Els Van Steenberghe

Theater: Dodo Groot, HETPALEIS

Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Dimitri Leue klaagt de overdadige vleesconsumptie en gebrek aan respect voor de natuur aan.

Kip, dames en heren! Gebraden kip. Dat was het premièrehapje dat na afloop van de voorstelling Dodo Groot ( * * * ) in HETPALEIS werd geserveerd. Een creatie waarin – gaat u even rustig zitten – theatermaker Dimitri Leue een lans breekt voor de onrespectvolle houding van menig westerling tegenover dieren, in het bijzonder pluimvee en meer bepaald de uitgestorven dodo. Kip aan ’t spit serveren tijdens de receptie heeft dan een behoorlijk macaber randje.

Hap slik weg!

Dat macaber randje past perfect bij de onderliggende boodschap van Leues creatie: mensen zijn te egoïstisch, te vraatzuchtig en te weinig empathisch om zich zorgen te maken over het dierenleed. Meer zelfs: ‘De natuur is er voor de mens’, klinkt het uit de mond van de kapitein die Leue opvoert. Die kapitein zwaait de scepter op een schip dat doelloos op de zee dobbert, op zoek naar land en met een (zeer) hongerige bemanning aan boord. Wanneer er eindelijk een eiland aan de horizon verschijnt, waar ook nog eens lopende vogels – de dodo’s – rond trippelen, is het hek helemaal van de dam. De manschappen eten hun buikje rond en amuseren zich met het opjagen en uitmoorden van de vogels. Dit is Leues interpretatie van de manier waarop Nederlanders omstreeks 1600 het eiland Mauritius ontdekten en de dodo’s als voedselbron gebruikten. Met het uitsterven van de dieren tot gevolg.

In Leues stuk wordt de kapitein met verve vertolkt door Frank Focketeyn die daarbij treffend geassisteerd wordt door Matteo Simoni (als zijn generaal) en een waarlijk geweldige Nico Sturm als de aalmoezenier. Sturm bewijst nog maar eens hoe een personage tegelijkertijd hilarisch én ontroerend integer kan zijn. Wat een acteur. Sturms aalmoezenier is de enige die het opneemt voor de dodo’s. Tevergeefs.

In Dodo Groot of het land zonder ei schetst auteur en regisseur Dimitri Leue een behoorlijk droevig beeld van de mens als dom en vernielzuchtig wezen. Naar de enige met een hart, de aalmoezenier, wordt er amper geluisterd. In Dodo klein of ei zonder land vertelt Leue eenzelfde verhaal maar dan vanuit het perspectief van het dier, de dodo. In dat verhaal is er wél nog plaats voor hoop op overleving van de vogel.

Met deze ‘dubbelvoorstelling’ is Leue allerminst aan zijn proefstuk toe. In 2000 creëerde hij in HETPALEIS Zee-Majeur en Zee-Mineur, een duo waarin hij de schrijver (met writer’s block) Riaan en zijn geliefde Hella opvoert. Dit ‘duet’ leunt nog dicht aan bij hét thema waarmee Leue de theaterwereld in stuiterde: de liefde.

Nobel maar net iets te kabbelend streven

Leues eerste succesteksten (en voorstellingen) kronkelden zich met een speelse taal om de liefde en het bijhorende liefdesverdriet. Tot Leue de ware vond én vader werd. Die gebeurtenissen veranderden – verruimden – zijn wereldbeeld. Leue werd zich meer bewust van de kwetsbaarheid van de wereld en plaatst steeds meer vraagtekens bij onze vernietigende houding tegenover het milieu én de toekomstige gevolgen hiervan.

Sindsdien staat hij op de barricaden voor het milieu en tracht dit vaak op een zo inventief mogelijke manier in creaties te verwerken. Enerzijds door, bijvoorbeeld, per fiets op tournee te gaan, zoals in Don Kyoto. En die fiets te gebruiken om de elektriciteit voor het stuk op te wekken, zoals in Tegen de lamp. Anderzijds door verhalen te vertellen waarin hij jong en oud confronteert met pertinente ecologische vragen.

Dit levert nobele, integere theaterteksten en voorstellingen op die echter niet steeds de pittigheid en dramaturgische originaliteit van zijn ‘minder milieubewust’ werk bezitten. Leue is een (onder)zoeker. Nadat hij de liefde aan een inhoudelijk en vormelijk theateronderzoek onderwierp, is het nu de beurt aan dat andere belangrijke onderwerp: de omgeving waarin de liefde welig kan tieren. Dodo Groot of het land zonder ei bezit, ondanks het potige acteerwerk, een net te kabbelende en wat voorspelbare structuur waardoor het eerste deel – vóór de ontdekking van het eiland – wat uitgesponnen aanvoelt. Kortom, hier heeft Leue nog exploratiewerk voor de boeg.

Het tweede deel grijpt veel sneller naar de keel. Daar zorgen ook de muziek (gecomponeerd door Leues trouwe partner-in-crime Benjamin Boutreur) en de dans (een choreografie van Iris Bouche) voor, die in het eerste deel een nogal ‘verdoken’ rol spelen.

De apotheose van Dodo Groot voelt aan als een explosie. Het ingenieus en betoverend wit decor van scenograaf Stef Stessel en de vaalwitte kostuums van Myriam Van Gucht kleuren bloedrood. Eindelijk wordt de noodzaak van de voorstelling voelbaar: het publiek een geweten schoppen met rakende woorden, heftige scènebeelden en schelle muziek. Dan toont Leue zich weer als die kleine, lachende meester die al spelend met woorden, beelden en klanken het publiek achtereenvolgens doet gieren, doet mijmeren, laat schrikken en onthutst achterlaat. Met schoon gecomponeerde, kille gruwelbeelden op het netvlies. En de geur van gebraden gevogelte in de neus…

Els Van Steenberghe

Dodo Groot, HETPALEIS. Gezien op 17 september 2011. Meer info: www.hetpaleis.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content