Els Van Steenberghe

Theater: Phantasmapolis, Abattoir Femé

Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Abattoir Fermé brengt verrassend intieme horror in ‘Phantasmapolis’.

Maar enfin! Dit is toch al te erg! Wat denken die prutsers wel? Marietje knijp uw ogen dicht! En stop uw vingers in uw oren. De papa gaat sms’en naar de mama om te zeggen dat het toneel echt zeer slecht is. En we applaudisseren niet!’

Van choqueren tot verwonderen

Soms speelt het spektakel zich niet alleen in de zaal af. Enkele jaren geleden woonden we een woensdagmiddagvoorstelling bij van Abattoir Fermé’s jeugdcreatie Nimmermeer (2008, een coproductie met het Mechelse figurentheater De Maan).

Hoe de acteurs Chiel Van Berkel en Barbara Claus op de scène enkele verhalen van Edgar Allan Poe brachten, was bij momenten minder interessant en spectaculair dan wat er zich in de zaal, meer bepaald op de rij voor ons, afspeelde. De vader van Marietje raakte almaar meer over zijn toeren. Door wat hij te zien kreeg (twee griezelig uitgedoste acteurs die zich uitleven op en met een buffetpiano).

En door wat hij moest (aan)horen (Lernous’ spitante vertaling en bewerking van Poes verhalen, waarin – bijvoorbeeld – erotische termen niet gemeden worden).

De meeste achtjarigen amuseerden zich kostelijk en hadden meer last van hun gechoqueerde ouders dan angst voor wat er zich op de planken afspeelde.

De drang om te choqueren is nochtans niet het streefdoel van dit Mechelse theatergezelschap. Of beter: het is niet langer de drijfveer.

Artistiek leider Stef Lernous durfde in de beginjaren wel eens met een lichte grijns op de lippen tegen de schenen van publiek en overheid te schoppen. Maar die ondeugende rebellie is langzamerhand uit het werk verdwenen om plaats te maken voor meer esthetische horrorbeelden. Tijdens de afgelopen tien jaar heeft Lernous zich werkelijk tot een meester in het creëren van horrorbeelden met poëtisch aura ontwikkeld. Ook de nieuwste voorstelling Phantasmapolis ( * * * 1/2) illustreert dit.

Prachtbeelden maskeren matige tekst

Phantasmapolis is het tweede luik van de INDEX-trilogie die vorige jaar van start ging met de ritualistische voorstelling Snuff. Waar Snuff stoeide met de kleur rood (en het lichaamssap bloed), daar ontvouwt Phantasmapolisall the colors of the dark’, aldus de ondertitel van de creatie.

De INDEX-trilogie zelf indexeert de voorbije tien jaar van Abattoir Fermé. Het is “…een trilogie die focust op de taal die we de afgelopen jaren hebben opgebouwd (…) en waarin ik alle dingen samenbreng waarvan ik hou, al is het deze keer met een heel economisch gebruik van scenografie, kostuums en accessoires, vanuit het verlangen om te raken aan iets gecondenseerds, iets geconcentreerds.”

Veel meer dan in Snuff keren de vijf personages zich in Phantasmapolis weg van elkaar en richten zich expliciet tot het publiek. Om over hun gruweldaden en gruweldenken te vertellen. Dat verbindt de vijf vertellingen. Het resultaat zijn een stel stevige monologen waarbij deze van Ruth Becquart en Tine Van den Wyngaert het meest imponeren. Dit heeft meer te maken met de manier waarop de dames de woorden van Lernous incorporeren, dan met Lernous’ woorden zelf.

Lernous is een kei in het creëren van machtige beelden die tegelijkertijd flirten met poëzie en horror. Hij vertelt niet zozeer met woorden maar met ontstellende beelden waarbinnen de acteurs noodzakelijk zijn als lijven die de mysterieuze omgeving ondergaan of domineren. In Abattoir Fermé’s eerste succesvoorstelling, Galapagos (2004), ondergingen de personages de ruimte, meer bepaald: een griezelhotel in een grootstad.

In deze Phantasmapolis domineren de personages hun omgeving of ze trachten althans om haar te overheersen. Becquarts magistrale vertolking van de moeder die zichzelf wil reinigen met Dettol nadat ze gruwelijke feiten pleegde, wordt opgetild door de sublieme scenografische context. De exquis uitgelichte ruimte (Sven Van Kuijk in samenwerking met Lernous) zuigt het publiek werkelijk in de bevreemdende wereld waarin de Dettolzuipende moeder vertoeft.

Voeg daar nog een eenvoudig maar verdraaid inventief decor aan toe dat met de zwierende (ogenschijnlijk gietijzeren) poorten een treffende verbeelding is van gevangenschap én vogelvrijheid. Dit alles resulteert in een zinderend scènebeeld dat een publiek naar de keel grijpt en inneemt.


Ook Tine Van den Wyngaert – voor de gelegenheid uitgedost als femme fatale met een zwak voor vampirisme – zet een intrigerende acteerprestatie neer waarbij ze de humoristische snaar subtiel bespeelt.

Het wat zwakkere element van deze voorstelling is de tekst. De tekst informeert, doet al eens grijnzen of schrikken maar beklijft veel minder dan de beelden dat doen. Lernous schrijft in een heldere en smakelijke taal die niet de originaliteit bezit waarmee zijn scènebeelden magistraal gekruid zijn. Nog niet?

Els Van Steenberghe

Phantasmapolis, Abattoir Fermé. Gezien op 24 april 2010. Meer info: www.abattoirferme.be

De voorstelling trekt volgend seizoen door Vlaanderen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content