Guido Lauwaert

Theater: ‘Laisse Tomber is heerlijk teksttheater’

Guido Lauwaert Opiniemaker

Aan de juiste maat herkent men de hand van de meester. En dat is wat regisseur Lies Pauwels in alle stilte geworden is.

Vooraan links en rechts een spreekgestoelte. De zijwanden bezet door een rij stoelen. Achteraan een lange zitbank. Een sobere tempelvloer. Aan de zijkant een kratje wijn. Het geheel millimeterwerk. Een maçonniek interieur dat zowel een logetempel kan zijn als de aula van een crematorium. Twee in één.

Twee vrouwen. Een jonge twintiger en een oude veertiger. Hogepriesteressen. Wit nachtkleed. Rode sjaal als bloem geknoopt. Het hoofd gebogen houden ze een eerste lezing. De aanroeping, het gebed bij de opening van een rituele zitting. Om beurten zeggen ze een woord. Twee zijn één. Als de monolithische tweespraak afgelopen is kijken ze op. Ongeschminkte gezichten. Ze staan op, komen naar voor. Priemende blikken, de horizon omvattend. Ineke Nijssen, de oudere, en Leen Roels, de jongere, zoeken via een gezang naar het juiste evenwicht van de balans. Wie is wat en wat is waar. Eenmaal ze tijd en ruimte gevonden hebben, kan de eigenlijke zitting, de comparitie, beginnen. Een blanke zitting want er zijn profanen aanwezig. Ook toeschouwers genoemd.

Slachting

Wat opvalt aan Laisse Tomber ( * * * * ) is dat ze, Ineke Nijssen als de oudere vrouw, en Leen Roels als de jonge, voortdurend over mannen spreken, hen citeren en hun gedrag nabootsen. Er zit geen lijn in hun verhaal, hooguit een draad in hun boodschap. Aanvankelijk is hun toon ironisch, dan sarcastisch en naar het einde toe sardonisch. Er valt veel te lachen, maar gaandeweg begrijpen de profanen dat ze lachen met zaken waar eigenlijk niet mee te lachen valt. Want heel de evolutiepraktijk van de laatste halve eeuw, de Nieuwe Tijd, wordt deskundig geslacht, door de bluessisters. De moderne opvoeding, met zijn losse zeden en zijn mentaliteit van laissez faire, laisse tomber. In wezen waren het hersenspoelingen, indoctrinaties, net als die uit vroeger tijden. Zelfs de vrouwenemancipatie werd door de mannen getolereerd om die naar hun hand en tand te kunnen zetten. En maar zingen We shall overcome, terwijl Miss Mode en Miss Smaak, Miss Land en Miss Verstand ten aanschouwen van een miljoenenpubliek voor de beeldbuis geestelijk worden gegeseld, zonder dat ze er zich van bewust zijn.

Van Bach naar karaoke

De aanklachten, lukraak uitgestrooid maar trefzeker gebracht, worden aan elkaar genaaid door verkleedpartijen en liedjes. Te beginnen met streepjes klassieke muziek, die abrupt worden afgebroken. Weg daarmee. Plaats voor liedjes met veel stroop. Met als hoogtepunt een honderdduizendste recuperatie, imitatie van Marlène Dietrich en haar lied Ich bin von Kopf bis Fuß auf Liebe eindgestelt. Van Bach naar karaoke, een kleine stap in de wereld – een grote sprong voor de mensheid, maar beide achterwaarts. Onderweg naar der Untergang des Abendlandes wordt er duchtig gedronken, gerookt en gevreten, desnoods onder dwang. Callgirl passeert, Jufrouw Tang, onderwijzeres vijfde leerjaar, oreert. De kale gezichten krijgen kleur. Worden door het stiften van de lippen en het schminken van de ogen en wangen maskers. En kijk, zie de vrouw als gebruiksvoorwerp. Je zou van minder gek worden. Laisse tomber, mesdames! – Imposssible, messieurs! En gek worden ze dan ook. Woede en wraakzucht buitelen over elkaar. Tot de tempel een zothuis is en de climax de film One Flew over the Cuckoo’s Nest in herinnering brengt. De herhaling van We shall overcome aan het eind klinkt als een wanhoopskreet.

Kolderieke apologie

Ineke Nijssen en Leen Roels duiken aan een razend tempo van de ene rol in de andere. Hun timing is perfect, de overgangen verrassend. Wat ze versluierd duidelijk weten te maken is dat de wereld een tempel is met duizend en één sekten, gebouwd op valsheid en verraad. Dat de vrouw altijd het slachtoffer is. De sterkte van hun kolderieke apologie heeft door toedoen van regisseur Lies Pauwels stijl en klasse gekregen. Geen enkel moment verzwakt de voorstelling, maar blijft ze een homogeen groteske sfeer aanhouden. Ook het vermijden van elke pretentie siert de regisseur. Aan de juiste maat herkent men de hand van de meester. En dat is wat Lies Pauwels in alle stilte geworden is. Ze beheerst het geheel door een scherp oog voor details. Haar spelers weet ze bij te brengen wat acteren zonder spel is. En wat Laisse Tomber betreft. Die verdient een plaats op het theaterfestival. Heerlijk teksttheater in het margecircuit. Chapeau.

Guido Lauwaert

LAISSE TOMBER – productie Het Kip – t/m 12 mei Campo Nieuwpoort, Gent – 24 mei De Werf, Brugge – volgend seizoen reisvoorstellingen – www.hetkip.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content