Els Van Steenberghe

Theater / dans: Cherkaoui / Dawson, Het Nationale Ballet

Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Hedendaagse dans en klassiek ballet zoeken steeds meer en succesvoller toenadering tot elkaar.

Enkele weken geleden woonden we Rain (Rosas) bij in L’Opéra National de Paris. Wat een magische ervaring! Rain is een Rosasproductie uit 2001 die sinds 25 mei 2011 opgenomen is in het repertoire van L’Opéra National de Paris.

De creatie stond er niet alleen prachtig in het indrukwekkende decor van het Palais Garnier. De choreografie, op repetitieve en speciaal gecomponeerde muziek van Steve Reich, werd virtuoos uitgevoerd door de dansers van het vermaarde balletgezelschap. Samen met enkele Rosasdansers reisde Anne Teresa De Keersmaeker naar Parijs af om er de balletdansers de choreografie aan te leren. Dat de creatie werd opgenomen in het repertoire van l’ Opéra National de Paris is een teken aan de wand dat het ballet en de hedendaagse dans steeds meer toenadering zoeken tot elkaar.

Dat bewijs werd onlangs ook geleverd tijdens het Holland Festival. Toen ging in het Muziektheater Cherkaoui / Dawson ( * * * ) in première.

In Cherkaoui / Dawson creëren Sidi Larbi Cherkaoui en David Dawson nieuw werk voor Het Nationale Ballet. Die creatie toont echter ook dat die toenadering tussen ballet en hedendaagse dans moeilijk is en niet steeds rimpelloos verloopt.

Onevenwichtig Labyrinth

Zo blijkt uit Labyrinth, het luik van Cherkaoui. Daarin vertaalt hij de aantrekkingskracht tussen de seksen in een labyrintisch danspatroon. Vierentwintig dansers bewegen in donkere, iets te uitdrukkingloze kostuums van Tim van Steenbergen tussen en met elastische linten. De intieme momenten waarin slechts enkele dansers op de scène staan, overtuigen het meest. De groepsscènes zijn vaak te onevenwichtig. Precies omdat Cherkaoui hier tracht om hen niet als een homogene groep maar als een heterogene groep van individuen te ensceneren.

De Vlaams-Marokkaanse Sidi Larbi Cherkaoui leidt sinds vorig jaar zijn eigen dansgezelschap Eastman nadat hij het klappen van de zweep leerde bij (onder meer) Les Ballets C de la B en het Toneelhuis.

Een van de dingen die mij het meest aantrekken in het werken met een klassiek getraind gezelschap is de eenheid die de dansers in staat zijn te vormen. Waar ik in mijn werk met hedendaagse dansers te maken heb met sterke individuen met ieder een eigen signatuur, heb ik nu een groep dansers tot mijn beschikking die gewend is om sámen een illusie te creëren. Wat overigens niet betekent dat er geen onderscheid tussen hen is. Vergelijk het met een groep monniken: allemaal hebben ze hun eigen relatie tot God, maar toch vormen ze één gemeenschap.

Uit die groepsscènes blijkt enerzijds het verlangen van de choreograaf om de balletdansers ook in die groepsscènes veel meer als als verschillende individuen en persoonlijkheden te laten dansen. Anderzijds blijkt uit die scènes dat de dansers moeite hebben om dit verlangen volledig in te vullen.

Toch blijft Labyrinth een indrukwekkend, sfeervol ‘balletdebuut’ van Cherkaoui. Hiermee bewijst deze getalenteerde choreograaf dat zijn lyrische taal ook als gegoten zit op het ranke lichaam van balletdansers. Mogelijk groeit uit deze ontmoeting een volgende samenwerking waarin beide partijen elkaar niet meer hoeven te ontdekken en verkennen. Labyrinth geldt hierbij als een veelbelovend vertrekpunt voor een balletcreatie die even sfeervol maar net krachtiger en gebalder is. Door een grotere vertrouwdheid van de dansers met deze manier van bewegen.

Te glad timelapse/(Mnemosyne)

De Britse choreograaf David Dawson is gewiekster. Zijn op de Griekse Oudheid geïnspireerd timelapse/(Mnemosyne) is een gepolijste creatie waarin de dansers vooral kunnen pronken met hun lichaam en virtuositeit.

Dawson danste onder meer bij Het Nationale Ballet en bij William Forsythes Ballet Frankfurt. In 2000 debuteerde hij als choreograaf bij Het Nationale Ballet met A Million Kisses to my Skin. Dat hij, in tegenstelling tot Cherkaoui, niet aan zijn proefstuk toe is, blijkt uit timpelapse / (Mnemosyne). Dawson vertrekt voor deze creatie vanuit een fascinatie van de klassieke, Griekse verhalen.

Ik voel me de laatste tijd sterk aangetrokken tot hun verhalen. Kras je het bovenlaagje van de Griekse mythes weg, dan stuit je op een schat aan kennis over de mensheid. Verbind je de verhalen van Echo, Narcissus, Pandora, Apollo, Persephone, Orpheus en Eurydice met elkaar, dan zie je alle facetten van hoe mensen zijn samenkomen.

In de creatie zelf herleidt Dawson die facetten vooral tot variaties op hetzelfde thema: de liefde. In een uiterst ‘clean’ decor – dat bestaat uit hoge, witte wanden waarop te onpersoonlijke computeranimaties worden geprojecteerd – presenteert Dawson korte dansscènes. Die scènes, waaronder enkele adembenemend mooie solo’s, doen echter weinig meer dan esthetisch behagen. Dawson is een kei in het componeren van uitgepuurde, stijlvolle scènebeelden (incusief de kostuums) en elegante balletzinnen. Hiermee streelt hij het oog maar ontroert allerminst de ziel. Daarvoor snoert hij zijn dansers net te strak in een conventioneel balletkorset.

Els Van Steenberghe

Cherkaoui / Dawson, Het Nationale Ballet. Gezien op 19 juni 2011. Meer info: www.hollandfestival.nl en www.het-ballet.nl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content