Ensemble Leporello toont dat ‘Wachten op Godot’ verre van saai of onbegrijpelijk absurd is

Jonas Van Thielen en Karel Cremers © Saen Sunderland
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Samuel Beckett schreef Wachten op Godot in 1953. Het stuk werd en wordt amper opgevoerd, mede door de uitermate strikte opvoeringsregels. Werkelijk geen letter mag je aan de tekst veranderen. Regisseur Dirk Opstaele ging de uitdaging toch aan. Met succes.

The Play = Wachten op Godot

Gezelschap = Ensemble Leporello

In een zin = Deze Wachten op Godot is een vermakelijke kennismaking met een stuk dat minder absurd blijkt dan gedacht én de voorstelling toont de kracht van Dirk Opstaeles regiestijl: die beweeglijke, niet van humor gespeende stijl pompt leven in stukken die de zwaarte in zich dragen.

Hoogtepunt = De scène waarin Pozzo zijn knecht Lucky ontstellend vernedert, gezeten op een laddertje. Estragon en Vladimir kijken onthutst toe. Het publiek ook. Intussen twijfelen Estragon en Vladimir of ze Lucky zullen helpen of toch maar zijn eten zullen opeten nu de sukkelaar uitgeteld op de grond ligt. Dat is het moment waarop je beseft dat Beckett de absurdheid van de mens haarfijn vat in dit stuk. Wachten op Godot is wachten op beterschap van de wereld, van de mens.

Quote =

POZZO: ‘Ik slaag er maar niet in om te vertrekken.’

ESTRAGON: ‘Dat is het leven.’

Meer info: http://www.leporello.brussels/nl/ensemble-leporello

Echt enthousiast maakt regisseur Dirk Opstaele het publiek niet wanneer hij net voor aanvang even op de scène stapt en vertelt hoe dit absurde stuk een beproeving voor de acteurs en het publiek zal worden wegens geen plot, geen verhaal, geen climax gedurende de komende 150 minuten… De wenkbrauwen fronsen, hier en daar klinkt een zucht en er wordt veelbetekenend naar mekaar gekeken.

Luttele seconden later komt Karel Cremers op als Estragon (‘Gogo’ voor de maten), de zwerver die samen met Vladimir (‘Didi’ voor de vrienden) al dagen- en nachtenlang op een zekere Godot wacht. Zo ook de dag waarop het stuk start. Cremers verdiende zijn sporen bij Circus Ronaldo en stond de afgelopen jaren ook op de planken in Ensor van Compagnie Cecilia. Maar het is vooral in deze Wachten op Godot dat hij imponeert als acteur. Hij zet zijn lage basstem en Gentse tongval subtiel in om Becketts woorden van diepgang, emotie en zinvolheid te voorzien. Gevolg: hij laat de achterdocht tegenover het stuk al tijdens de eerste scène smelten als sneeuw voor de zon. Deze Estragon heeft eelt op zijn gebarsten ziel, draagt het hart op de tong en levensgroot verdriet in de ogen. Gelukkig is zijn levenswandel droogkomisch. Met deze man wil je met graagte 150 minuten wachten. Tijdens die eerste hilarische scène – Cremers zit op een doosje, het lijkt een kooitje, vlakbij het publiek en tracht de aan zijn voeten gegroeide schoenen uit te trekken… – blijkt al meteen wat de man zijn meest vervelende probleem in het leven is: hij doet zijn knellende schoenen niet graag uit…

Deze versie van Becketts u003cemu003eWachten op Godotu003c/emu003eis een vinnig en komisch gespeeld maar zuur portret van het leven: wachten op beterschap, op respect, op zachtheid en op warmte.

Zijn kompaan Vladimir wordt vertolkt door Gordon Wilson. Hij is een oudgediende van Ensemble Leporello dat al jarenlang bekendstaat om zijn uiterst fysieke, noem het gerust mimeachtige, speelstijl. Die speelstijl zit hem als gegoten maar het personage Vladimir schuurt. Het duurt even alvorens hij een naturel vindt in zijn spel. Vladimir en Estragon blijken vrienden voor het leven. Mensen die elkaar nodig hebben om de hardheid van dat bestaan aan te kunnen. Samen filosoferen en brallen ze die hardheid zacht. Ergens in het stuk klinkt dat ze al vijftig jaar vrienden zijn. Of ze dan ook al vijftig jaar wachten op Godot wordt nergens duidelijk. Dat hoeft ook niet.

Verstrooiing tijdens het wachten brengen de ’toevallige’ passant Pozzo (een ijzersterke Jonas Van Thielen) en zijn knecht Lucky (Geert Vermeulen in geweldige doen). Van Thielen geeft zijn Pozzo iets onthutsend despotisch en karikaturaals zonder ongeloofwaardig te worden. Vermeulen speelt Lucky als de vleesgeworden vernedering. Hij draagt een lange zwarte, lederen jas, confituurpotbrillenglazen, een leiband rond de hals, een koffertje met metaal en een picknickmandje. Hij is een klingelende klaagstoet op z’n eentje. Pozzo behandelt zijn knecht als een hond die elk moment kan bijten. Zo schrijnend én zo grappig.

Gaandeweg besef je dat Becketts Wachten op Godot een vinnig en komisch gespeeld maar zuur portret van het leven is: het is wachten op beterschap, op respect, op zachtheid en op warmte. Dirk Opstaele zet zijn geliefde bewegende beelden in om het geheel kleur en humor te geven. Paradoxaal genoeg zijn het die georkestreerde stommelscènes die soms wat stroef wat nog te veel als uitgedachte choreografie en te weinig als spontane chaos ogen. Ze zijn nog te technisch uitgevoerd om te raken.

Deze enscenering van Wachten op Godot – die overigens in de Predikherenkerk in première ging, maar veel wordt met die prachtige locatie jammer genoeg niet gedaan – is een vermakelijke kennismaking met een stuk dat verre van absurd blijkt (of toch niet absurder dan het leven zelf) en na meer dan zestig jaar nog steeds haarfijn en met zotte flair de zwakte van de mensheid (de goesting om te vernederen) én de kracht van die mensheid (de goesting om elkaar te helpen en met zichzelf te lachen) toont. Tevens toont dit stuk hoe Dirk Opstaeles eigengereide regiestijl frisheid en dynamiek kan toevoegen aan (repertoire)stukken die de dreiging van zwaarte en saaiheid in zich dragen. Een te koesteren stijl die anno 2016 een nieuwe adem lijkt te vinden, deels dankzij de zielsverwanten uit de bloeiende circussector.

Els Van Steenberghe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content