Els Van Steenberghe

TAZ#2011 – Zeetheater voor de jongere mensen

Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Theater Aan Zee tracht ook kinderen en jongeren op alle (on)mogelijke manieren te prikkelen.

Het Leopoldpark (en de omliggende straten) in Oostende worden tijdens Theater Aan Zee traditioneel gebombardeerd tot dé kinderzone van het festival, in samenwerking met Mechelen Kinderstad. Naast een met olijke kleuren opgevrolijkt ‘meetingpoint’, circus- en knutselworkshops en (zéér) toegankelijke gratis voorstellingen waar de gezelligheid primeert op de artistieke kwaliteit, valt ook het betere jeugdtheaterwerk te ontdekken. Zoals Niemand weet van iemand ( * * * ) van het Gentse productiehuis 4Hoog of Averechts ( * * * ) van de Bende van de Prins.

Top secret!

Het Gentse productiehuis 4Hoog werd in 1997 opgericht door Caroline Lanoye en Raf Walschaerts (hij vormt samen met zijn broer Mich Walschaerts tot op heden het muzikale cabaretduo Kommil Foo). Het duo wilde een huis oprichten dat zich expliciet zou focussen op theater voor de allerkleinsten. Ze droomden ervan ‘een platform te creëren waar gelijkgezinde theatermakers (schrijvers, muzikanten, acteurs, regisseurs, …) konden werken en spelen’.

In 2009 nam theatermaker Frans Van der Aa de artistieke leiding van Lanoye over. Dat hij een groot hart heeft voor jonge mensen bleek nog maar eens toen we hem, net voor de opvoering van Niemand weet van iemand, gadesloegen terwijl hij de kinderen naar hun zitjes loodste. ‘Mevrouw?’, vroeg hij ongedwongen aan een verlegen meisje, ‘wenst u op deze stoel te zitten? Of liever op deze vooraan?’. Het meisje knikte en ging koket op de stoel op de eerste rij zitten. ‘Geniet van de voorstelling, mevrouw!’. Er speelde een geamuseerd glimlachje rond zijn mond.

Die voorstelling voor iedereen vanaf 9 jaar bestaat uit twee delen. Het eerste deel is een poëtisch gemonteerde documentaire van Dieter Deswarte. Hij slaagde er in om enkele kinderen op een uiterst ontspannen, fragiele en integere manier over hun diepste geheimen en gevoelens te laten vertellen. Het levert een rakend beeld op van ontplooiende mensen die de volwassenen soms met onbegrijpende ogen aanstaren als die grote mensen alweer niet begrijpen hoe belangrijk het is om een ingebeeld vriendje te hebben of heimelijk verliefd (of droevig) te zijn.

Na de documentaire volgt de voorstelling. Patricia Goemaere en Kim Hertogs bedachten en spelen het stuk. We zagen het stuk al eerder, in een klas. 4Hoog speelt de voorstelling voornamelijk in klassen. Toch bleek de opvoering die we in Oostende zagen, veel overtuigender dan de schoolversie. Theater & de (de tot turnzaal omgebouwde) black box, het blijft een perfect koppel.

Goemaere vertolkt een moeder die zot is van de zee. Meer uit heimwee dan uit liefde. Haar echtgenoot, een stoere zeeman, nam de benen en vroeg haar om voor hun dochter te zorgen. Moeder besluit levenslang te wachten op vader. En vindt dat de dochter dat ook moet doen… De voorstelling gaat evengoed over verlangen en verdriet (niet kunnen) verwerken als over geheimen koesteren (of delen).

Soms speelden beide dames hun rol van moeder en dochter net iets te melig of te aangedikt. Toch wordt Niemand weet van iemand vooral getekend door de voelbare gedrevenheid waarmee beide dames het verhaal voor en met de kinderen willen vertellen. Met dit stuk wil het duo het jonge publiek geruststellen: geheimen zijn mooi en noodzakelijk. Maar geheimen kunnen delen met je beste vrienden of met de ouders is even noodzakelijk, zo lijkt de ondertoon.

Foute keuze!

Dat pedagogische kantje bezit ook Averechts, een creatie voor iedereen vanaf 14 jaar door De Bende van de Prins. Die ‘bende’ bestaat sinds november 2008 uit auteur en acteur Pepijn Lievens, dramaturg en PR-dame Els Deventer en huisregisseur, muzikant en cabaretier Mich Walschaerts (broer van de eerder vermelde Raf Walschaerts en de andere helft van Kommil Foo).

Samen willen ze een toneelgezelschap zijn dat zich specifiek richt op tieners en voorstellingen brengt met maatschappelijke of geschiedkundige thema’s die aansluiten bij hun leefwereld.

Als er iets ontbrak tijdens de opvoering die we tijdens Theater Aan Zee bijwoonden in een – u raadt het – omgebouwde turnzaal, dan waren het de jongeren wel. Pepijn Lievens staat samen met rasacteur Wouter Bruneel op de scène. De een schriel en slank, de ander groot en potig. En elk met een guitige karakterkop. Dat het vonkt tussen die twee, is al langer bekend (van toen ze nog samenwerkten met het hilarische gezelschap Gordijnen voor Konijnen dat gevormd werd door Bruneel, Tom Vermeir en Koen De Ruyck). Maar, Averechts heeft er al een flinke tournee langs scholen op zitten en dat kruipt in een voorstelling. De energie van een zaal vol pubers is deel gaan uitmaken van de ‘dramaturgie’. Nu ze het zonder die energie moeten stellen, lijkt dat de spelers even te doen verstarren.

Samen vertellen ze het pittige levensverhaal van een goedige en moedige soldaat, Henry Tandey. De man had nog niet veel geluk in zijn wezenleven. Hij besluit zich tot een held te ontpoppen op het slagveld van Wereldoorlog I. Met succes. Hoewel. Hij redt ook het leven van een soldaat die hij beter had laten sterven… Het had de wereldgeschiedenis een drastisch andere richting uitgestuurd. Helaas.

Te kabbelend ritme

De voorstelling is niet alleen dramaturgisch maar ook scenografisch heel sober en kien opgebouwd. Daarin herken je de ervaren Walschaertshand. Ook de Kommil Foo-creaties worden gekenmerkt door een scenografische soberheid, expressiviteit en inventiviteit. Dat is hier niet anders. Enkele metalen koffers en een enorme stapel plastic speelgoedsoldaatjes vormen het perfecte decor om, naar eigen zeggen, een verhaal te brengen over ‘het maken van keuzes en hoe die soms averechts kunnen uitpakken’. In slapstickspeelstijl.

En daar, bij die stijl, knelde gisteren het schoentje. Pas halverwege de voorstelling vonden beide spelers de drive en de scherpte die al vanaf de eerste seconde van de scène had moeten spatten. Vooral Lievens leek pas dan écht op dreef te komen.

Averechts maakt zijn pedagogische belofte (thema’s aanreiken uit de leefwereld van jongeren) waar zonder in clichés te vervallen. Met die artistieke belofte (slapstickstijl) heeft dit stuk het net iets moeilijker. Slapstick zakt als een souffleetje in elkaar wanneer het niet met een dravend ritme wordt gespeeld. Dat was hier, vooral tijdens het eerste deel van de voorstelling, jammer genoeg aan de hand. Er werd te weinig gespurt en gevlamd op de scène en te veel in het rond ‘getrappeld’.

Desondanks grijpt Averechts gaandeweg wél naar de keel. Wanneer het ritme echt vaart krijgt, wanneer de metatheatrale grapjes echt werken en wanneer zowel Bruneel als uiteindelijk ook Lievens een subtiel evenwicht vinden tussen hilariteit (slapstick) en tragiek. Daardoor snoert het ingetogen eindbeeld – de potige Henry Tandey kijkt, gezeten op het monument dat hem lauwert, als een gebroken, ontnuchterd man de coulissen in – de keel toe.

Dat verstilde beeld had echter nog een grotere impact gehad wanneer de voorgaande scènes aan een hilarische rotvaart over de planken hadden gedenderd. Dan zou het averechtse gevolg van een goedbedoelde maar o zo verkeerde keuze pas echt als een mokerslag inslaan.

Kortom, Averechts blijkt de ideale schoolvoorstelling want heeft (voorlopig) het doelpubliek – die averechtse pubers en hun stuiterende energie – nodig om te kunnen scoren als volbloed slapstickstuk met vlijmscherp maatschappijkritisch randje.

Els Van Steenberghe

INFO: WWW.4HOOG.BE EN WWW.BIS-PRODUKTIES.BE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content