Guido Lauwaert

Theater: Groeten uit Polen – deel 5

Guido Lauwaert Opiniemaker

Polen hebben nog last van communistische virussen in de genen. Maar ze zijn meesters in het omzeilen van die virussen.

Poznan, 30 juni. Maltafestival. De ene dag is de andere niet. Eergisteren een dag om in te lijsten, gisteren om bij het groot huisvuil te zetten. Goed, het kan niet alle dagen feest zijn, maar op zijn minst moet hij toch enig plezier verschaffen. Het beste zat in het begin. Ik ben naar de mis geweest. Zondag is het mij niet gelukt. Voor de katholieke Polen is elke dag zondag. Overwegend ouderen, maar ze hebben het beter, als nieuwbakken kapitalisten, en dus blijven ze langer in leven. Ik wil nagaan of de mis nog succes heeft. En jawel hoor, de kerk was ruim gevuld. Ik werd terug in de tijd geslingerd. Kort na het tweede Vaticaans concilie. Mijn jeugd verscheen in al zijn heilige glorie.

Misdienaar

Als kind wilde ik al vooraan in de kerk staan. Wat deed ik tussen de massa? Elk speelt zijn rol en kent zijn plaats. Dus werd ik misdienaar. Weliswaar een kleine rol maar je valt tenminste op. Als veertienjarige sprak ik in de sacristie de pastoor aan. Ik dacht een roeping te hebben. Hij had me door. Mijn interesse in de meisjes was toen al groter dan in God. Ik moest maar eens goed nadenken. Dat heb ik niet gedaan. Te veel mooie meisjes. Et voilá, mijn schuld is het dat er in de twintigste eeuw geen Vlaamse paus werd gekozen. Dat het celibaat nog bestaat en dat in Polen de misdienaars er nog bijlopen zoals 50 jaar geleden. Dat vlak na het sermoen, van op de preekstoel!, wanneer het schuldgevoel nog warm is na de bolwassing, twee kleerkasten als seminaristen verkleed met de schaal rondgaan en de kerk nog een zwarte kas heeft.

Modeshow

De mis brengt een filmscène in herinnering. In Roma van Federico Fellini komt het hoofdpersonage op een gegeven moment terecht in een Roomse modeshow. Op muziek van Nino Rota defileren jonge vrouwen rond in strak gespannen zwarte tenues. Nonnetjes om in te bijten. Dan volgen ‘janetten’ in modieuze priesterpakjes gestoken. Gevolgd door hulpbisschoppen, bisschoppen, aartsbisschoppen, kardinalen, de ene in een groene kazuifel voor de adventsweek, de andere in purper uitgedost, de kleur van de paasweek. Het hoogtepunt kwam aan het eind. In een draagstoel werd een stokoude man opgevoerd, in een smetteloos wit pak gestoken en met pinkende kerstlichtjes behangen. Fellini bevestigde wat ik al vermoedde. De mis is een theatervoorstelling en de rituelen van de kerk zijn weldoordacht. Van zwart voor de duivel tot wit voor de Godfather.

Wegwezen

Na de mis mij gemeld in het perscentrum. Rare sfeer. Naarmate het festival opschiet en er dus minder te doen valt, hoe meer drukte de baliemeisjes maken en hoe meer er in het honderd loopt. Wegwezen. Niks voor mij, die helse sfeer. Dan maar de stad verkend. Mooie stad, maar de voetpaden verbergen valkuilen en heel wat statige panden zijn dichtgetimmerd. Wachten op restauratie. Als je de grote lanen verlaat en kleine straten induikt, zie je het verval van het communisme. Toch is de sfeer in de stad euforisch. Poznan is een universiteitsstad. Veel jonge mensen. Ze zijn kort vóór of na de val van de Muur geboren. Ze lopen in koppeltjes rond, praten niet met elkaar maar flink doorstappend van ergens naar nergens tetteren ze in hun mobieltjes. Hun rinkelde mobieltjes vormen samen atonale straatconcerten. Ze laveren tussen de bedelaars en de stemmenronselaars door, want zondag is de tweede ronde van de presidentsverkiezing.

Zonder armen en darmen

Ruimschoots op tijd arriveer ik op de plaats van de voor die dag gekozen voorstelling. Het Apenproces, een voorstelling uit 2004 die zo succesvol was dat ze vertaald werd in het Engels en als The Monkey Trial al op de helft van de buitenlandse festivals heeft gestaan. Dat deed mij voor deze voorstelling kiezen, want ik wil o zo graag eens lovend over een voorstelling van dit gezelschap schrijven. Helaas, het drie uur durend spektakel mist armen en darmen. Twee acteurs – Robby Cleiren en Frank Vercruyssen – spelen alle rollen. Op een lichtbord lichten de vakjes op met de namen van de personages die ze vertolken. Nu eens de sheriff, dan een getuige, een verdediger, een aanklager. Slechts Tiago Rodrigues speelt maar één rol, die van rechter. Hij overtuigt het meest. Toch kan ook hij niet verhinderen dat het geheel geen voorstelling is maar een documentair. Heel uitzonderlijk wordt enig gevoel in de vertolking gestoken. Ook het publiek is die mening toegedaan. Het haakt bij bosjes af. Zelfs een paar leden van de jury, aan het begin uit het publiek geplukt, is er in de pauze onderuit gemuisd. Bij het begin van het tweede deel moet dus gesmeekt worden om vervangers. Gênant. De sfeer van 1925 en de aard van Tennessee, waar het proces tegen een biologieleraar die God vervangen had door Darwin, en het scheppingsverhaal door de evolutieleer, had erbij gewonnen had er in de spreektaal enig Amerikaans Engels gezeten. Een dialectische noot had de vinger op de wonde gelegd: de primitieve intelligentie van de landelijke Amerikaan.

Charlotte Gainsbourg

Meteen na de voorstelling richting voormalige slachthuis. Op de binnenkoer een concert van Charlotte Gainsbourg. De band is te goed voor haar. Haar stem is te zwak om boven de muziek uit te komen. Meest van de tijd is ze onverstaanbaar. Alleen wie de liedjes kent, weet wat ze zingt. Haar Engels is krom en loopt scheef, waardoor elk gevoel ontbreekt. Bij momenten zingt ze zelfs vals. Slechts als ze liedjes van vader Serge zingt, in het Frans, komt enige inleving piepen. Het publiek is beschaafd. Het applaudisseert maar van harte is het niet. De bar wordt dan ook druk bezocht. God, wat kunnen die Polen zuipen. En toch rechtop blijven staan en wangedrag vermijden.

Interview

Aan de uitgang word ik aangeklampt door een dame die me een microfoon onder de neus duwt. Ze informeert maar mijn mening over het festival en wil het geheim van de Flemish Wave weten. Ik stapel oordeel op vermoeden en vermoeden op leugen. Ze glundert. Als we na het interview napraten en ik zeg dat ik de Poolse voorstellingen hopeloos verouderd vind, haalt ze haar microfoon weer te voorschijn en moet ik herhalen wat ik zonet heb gezegd. Wanneer mijn mening op band staat en de recorder opgeborgen, vraag ik haar wat ze zelf denkt van het Poolse theater. Ze geeft mij 100 procent gelijk, maar kan het niet luidop zeggen. Er is nu wel vrijheid van spreken, maar hij kan nog steeds je baan kosten. In de genen van de Polen zitten blijkbaar nog communistische virussen.

Envoi

Vandaag, voor het eerst in mijn leven, op de Poolse radio. Radio Merkury Poznan. Maar ik zal mezelf niet horen. Om 11 uur is er een boekpresentatie van Jan Fabre. Hij wordt geïnterviewd door Luka Van den Driesa, bij ons beter bekend als Luk Van den Dries. Daar wil ik bij wezen. Gauw ontbijten en weer de stad in. Ik wens u allen een fijne dag en mezelf een dag zonder smurrie. Ach, ik ben haast zeker van een schat van een dag. Miet Warlop staat op het programma en een film van Patrice Chéreau. La vie ne fait pas des cadeaux [zingt Jaques Brel], mais sans doute des surprises.

Guido Lauwaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content