Guido Lauwaert

Theater: Een verrassend vrolijke les in moraalfilosofie

Guido Lauwaert Opiniemaker

‘Meneer Ibrahim en de bloemen van de Koran’ is een schot in de roos.

Wie een lesje in verdraagzaamheid wil, is de voorstelling Meneer Ibrahim en de bloemen van de Koran [***] een aanrader. Op een luchtige toon wordt de Joodse en Arabische cultuur gefileerd en gespiegeld. Veel gemeenschappelijke overeenkomsten, zo blijkt, en de Christelijke is op beide gebaseerd. Al heeft Rome de zachte kantjes eraf gehaald en de scherpe behouden. En dat is wat Theatergroep De Nieuw Amsterdam [DNA] wil zeggen, met dank aan de gelijknamige roman van Eric-Emmanuel Schmitt.

‘Toen ik elf was heb ik mijn spaarvarken kapotgeslagen en ben ik naar de hoeren gegaan’, zo begint het verhaal dat zich afspeelt in Parijs. De vader van de joodse jongen Mozes zit depressief thuis. Hij zegt geen woord, op het noodzakelijke om een huishouden te besturen na. Zijn vrouw heeft hem kort na de geboorte van de zoon verlaten. Door de koudegolf in het gezin van vader en zoon begint de zoon van de vader te stelen. Eerst door het roze spaarvarken kapot te slaan en later door blikvoer uit de winkel van de Arabier Ibrahim te stelen en het in rekening te brengen bij zijn vader.

Langzaam ontstaat een band tussen de joodse jongen en de Arabische winkelier. Nadat de vader in Marseille – ‘Waarom in Marseille? In Parijs zijn er meer sporen?’ dixit Mozes – gekozen heeft voor zelfmoord, besluit Ibrahim Mozes, intussen omgedoopt in Momo [afkorting voor Mohammed] mee te nemen op reis naar het land van de Vruchtbare Maansikkel. En zolang ze hun geheime wapen, een glimlach, inzetten, zal hun niets overkomen. Dat is het eerste wat de Arabier aan de Jood leert, de kracht van de glimlach. Eenmaal ter plekke, in een bergdorp, blijkt de Vruchtbare Maansikkel iets geheel anders te zijn dan wat Momo zich voorgesteld had. Wat precies zou zonde zijn en afbreuk doen aan de beleving van de voorstelling.

De voorstelling is vertel- en speeltheater. Richting publiek wordt vaak intiem spel onder de spelers, zonder overgang. Als kijker word je gevraagd je bliksemsnel aan te passen. Maar de snelheid is geen gevaar voor de vlotheid van de voorstelling. Integendeel. Door de wisselwerking ontstaat er een voorstelling met de allure van een klucht. Of je het nu met een uitspraak van de jood of de Arabier eens bent, de lach valt niet te onderdrukken. Die wordt mee in de hand gewerkt door een eenvoudig maar bizar decor, het soort van rommelhoekje waar iedereen nood aan heeft wanneer hij via handwerk zijn gedachten wil reinigen en opnieuw ordenen. Bij de ene is dat het tuinhuisje, bij de andere de naaikamer, bij een derde de garage, met zijn alaam en bazaar.

De versmelting van religieuze diversiteit tussen Mekka, Jeruzalem en Rome vormden de laatste 25 jaar een nieuwe cultuur. Het belichten daarvan is de core business van DNA. Op goedbedoelde kritische wijze wordt de versmelting van rassen, culturen en generaties in beeld gebracht. Het resultaat is wonderlijk wereldtoneel. Meneer Ibrahim et cetera is daar een uitermate geslaagd voorbeeld van. Het enige minpunt aan de voorstelling is de bij momenten wat al te belerende toon. Maar goed, die is nu eenmaal eigen aan de Hollandse cultuur, aan de kook gebracht door het gereformeerd denken, die dan weer gebakken zit in het protestantisme.

Ondanks die afwijking is deze productie een schot in de roos. Een wijze van multiculturele voorstelling waar Vlaamse groepen nog geen kaas van gegeten hebben. Bescheiden en toch groots, vol fantasie en bulkend van spelplezier. Je vergeet er je zorgen van morgen door en je krijgt gedurende anderhalf uur een satirische kijk op het Wilde Westen van de huidige Europese cocktailcultuur.

Guido Lauwaert

Meneer Ibrahim en de bloemen van de koran – productie DNA – met Sabri Saad el Hamus, Tim Linde en Saar Vandenberghe – Vanavond nog te zien in NTGent, bijhuis Arca en dit en volgend seizoen op reis in Nederland en Vlaanderen – www.denieuweamsterdam.nl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content