Theater: Frank Van Laecke en Alain Platel maken met ‘En avant, marche!’ een juweeltje

© Phile Deprez
Guido Lauwaert
Guido Lauwaert Opiniemaker

En avant, marche! (NTGent en Les Ballets C de la B) is een eerlijke, heerlijke productie als hommage aan wat ooit het muzikale geweten was van de arbeidersbuurten.

De jongen op de affiche, nonchalant leunend op een tuba, is in geen velden of wegen te bekennen, maar voor de rest beantwoordt En avant, marche! volkomen aan de reclamecampagne die voorafging aan de première. De voorstelling is een nostalgische ode aan het rijke en sociale leven van Vlaanderen, de parochies en wijken van de gemeenten en dorpen rond de fabrieken en mijnen van Europa.

Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw maakte Hafabra [zoals het trio harmonie, fanfare en brassband ook wel in één woord genoemd wordt] een even belangrijke rol als de jaarlijkse kerkelijke en staatse feesten van de wijken der gemeenten en dorpen rond de fabrieken en mijnen van Europa. Alle standsverschillen vielen weg. Iedereen was gelijk voor de wet van de muziek. Hafabra’s verloren hun gemeenschapsziel.

Een ouder wordende trombonespeler [Wim Opbrouck] is als eerste aanwezig op een repetitie. Tijdens het wachten dommelt hij weg en glijdt weg in de herinnering aan de gouden tijden van weleer. Wat volgt is het plukken van de bloemen, het maken van de ruiker die een brassband, harmonie of fanfare ooit was. On retourne toujours à son première amour. Is het niet in de aanloop naar een dutje, in een droom, op het sterfbed, dan is het in de toendra’s van het leven.

Zo bekeken is productie een juweel van een voorstelling. Het jammere manco is het gebrek aan een goed verhaal. De lijn, die er is, blijft flinterdun. Had die de kracht gehad, of benaderd van de films Prova d’Orchestra [1978] van Fellini of Brassed Off [1996] van Mark Herman, zou En avant, marche! een vijfsterrenproductie zijn. In zijn huidige vorm blijft het een amalgaan van herinneringen aan optredens van een vriendenclub. Bij momenten heb je nog hoogtepunten. Wanneer ze gebeuren gaat de hele groep uit de bol. Wordt de repetitie een hoogmis in een kathedraal. Mede omdat ze ongeremd ontstaan, niet op de officiële kalender der haast verplichte feestdagen staan.

Een eenvoudig maar treffend decor waarin de achterwand een belangrijke rol speelt. Niet toevallig heeft hij de kleur van de Boomse baksteen. Boom, de modelgemeente waar de kerk en de fabriek tot een kleine eeuw geleden de kransslagader en de ruggengraat van waren. Een goede vondst is tevens het gebruik van klapstoelen. Het geluid van hun openslaan lijkt op een atonale compositie waarin de metronoom het thema is. Uiteraard, Wim Opbrouck is nu eenmaal de hoofdacteur, drukt zijn karakter en kleurpalet op de voorstelling. Een andere muziekkeuze, zeker die van het eerste halfuur is, is een greep uit zijn regeerperiode. Of hij het nu bewust of onbewust gewild heeft, met deze voorstelling sluit hij de cirkel als artistiek leider. Steven Prengels heeft treffende minicomposities geschreven. Daardoor is er een sterke muzieklijn.

Frank Van Laecke, de regisseur, heeft uit zijn ervaring geput en er het beste uitgehaald. Je krijgt er wel geen kick van. Die komt er pas in het tweede deel als Alain Platel de leiding overneemt. De dansen die hij gefabriceerd heeft, zijn edelsmeedkunst. Verrassend is hoe hij in zijn dansen sociale context weet in te bouwen. Als toeschouwer zie je een haast passionele liefdesband tussen de acteurs en de muzikanten ter bruiloft gaan.

Haast voor de hand liggend is de keuze Nimrod, het negende deel van de Enigma-Variations van Edward Elgar als dragend muziekstuk van de voorstelling. Elgar leefde en componeerde op het hoogtepunt van het Britse rijk en is vooral bekend om zijn Pomp and Circumstance Marches. De negende variatie slaat op een gebeurtenis. De componist wilde stoppen met schrijven. Een vriend kon hem overhalen toch te blijven componeren, door te verwijzen naar Beethoven die ondanks zijn grote moeilijkheden prachtige muziek bleef scheppen. Ter versterking van zijn peptalk zong de vriend het tweede deel van de Pathétique-sonate van Beethoven. Zo is het ook met de geestelijke toestand waarin de muziekgroep zich bevindt. De gouden eeuw is voorbij, maar niet voor ons. Bij momenten van neerslachtigheid, zin om het allemaal op te geven, wordt het lievelingsstuk gespeeld. Het is het medicijn om door te gaan. Hoe de maatschappij ook evolueert, hij kan ons wel minimaliseren maar niet dood: ¡No pasarán! Samen met een homogene samenwerking tussen Frank Van Laecke, Alain Platel en Steven Prengels hoort dan ook een eervolle vermelding voor KMV De Leiezonen o.l.v. Diederik De Roeck. Onderhuids heeft het de boodschap van deze productie stevig versterkt.

Een prachtig sluitstuk van de nieuwe creaties van dit seizoen van het NTGent. Het mag dan geen meesterwerk zijn, En avant, marche! is een eerlijke, heerlijke productie als hommage aan wat ooit het muzikale geweten was van de arbeidersbuurten. En dat haast verloren gegane verhaal mag nog eens volop in de schijnwerpers staan. Dank je wel, NTGent.

Guido Lauwaert

EN AVANT, MARCHE! – productie NTGent en Les Ballets C de la B – www.ntgent.be, www.fransbrood.com en www.lesballetscdela.be

Smaakmaker:

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Trailer En avant, marche! from NTGent on Vimeo.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content