Guido Lauwaert

Theater: Kat op een heet zinken dak, Theater aan de Stroom

Guido Lauwaert Opiniemaker

De enscenering van Williams’ ‘Kat op een het zinken dak’ door Theater aan de Stroom is een opgezette kat op een gammel dak.

Koud dak laat kat koud

De Amerikaanse toneelschrijver Tennessee Williams heeft meer mislukte toneelstukken gebaard dan gelukte. Maar wat heet mislukt? Vaak zijn het stukken die onder een slecht gesternte geboren zijn. Het gevolg is dat gezelschappen makkelijker grijpen naar de beproefde. Het is spelen op zekerheid. Helaas valt die zekerheid in duigen bij een concept waarmee de regisseur meer vraag- dan uitroeptekens oproept. Dat is het geval voor Theater aan de Stroom [TAS]. Hun Kat op een heet zinken dak ( * 1/2 ) is een opgezette kat op een gammel dak.

De essentie

In 1948 kreeg Williams The Pulitzer Price for Drama voor A streetcar Named Desire, dat een jaar voordien in première was gegaan. Hij greep opnieuw de begeerde toneeloscar voor Cat on a Hot Tin Roof in 1955. De essentie van zijn succes moet niet zozeer gezocht worden in de mechaniek van zijn stukken. Ze zijn zeer traditioneel, en juist daarom zeer verfilmbaar, wat met de twee genoemde stukken ook gebeurde. De verfilmingen blinken vooral uit door de vertolkingen. Vivien Leigh, Marlon Brando, Elisabeth Taylor, Paul Newman, zij halen uit de complexiteit van de geest een orde die de mens toont zoals hij werkelijk is: een boosaardig wezen. De beschaving is een dunne laag.

Het mysterie

Eerder dan het concept is het succes van Williams’ stukken gestoeld op een conflict, tot zover klassiek. Het geniale zit hem in het mysterie van het conflict. Waarheid en leugen, onmogelijk ze uit elkaar te houden. Illusie en realiteit schuiven over elkaar, glijden weg om even later weer tegen elkaar te botsen. Kussen of slaan, omarmen of wurgen zij elkaar? Een derde element dat de stukken van Williams de eeuwigheid in zwierde, is het zuidelijk karakter van zijn stukken. Zeg zuidelijk en je denkt drift. De Texanen zijn driftig, net als de inwoners van Mississippi. Drift is een dankbare handeling voor een toneelstuk. Vanuit een duivelse kracht ontstaat de levensdrift. En daar gaat het uiteindelijk achter het hoekje om bij Tennessee Williams. Elk personage uit zijn stukken heeft die in overtreffende trap, en wenst die ook bij zijn naasten, ten eigen baat.

Gezellige familie

Om de stukken van Williams ten volle te snappen, is het goed om weten dat de auteur uit een gegoede, intelligente familie stamt. Zijn vader was een dronkaard en door zijn beroep, Chef Verkoopafdeling, veel uithuizig. Zijn moeder was neurotisch en hysterisch. Er was nauwelijks aandacht voor de kinderen. Zijn oudere zus Rose en zijn jongere broer Dakin, ‘Tom’ zoals hij als kind genoemd werd, hadden een sterke band. Tennessee [eigenlijk Thomas], was een ziekelijk kind en overgeleverd aan de zwarte huismeid Ozzie. De grootvader langs moederskant was een priester en zijn grootmoeder muzieklerares. Beiden moeiden zich wat al te erg met het gezin, maar ook de koppeling was niet geslaagd. Waar de drankzucht van de vader en de zenuwziekte van de moeder vandaan komen, is dus niet moeilijk te raden.

Verjaardagsfeest

Met dit voor ogen is duidelijk waar Williams de mosterd haalde. Kat op een heet zinken dak lijkt wel een soap. Een verjaardagsfeest voor Big Daddy, de patriarch van een rijke plantersfamilie uit de Mississippidelta. Hij heeft terminale kanker. Iedereen weet het behalve de zieke. Lievelingszoon Brick wordt door zijn vrouw Maggy [the cat] beschuldigd van latente homoseksualiteit, omdat hij haar niet wil bevruchten. Door zijn kijk op de valse wereld en zijn eigen lafheid zit hij aan de drank. De andere zoon en zijn vrouw menen meer recht te hebben op het familiefortuin, want is Brick geen ratté en hebben zij geen kroostrijk gezin? Big Mammy wil dat iedereen aardig tegen elkaar doet. Problemen van dertien in een dozijn in elk gezin met vlees aan het bot. Nee, de oerdrift van het stuk is het kruis op de heuvel, de vogelschrik in het veld, de galg op de markt.

Onweer

Broeierigheid en spanning, dat moet de regie hebben om de voorstelling overeind te houden, van het eerste tot het laatste moment, in al zijn geledingen. Het onweer moet in de lucht hangen, maar met duivels genoegen op zich laten wachten. Waardoor iedereen treiterig wordt op zijn manier. Want het verhaal heeft zo goed als geen ontwikkeling. Geen happy end, maar ook geen bad end is er te vinden in de stukken van Williams. Altijd een mad end.

Geklungel

Bon, dat alles is onbelangrijk voor de toeschouwer, maar de regisseur moet het wel in zijn vel zitten hebben. Als hij geen vat heeft op de oerdrift, hoe zou de toeschouwer dan het kruis, de vogelschrik en de galg kunnen zien? En regisseur Lieven Debrauwer heeft het niet. Hij heeft geen ruimtegevoel, zijn smaak is kitscherig en de acteurs laat hij aan hun lot over. Hooguit heeft hij ze aangemoedigd, nooit een correctie aangebracht. Een totaal foutieve invulling van less is more. De oerdrift is door zijn geklungel omgezet in het afdreunen van de tekst, zonder tiktakspel. Na de pauze escaleert de confrontatie, wat tot onverstaanbaarheid leidt. Roepen moet je kunnen, niet alleen als acteur, of je wordt een intrieste lopende plant. De twee enigen die uit deze botsing gekwetst maar niet levensbedreigend te voorschijn komen zijn Magda Knudde en Frans Maas. Hoewel. De motoriek van Magda Knudde als Big Mammy is aanvaardbaar, Frans Maas daarentegen. Hij loopt met kromme rug, een typisch amateursfoutje, en zijn handen zitten de meeste tijd in zijn zakken. Haalt hij ze er uit, wapperen ze in het rond. Waar het gewapper echter op slaat heb je het raden naar. De regisseur heeft oog gehad voor het scènebeeld, maar de lichaamstaal liet hem duidelijk koud. Een beginnersfout.

De boeggolf

Walter van den Broeck heeft het stuk ooit vertaald, tweemaal zelfs, en het is de vertaling voor het NTG die nu gebruikt wordt. Het is te merken aan het wegvallen van een personage, wat het NTG onder leiding van Jean-Pierre De Decker een acteur minder kostte. De dialogen, verwoordingen van de oerdrift, zijn scherp, helaas worden ze door de acteurs bot gemaakt door het ontbreken van muziek. Geen sarcasme, fout tempo, valse klemtonen, vuile uitspraak, zelfs de stilte verwekt geen irritatie maar verveling. Ze weten wel waar hun clausen op slaan, maar zien het bredere verband niet, het aanvaarden van elkanders afwijkingen, want zij zijn gevormd uit de kleine kantjes van de naaste verwant[en], de boosaardige mens met zijn dun laagje beschaving. Dat zit in de boeggolf van de tekst. Zie je die niet ben je geen acteur maar misdienaar.

Envoi

Hugo Claus’ praterige familiedrama’s zijn sterk beïnvloed door Tennessee Williams. Zijn bewondering voor Williams is aan zijn stukken te zien, je kan er niet naast kijken, maar Claus heeft zijn broederband nog op een subtielere manier getoond. Zijn eerste zoon heeft dezelfde voornaam als de schrijver, wiens echte voornaam niet Tennessee is maar Thomas.

Guido Lauwaert

Kat op een heet zinken dak – Theater aan de Stroom – regie Lieven Debrauwer – spel Steven De Lelie, Katrien De Becker, Magda Knudde, Frans Maas, Ilse Janssens & Ronny Smet – tot 23 oktober 2011 – www.onti.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content