Guido Lauwaert

Theater: Grüssen aus Berlin – Teil 2

Guido Lauwaert Opiniemaker

Guido Lauwaert is een dag in Berlijn en er heerst al een koude oorlog. Tussen hem en een taxichauffeur…

Toen ik gisteren perron 8 betrad van het Sint-Pietersstation in Gent zag ik Joke Schauvliege in gesprek met twee ongure kerels. Het leek wel of ze de minister van Cultuur van iets wilden overtuigen waar ze al van overtuigd was of waar ze niet van overtuigd wilde worden. Ik deed een knieval en kuste haar hand, waarop de twee rakkers bliksemsnel hun hand uitstaken. Ze kregen een handdruk uit de automaat. Toen de trein langs het perron schoof, nam zij afscheid van het stel en haastte zich naar de eerste wagon. Ik achter haar aan. Helaas, onze wegen scheiden zich. Zij draaide links de coupé eerste klas in en ik noodgedwongen rechts de tweede. Had ik maar naar mijn moeder geluisterd en politicus geworden.

Ik dook De Morgen in waar ik nog voor de trein de brug van de E17 was gepasseerd alweer uit te voorschijn kwam. Als je de koppen gelezen heb weet je wat je niet moet lezen. Hetzelfde geldt voor De Standaard. Wat zijn onze zelfbenoemde kwaliteitskranten in vergelijking bij Die Zeit? Ze missen het lef een kop met een poëtische blokje centraal bovenaan op de voorpagina te zetten: Wie Musik uns berührt – Die Wissenschaft zeigt: / Musik dringt direkt in die / Tiefen unseren Gehirns. / Deshalb wirkt sie auf / das Bewusstsein / und steurt / unsere Gefühle // Wissen seite 31-32. Boven de wolken lees ik artikel, twee pagina’s groot formaat, aandachtig. De reis kan niet meer stuk.

Alte und neue Sachen

Ruim op tijd zit ik vanochtend in de lobby van het hotel. Het hotel ligt in Oost-Berlijn, al horen ze dat niet graag. Toen ik de taxichauffeur vroeg of hij Oost- dan West-Berlijner was, antwoordde hij: Das sind jetzt natürlich alles alte Sachen! De rest van de trip heerste er tussen chauffeur en passagier een koude oorlog. Het hotel. Een kruising tussen een pension en een jeugdherberg. Maar dan zeer hip! Met sportzalen en ruimten voor concerten groot en klein. En met een energetic multilingual staff. Tot 1989 was het pand een kunstschool. Of het een kunstschool was waar aan de lopende band hamers en sikkels werden vervaardigd of dat er vrijheid was om nimfijnen of dolfijnen te tekenen, schilderen, gieten of hakken naar eigen godsvrucht en vermogen, weet niemand. Het personeel is jong. Van kort vóór of na de Wende. Het Berlijnse Plus Hotel is de nieuwste aanwinst in een keten van hippe hotels. Soortgelijke zijn er ook te vinden in Florence, Praag, Rome en Venetië. Zal de hogere goden eens trachten te vinden en hen wijzen op het bestaan van Brussel en Flagey. Die kunsttempel is door politiek gekrakeel toch bezig aan een diepe duik.

On the road

Het is 9 uur als de Vlaamse soldaten uit de bus stappen. Jezus Christus op een motorfiets! Zombies. En hun kamers zijn pas rond de middag beschikbaar. Ze ontbijten en ik zwerf van tafel naar tafel. De jonge dichters mogen niet klagen, is de indruk. Waar de vorige generatie moest bedelen om een reisbeurs, waar zogenaamd geen geld voor was, maar literaire ambtenaren plunderden de kassa, zijn ze nu nauwelijks nog in eigen land te vinden. Andy Fierens is al in Japan geweest, Zuid-Afrika, Frankrijk, en nog een paar landen die hem wegens vermoeidheid ontglippen, Eva Cox in Groot-Brittanië, Canada, Frankrijk, Turkije en Zuid-Afrika, Els Moors tweemaal in Duitsland, Tsjechië en Dubrovnik en Kroatië, Jess De Gruyter in Amerika [N.Y], Cuba en Denemarken, maar met videofilms. Hij weigert mondeling op te treden. Reinhout Verbeke is de stille van het gezelschap. Maar vanavond pak ik hem aan en na enkele glazen op kosten van de zwarte kas van de redactie verklapt hij de code van zijn kluis en zijn dichterschap.

Dankzij het wegvallen van grenzen en een actief literair beleid op het buitenland gericht, zijn onze jonge dichters vaak on the road. Andy Fierens vraagt me of hij vanavond tijdens zijn optreden ‘nazi’ mag zeggen. Het ligt hier nogal gevoelig, antwoord ik. De oude generatie wil er niet aan herinnerd worden en de jonge treft geen schuld. Het woord komt even voor in een gedicht, zegt hij. Ik zie dat hij overweegt op de tafel te springen en het gedicht op orkaanhoogte voor te dragen. Michaël Vandebril kan hem van de daad weerhouden door een praktische opmerking die allen aanbelangt. Ook Andy. Even later trekt het Vlaamse dichtersgild en hun entourage in rijen van drie achter kapelmeester Michaël richting uitgang. Voor een eerste verkenningstocht. Jess De Gruyter zegt tegen Selm Wenselaers, de radar [remember M.A.S.H.] van de delegatie, dat hij zijn zonnebril in de bus heeft laten liggen. ‘Ja, die hebt ge nu zeker nodig,’ en stapt de regen in.

Titel

Wat ik van Berlijn al heb gezien, stemt me vrolijk. Het hotel mag dan wel gelegen zijn in Oost-Berlijn, maar dat heeft ook zijn voordelen. Geen blinde muur of hij heeft kleur gekregen door graffiti, cartoons, figuratieve of non-figuratieve schilderijen. Je weet niet waar eerst kijken. En de lege fabrieken zijn bezet door kunstenaars die er hun atelier hebben, individueel of als commune. Ze hebben het gezicht bepaald van de Duitse hoofdstad, hun invloed is doorgedrongen tot de beschaafde instellingen. De vormgeving van drukwerk en interieurs is fris en verrassend. Je kunt stellen dat Berlijn virtueel geregeerd wordt door de jeugd.

Mevrouw Schauvliege, als we nog eens samen op het perron staan, ontvoer ik je en neem je mee naar Berlijn. Niet twijfelen. Net als in Gent, Antwerpen, Roeselare, Leuven, Mechelen en Brussel is er in Berlijn een Lidl, Hema, C&A, M&H (een beroemde lingerieketen) waar je je vertrouwde onder- als bovengoed kan vinden. Hier zal je zien dat er met weinig geld ontzettend veel gebeurt, maar dat het overheidsgeld niet naar artiesten gaat maar naar infrastructuur en de papierberg. En zo hoort het ook. Artiesten moeten scheppen, niet vergaderen.

Guido Lauwaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content