Opera: L’elisir d’amore van De Munt is krols en schoon, niets meer

Olga Peretyatko (Adina), Aris Argiris (Belcore) © Karl en Monika Forster
Guido Lauwaert
Guido Lauwaert Opiniemaker

Het nieuwe seizoen van De Munt is extra muros wegens instortingsgevaar van de vaste stek op het Brusselse Muntplein. Als openingsproductie werd gekozen voor een opera van Donizetti: L’elisir d’amore.

Het nieuwe seizoen van De Munt is extra muros wegens instortingsgevaar van de vaste stek op het Brusselse Muntplein. Als openingsproductie werd gekozen voor een opera van Donizetti. L’elisir d’amore torst de puurheid van de belcanto, letterlijk: mooi gezang. Aan klankschoonheid daarom geen gebrek en de regie paste zich aan door te focussen op beeldschoonheid. Het Koninklijk Circus is de ideale locatie Maar ruimte, klank en beeld maken van een kip geen vogel, al hoort hij thuis in het rek Gevogelte.

De Italiaanse componist Gaetano Donizetti [1797-1848] was de opvolger van Rossini en met Bellini de beroemdste voorganger van Verdi. Een tussenpaus die niet tussen de plooien viel, al scheelde het niet veel. Als arme geboren wilde hij als rijke sterven. Met als gevolg een overproductie met veel waggelende, nog meer gebrekkige en enkele gezonde opera’s. Pas vanuit Rome naar Parijs verhuisd begon het geld te stromen. De doorbraak kwam er met L’elisir d’amore [1832]. Een opera met hupse muziek, krolse romantiek en kluchtige dialogen, daar lust Parijs door de eeuwen heen wel pap van.

Het oerverhaal…

speelt zich af in de 19de eeuw en de plaats is een klein Italiaans dorp. De arme boer Nemorino is verliefd op de schone landeigenaresse Adina. De vrouw veegt zijn smachtende verlangens van haar mouw en heeft het meer voor de aldaar gestationeerde militair, sergeant Belcore. Zoals dat tot halverwege de twintigste eeuw de gewoonte was, is er op de markt een stand van de wonderdokter Dulcamara. Om de maand verkoopt hij wat anders, en uiteraard telkens de uitvinding van de eeuw. Ten tijde van de verliefdheid is het een liefdeselixir die op zijn plooitafel ligt. Nemorino trapt in de val, koopt een flesje. Helaas, het drankje, een zuur landwijntje, heeft het omgekeerde effect. Nemorino begint op de zenuwen te werken van Adina én Belcore… én alle dorpsbewoners.

Tot de bevolking verneemt via het roddelcircuit dat een oom van Nemorino gestorven is op een berg geld. Alle meisjes zijn meteen op verliefd op hem. Maar Nemorino heeft een dag voordien in ruil voor dertig zilverlingen zijn huid verkocht aan het leger, bij monde van Belcore. Adina is gepakt van Nemorino’s geste en zowaar, een traan. Hij is het begin van de wederzijdse verliefdheid. Belcore kan inpakken en Dulcamara wordt gearresteerd wegens flessentrekkerij.

Het hedendaags verhaal…

is identiek aan de oerversie, met dien verstande dat regisseur Damiano Michieletto het dorp heeft verlaten en koos voor de kust. Op een overvol strand baat Adina een bar uit met de originele titel ADINA BAR. Een goudmijn. Nemorino is een strandwerker die de ene dag ligstoelen verhuurt en de andere dag waterfietsen. Het barmeisje verkoopt frisdrank en ijscrème, want Adina heeft het te druk met paraderen om een handje toe te steken. Dulcarama verkoopt pepmiddelen voor de spier en de stier in de man. Belcore blijft de gestationeerde sergeant.

Het verhaal zelf is niet vertimmerd, op het slot na. De sergeant heeft, in een ultieme poging om het hart te winnen van Adinda een flesje gekocht en wat zalf aan zijn bast gesmeerd. Een koppel agenten met één drughond, doet zijn ronde op het strand en arresteert de oplichter en de sergeant. Dat de sergeant gearresteerd wordt is te danken aan een voortreffelijk spelende hond. Hij blaft als hij voor de sergeant staat [en groet bij het applaus]. Om het met Shakespeare te zeggen: All’s well that ends well.

Het concept…

is aardig maar ontbreekt verbeelding. Niets verrast. Nooit eens een duif uit een hoge hoed, die dood is omdat hij te lang in de hoed heeft gezeten. Muzikaal leider Thomas Rösner geeft de maat aan zoals een dirigent van de kiosk op de dijk, on a Sunday afternoon. Het koor van de Munt, versterkt met leden van de nieuwe kooracademie [MA Academy] zijn de zonnekloppers en leven al acterend en zingend mee met de perikelen van de solisten.

De massazang met de encadrering zijn de mooiste scènes, al moet gezegd dat de solisten er met plezier tegenaan gaan. Zowel hun zang als acteerwerk is luchtig, past bij september, op één uitzondering na: Antonio Poli als Nemorino kan wel zingen maar niet acteren. Zijn motoriek hapert. Gelukkig wordt hij voor de helft van de voorstellingen geruild voor een andere tenor.

Een luchtige productie…

maar met te korte beentjes. Wie daar niet over struikelt beleeft een heerlijke voorstelling en voelt zich niet bekocht. Van de Munt wordt echter een hoger niveau verwacht. Ligt het aan de locatie, het al muf ruikend Koninklijk Circus sinds uw verslaggever er als jongeling een dolkomische match zag van de Harlem Globetrotters?

Er is een smak geld tegenaan gegooid, maar L’elisir d’amore stijgt niet uit boven de traditionele producties van een wintercircus: revues en variétéprogramma’s.

Guido Lauwaert

L’ELISIR D’AMORE – Gaetano Donizetti – t/m 18 september in het Brusselse Koninklijk Circus – www.demunt.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content