hoofdvogel een vreselijke ij-klank. Haar motoriek loopt niet synchroon met haar stemtoon. Tuur De Weert als pastoor dreunt zijn lijnen af, maar heeft geen moer verstand van het priesterschap, en van acteren. De overige acteurs zijn het vermelden niet waard, tenzij Els Olaerts als de moeder van Kristien. Zij heeft talent in overvloed. Maar tussen de ijsblokken is elk vuurtje gedoemd te bevriezen.

Overgang naar de artistieke staf. Lieve Pynoo staat in voor de kostumering. Nou, ze is niet verder geraakt dan de meest nabije E5-Mode. Klap op de imploderende vuurpijl is de soundscape en de muziek. Uit het hoofd, de stem en de vingers van Lynn Cassiers. Bij momenten zingt ze vals, haar atonale composities hebben geen brille, de gregoriaanse gezangen missen couleur en haar toetsenwerk mankeert elke vorm van gevoel. Ze slaat de toetsen aan zoals een ambtenaar stempels zet.

Voor stukken als Biechten bestaan couveuses. Door daar niet voor te kiezen beschadigt de regisseur de naam van de auteur, van het gezelschap en van zichzelf. Conclusie: een nutteloze productie die geen euro waard is.

Guido Lauwaert

BIECHTEN – Walter van den Broeck – regie Michael De Cock – productie ’t Arsenaal – tot 31 maart op reis en in eigen huis – www.tarsenaal.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content