Els Van Steenberghe

Theater: Monkey Sandwich, Ultima Vez

Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Vandekeybus’ broodje aap is een ‘smoske’ van topkwaliteit. Vol beesten, rampen, hoopjes mens, stukjes verhaal en passie.

Als alles tegenzit, dan helpt het soms om je heel, heel klein te maken. Je lievelingsplaat op te leggen. En zo dicht mogelijk bij de muziekboxen te kruipen. Zodat je in de muziek kan verdwijnen. En je jezelf zacht uit de wereld kan weg wiegen. Soms lukt dat ook door heel dicht bij het scherm te kruipen waar je lievelingsfilm zijn plot afwikkelt. Even leef je dan in de illusie dat de wereld kneedbaar is, dat de rampen slechts een nachtmerrie zijn en dat het leven niets meer of minder is dan wiegen op je favoriete melodie of verdwijnen in je favoriete beelden. Even maar.

Geduld aub

Die ‘even maar’ duurt in Vandekeybus’ Monkey Sandwich ( * * * 1/2 ) zowat twee uur. Het is een verdomd fascinerende en inkervende trip die – toegegeven – wat tijd nodig heeft om op kruissnelheid te komen.

Choreograaf Vandekeybus ontplooide zich de afgelopen jaren tot een gezwinde cineast. Met zwier bedient hij de camera – los of vast, afhankelijk van de dynamiek die hij in de scène wil – en reist daarvoor de wereld rond op zoek naar prachtige locaties waar hij zijn fantasie op los kan laten. In Monkey Sandwich ontmoet de cineast de choreograaf. De voorstelling opent dan ook smakelijk metatheatraal. Met een film. Daarin volgen we een regisseur (voortreffelijk vertolkt door Jerry Killick van het Britse gezelschap Forced Entertainment) die alles van zijn spelers verlangt behalve doen alsof. Ze moeten niet doen alsof, ze moeten echt handelen. Hun medespelers echt verslinden, echt vermoorden, … Het hoeft niet gezegd dat de vonken van de repetities spatten. En het zou ons niet verbazen als dit het alter ego van Vandekeybus zelve is.

Dit alles is te zien op een groot scherm dat boven de scène hangt. Op de scène staan enkele windmolens, een aquarium en wat vreemdsoortige papieren poppetjes. That’s it. Op de interactie tussen de wervelend gemonteerde film en die scène is het even wachten.

Plots – wanneer op het doek iemand sterft – valt er een jongen uit de hoop papieren poppetjes op de scène. Alsof hij geboren wordt. Zijn naakte lichaam wordt zodanig belicht dat zijn huid van marmer lijkt. De jongen zit met de rug naar het publiek. Hij lijkt iets in elkaar te knutselen.

Dans?

Heel geleidelijk verovert die jongeling de scène en blijken de papieren poppetjes zijn wereld te vormen. Performer Damien Chapelle geeft op een hartveroverende manier gestalte aan het archetype van de zoekende, eenzame mens. Achtergelaten in een troosteloos niemandsland waar enkel wat poppetjes en enkele vinylplaatjes hem gezelschap houden. Hij tracht zijn lievelingsplaat tot leven te wekken en wiegt zichzelf, als een ineengedoken hoopje mens, naast ‘zijn’ vinylplaat. Of hij klimt langs een paal de hoogte in om zo dicht mogelijk bij zijn lievelingsfilm te zijn. Of hij doorkruist de scène alsof hij de film werkelijk beleeft.

Een keer lijkt er oogcontact te zijn tussen hem en de regisseur op het scherm. Het is aandoenlijk. Omdat je als toeschouwer voelt dat de jongeling gelooft in de filmpersonages terwijl je evengoed beseft dat die filmfiguren slechts illusie en inbeelding zijn. Ze bestaan in zijn hoofd.

Chapelle danst als een mens die nooit een mens ontmoette. Of toch al heel lang geen mens meer gezien heeft. Papierpopjes, dieren en verzonnen filmpersonages zijn de enige wezens in zijn wereld. Hij stoot klanken uit. Die je vaak niet en soms wel begrijpt. Als je ze begrijpt, dan snijden ze in al hun eenvoud door merg en been. (Met dank aan auteur Toon Tellegen, zijn mier en zijn eekhoorn.)

Vandekeybus bedient zich van literatuur en film zoals hij zich ook van de dans ‘bedient’. Hij gebruikt de kunstgenres om zijn tomeloze passie en ontzag voor onze zinderende aardkluit (inclusief de wezens die er rondscharrelen) uit te drukken. Dansen is in Vandekeybus’ wereld uitmuntend acteren zonder woorden. Hij laat Chapelle over de scène kruipen, klimmen en glijden met als voornaamste doel het dolende individu te verbeelden. De bewegingen zijn doelbewust eerder dan op zichzelf staand. De jongeling beweegt in functie van zijn poppetjes, een pilaar en zijn verlangen om in de film op te gaan. Slechts af en toe schiet er een puur dansante bewegingszin tussenuit die zich in zijn abstractie van de overige bewegingen onderscheidt en daardoor extra imponeert.

Fasten your seatbelts

Naarmate Chapelle de scène grootser, breder en hoger bespeelt, kolkt de film (en de fantasie van de filmregisseur) verder. Letterlijk. Even zijn we blij dat we tussen bekenden en in de pluche zitten. We worden niet overspoeld, prenten we onszelf in. ‘Níet!’ Want Vandekeybus doet danig zijn best om ons in die illusie te laten geloven. Het is een van de markantste scènes uit deze film/voorstelling. Een van de vele. Onze vingers tintelen om nog enkele prachtbeelden te beschrijven. Maar we gunnen hen het plezier niet. Zodat we u het plezier van het ontdekken van Vandekeybus’ prachtwereld niet ontnemen. Of beter: de ontdekking van een prachtig vormgegeven ‘postcatastrofale’ wereld. Want de jongen op de scène zou wel eens de enige overlevende van een natuurramp kunnen zijn…

De voorstelling komt op gang zoals de windmolens op de scène. Log en traag maar uiteindelijk bereikt ze een stuwende vaart en laat ze een diepe indruk na.

Ode aan de oerkracht

Vandekeybus speelt niet alleen met onze honger naar illusie en droombeelden als vlucht uit de realiteit. Hij toont tevens hoe die bijwijlen gruwelijke realiteit een onuitputtelijke inspiratiebron is voor kunstenaars die met hun werk het publiek sensibiliseren voor én wapenen tegen de ellende in de wereld, die te vaak door de nietsontziende mens veroorzaakt wordt die o zo graag de natuur naar zijn hand wil zetten.

Dit maakt Monkey Sandwich zo krachtig. Het is een verhalenkluwen dat de helende kracht van de fantasie huldigt maar tegelijk waarschuwt voor het geloven in al te onrealistische dromen. Dit maakt de creatie tot een stuitend maatschappelijk statement.

Tegelijk is de productie een artistiek statement van een zwoegende en zoekende kunstenaar (met een explosieve verbeelding) die begeesterd zijn grenzen aftast en ijvert naar het onmogelijke: de versmelting van film en theater. In Monkey Sandwich lijkt het onmogelijke mogelijk. Al is het maar een illusie. Die zelfs tot na de aftiteling in standhoudt.

Mogen wij u vragen – wanneer u zich terecht naar een theaterzaal rept om deze ruwe diamant te bewonderen – om niet te applaudisseren tot na die aftiteling? Zo misloopt u ook de laatste pakkende scène niet. Een scène die de ontnuchtering toont van iemand die ontwaakt na zichzelf ondergedompeld te hebben in zijn favoriete film of muziek. Het is een verstilde apotheose die nazindert tot tijdens het ontvangen van uw applaus.

Els Van Steenberghe

Monkey Sandwich, Ultima Vez. Gezien op 10 september 2010. Meer info: www.ultimavez.com

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content