“Ik wil mijn worsteling met postmodernisme delen” (theatermaker Rebekka De Wit)

Rebekka De Wit (1985) speelt maandagavond 10 januari haar voorstelling ‘Ik weet er te weinig van’ in het kielzog van de Antwerpse Kleppers.

In het kielzog van het theaterfestival Antwerpse Kleppers wordt voor de eerste keer de Klepperkes georganiseerd. Ronkende namen als De Tijd en SKaGeN spelen in de Bourlaschouwburg onder de verzamelnaam de Antwerpse Kleppers. Maar in de Kleine Zaal van de Arenberg valt het nieuwe talent te ontdekken. Rebekka De Wit (1985) speelt er maandagavond 10 januari haar voorstelling ‘Ik weet er te weinig van’.

Theatermaker Rebekka de Wit studeerde met glans af in de richting woordkunst aan het conservatorium van Antwerpen en met haar afstudeervoorstelling won ze de Theater Aan Zee-jongerenprijs. Voor haar nieuwe voorstelling ‘Ik weet er te weinig van’ ging ze in Berlijn, Parijs, Wenen en New York op zoek naar de keerpunten in de intellectuele geschiedenis. “Als toerist en buitenstaander is het moeilijk om een heldere blik te werpen op vreemde steden”, zegt Rebekka. “Ik denk dat het de blik op je eigen wereld wel verheldert, maar niet de blik op die nieuwe, onbekende wereld. Je kunt alleen maar refereren naar wat je ziet. Ik had ook zelf constant de reflectie om in vraag te stellen wat ik nu eigenlijk zocht.”

Intelligente ontdekkingsreiziger

Dat in vraag stellen, nadenken en reflecteren doet ze een heel gesprek lang. Ze kauwt op haar woorden, denkt na en weerlegt ze, zoekt naar de juiste benamingen voor haar kronkelende gedachten. Hoeveel buikmens zit er in haar en hoeveel denker, vraag ik. Hierop denkt ze een minuut lang na. “Misschien beantwoordt dit je vraag al”, lacht ze. “Mijn eerste reflex is denken. Maar dat wil op zich niet zeggen dat ik geen buikmens ben. Het is wel een actuele vraag omdat ik denk dat het in het theater wel belangrijk is om een buikmens te zijn. Naar zo iemand kijk je graag en je voelt er ook veel bij.”

Haar natuurlijke denkreflex werd getriggerd in de opleiding woordkunst. “Dat probeer ik nu – op podium in ieder geval – wat meer los te laten”, vertelt ze. Of de opleiding haar op de wereld en de theaterwereld heeft voorbereid? “Ja, absoluut, het is best een morele school”, zegt Rebekka. “Je leert er af om trucjes te gebruiken, je leert er een zuiverheid van spreken en een reflex om na te denken. Veel mensen die van de opleiding komen hebben een goede blik op de wereld en kunnen goed kijken.” Waar ze daarentegen absoluut niet op voorbereid was, was de vertaling van haar voorstellingen naar het werkveld. “Mijn voorstellingen vallen tussen veel genres in. Dus mensen zitten soms met een soort verwachtingsprobleem. Dan voer je vier jaar gesprekken over: wat is dit nu? Maar het is natuurlijk mijn verantwoordelijkheid om ook de grenzen van het vak te maken.”

Haar werk werd al omschreven als cabaret of theater. Maar haar voorstellingen met intelligente en persoonlijke bespiegelingen op de wereld – tussen fictie en autobiografie – zijn eigenlijk geen van beide. De omschrijving van Johan Petit, meesterverteller bij het MartHa!tentatief dekt misschien het best de lading. In een persoonlijke tip voor de Antwerpse Kleppers beschrijft hij haar als een ontdekkingsreiziger die op een slimme manier de wereld induikt, een denker zonder hoogdravend te worden. “Ik vond het superfijn dat hij naar mijn voorstelling verwees”, vertelt Rebekka. “Het is een goed mens en een goede kijker. Ik was dus heel vereerd.”

De impasse van Europa

Vanavond staat ze met die voorstelling in de Arenbergschouwburg. ‘Ik weet er te weinig van’ is een onderzoek naar de impasse waar Europa zich in bevindt sinds de 20ste eeuw, naar het verlangen naar een nieuwe boodschap en het onvermogen daartoe. Rebekka reisde hiervoor naar Europese steden als Berlijn en Parijs en daarna naar New York. “New York is een heel inspirerende stad”, zegt Rebekka. “Iemand daar zei me dat hij het leven zag als een soort project om jezelf te leren kennen en verrijken. Iets typisch Amerikaans. En dat gebeurt in deze stad heel snel, er heerst een soort onmiddellijkheid.”

Ze had het onderschat, hoe de impasse na het fin de siècle nog steeds op Europa doorweegt en hoe we daarin verschillen met Amerika. “We voelen dat gewicht van de 20ste eeuw gewoon veel harder dan Amerikanen”, zegt ze. “Want zij waren de helden en wij de verliezers. We hebben alles kapot gemaakt. We hebben het niet voorkomen met alle kunst en cultuur, alle schoonheid. En dat weegt tot op vandaag door. Ik weet niet goed hoe je daaraan kan ontsnappen, het zit in je als Europeaan. Als ik naar Amerika ga, dan voel ik dat ik dat meeneem.”

Die invloed is nog heel actueel. Dat besefte ze zelf op voorhand maar ze ontdekte het pas echt door te reizen. “In eerste instantie vroeg ik mij af: is het nog een noodzaak om een soort van centrum van intelligentsia te hebben als alles wat je moet weten op het internet verkrijgbaar is? Mensen gingen vroeger naar Parijs om hun ervaringen door te geven. Op zich had ik nu dingen op YouTube kunnen vinden. Maar die gedachtegang klopt eigenlijk niet. Ik denk dat de fysieke component belangrijk is, dat we met elkaar een soort lichaam creëren. We maken er deel van uit en zijn er verantwoordelijk voor. Ik heb ontdekt dat er iets bestaat als cultuur en dat het niet, zeg maar, Manneken Pis is.”

Beweging als antwoord

Met ‘Ik weet er te weinig van’ hoopt ze deze eigen ervaringen door te geven. “Ik ben zelf super postmodern. Ik merk dat we alles doorprikken en deconstrueren. Daar worstel ik mee. Dus ik denk dat ik die worsteling wil delen.” Op zich is ze best wel moraalridderig, vertelt Rebekka, in een tijd dat dat wat ingewikkeld is. Ze wil een boodschap doorgeven op voorwaarde dat het publiek zelf kiest wat het daarmee doet. Toch kijkt ze zelf ook heel kritisch naar haar voorstelling. “Ik heb zelf ook kritiek op het project”, zegt ze. “Ik heb een eigen innerlijke agent. Maar ik wou iets doen. Ik wou een soort beweging, wat dan het tegenovergestelde is van een impasse. Het is misschien niet zo tastbaar als een eigen club of stroming oprichten, maar ik vind wel dat ik iets gedaan heb.”

Het is haar uitgangspunt bij al haar voorstellingen: zich met de wereld bemoeien zonder te strooien met algemene conclusies. “Ik vind het heel vervelend als mensen de wereld claimen, dan gaat er bij mij een onrechtvaardigheidsalarm af. Iedereen kan zeggen: dit is de wereld waarin we leven. En ik heb zo vaak het gevoel dat de mensen die zichzelf de boodschapper beschouwen van de wereld waarin we nu eenmaal leven, hem eigenlijk in het leven hebben geroepen. Ik geloof dat er zoveel kracht zit in wat we zeggen dat we dat eigenlijk nooit zomaar kunnen doen. En als we zeggen: ‘dit is de wereld ‘dat hij daar ook door verandert.”

Met ‘Ik weet er te weinig van’ wil ze geen visie doordrukken maar haar eigen blik tonen. Die blik spreekt vaak van een grote verbeelding en verwondering. Hoe belangrijk vindt ze het om onbevangen naar de wereld te kijken, vraag ik haar. En daar is haar denkreflex weer. Ze proeft het woord ‘onbevangen’, schrijft het op, denkt na. “Onbevangenheid impliceert een soort neutraalheid en ik denk wel dat ik een agenda heb. Ik ben dus niet altijd helemaal onbevangen. Maar om tegen het claimen van de wereld in te gaan, vind ik het wel belangrijk om zo te blijven kijken naar de dingen. En misschien is het wel een spier die je kunt trainen.” (MM)

‘Ik weet er te weinig van’ is op 10 januari te zien in de Arenbergschouwburg en tourt daarna langs verschillende plaatsen in Antwerpen en deze zomer op Theater Aan Zee.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content