Waarom alle oude muziekcoryfeeën plots hun kluizen uitkuisen

Cliff Richard © .
Geert Zagers
Geert Zagers Journalist bij Knack Focus

The Beatles, Bob Dylan, The Beach Boys, Pink Floyd en alle groten van de jaren zestig zijn in ijltempo hun onuitgegeven restjes aan het uitbrengen. Een stukje Europese wetgeving uit 2011 zit daar voor veel tussen.

Het ziet er misschien anders uit wanneer u naar de letter b in het platenrek van uw vader kijkt, maar The Beatles zijn altijd notoir terughoudend geweest in het vrijgeven van liveversies, bootlegs en alternatieve takes van hun werk. Sessions, een compilatiealbum met onuitgegeven materiaal, stuitte in 1985 op een veto van de toen nog levende Beatles. De driedelige Anthology deed er vijfentwintig jaar over om goedgekeurd te worden. Live at the BBC kwam er pas dertig jaar na hun passage bij de Britse openbare omroep. Let It Be, een documentaire over de opnames van de gelijknamige plaat, wacht al 47 jaar op een dvd-release. En dat is niet uit gebrek aan interesse. Wat destijds niet goed genoeg was om het daglicht te zien, is dat enkele decennia later nog altijd niet, zo luidde altijd de logica van de nog levende Beatles. Een logica die niet alleen perfect steek hield, maar ook hoogst lovenswaardig was.

Wat het des te vreemder maakt dat ze die nu compleet overboord gegooid hebben.

Volgende week verschijnt de verjaardagseditie van Sgt Pepper’s Lonely Hearts Club Band, dat op 1 juni exact vijftig jaar oud is. De boxset zal, behalve een geremasterde versie van de originele plaat, maar liefst 34 onuitgegeven opnames bevatten. Waaronder: een versie van With a Little Help from My Friends met een valse start, een opname van Lucy in the Sky with Diamonds waarin The Beatles door de outro praten en vijf verschillende takes van Strawberry Fields Forever én A Day in the Life. Waren de kluizen van The Beatles ooit grondig vergrendeld, dan staan ze dezer dagen wijd open. De logische vraag: wie of wat heeft Paul McCartney en Ringo Starr overtuigd om Ali Baba te gaan?

The Beatles, Bob Dylan en veel van hun generatiegenoten brengen hun overschotjes uit. Dylan is tenminste eerlijk over waarom hij dat doet.
The Beatles, Bob Dylan en veel van hun generatiegenoten brengen hun overschotjes uit. Dylan is tenminste eerlijk over waarom hij dat doet.

Wel: Cliff Richard, zo blijkt.

Of liever: Cliff Richard, Cliff Richards pensioenfonds en een stukje wetgeving van de Europese Unie.

***

Om te snappen hoe dat gekomen is, moet u iets van de recente geschiedenis van het Europees copyright kennen. Ruwweg zijn er twee belangrijke vormen van copyright in de muziekwereld. Er is het auteursrecht, dat de rechten van de schrijver van een nummer – niet de opname – beschermt tot zeventig jaar na zijn of haar dood. In Beatles-termen: het auteursrecht op Imagine van John Lennon zal pas in 2050 vervallen; dat op het door George Harrison geschreven While My Guitar Gently Weeps geldt nog tot 2071; de McCartney-songs zijn minstens tot 2087 beschermd.

Daarnaast zijn er de zogenaamde naburige rechten, die de uitvoerder van een opname beschermen. Dat kan de auteur van het nummer zijn, maar dat hoeft niet. Mocht u morgen een cover willen uitbrengen van Ob-La-Di, Ob-La-Da – iets wat wij, voor alle duidelijkheid, niet stimuleren – dan krijgt u geen auteursrecht, maar geniet u wel bescherming als uitvoerder van de opname. Naburige rechten slaan niet op een nummer an sich, maar op een specifieke opname van een nummer. Traditioneel golden die uitvoerdersrechten vijftig jaar in Europa, een stuk minder lang dan het auteursrecht dus.

Tot Cliff Richard een jaar of tien geleden ontdekte dat hij zijn pensioen dreigde te verliezen. Living Doll, Richards grootste hit (samen met The Drifters), dateert van 1959, wat betekende dat de opname onder de toenmalige wetgeving tot het publieke domein zou behoren na 2009. Tegelijk zou Richard, die zelf nauwelijks nummers geschreven heeft en dus hoofdzakelijk op zijn naburige rechten teerde, jaar na jaar meer rechten op zijn muziek zien vervallen. Samen met artiesten als Paul McCartney, Shirley Bassey, Roger Daltrey, Bob Geldof en Vera Lynn zette hij een Europese campagne op om het copyright voor uitvoerders te verlengen tot 95 jaar – de bescherming zoals die in de VS gold. Het probleem stelde zich namelijk niet alleen voor Cliff Richard: ook de platen van The Beatles en The Rolling Stones dreigden vanaf 2013 in het publieke domein te belanden. De EU ging akkoord: vanaf 2013 zou ‘Cliffs wet’, zoals de aanpassing genoemd werd, de naburige rechten verlengen tot 70 jaar.

Klein dingetje: de EU had nog een bijkomende clausule opgenomen in Cliffs wet. De verlenging gold namelijk niet voor alle opnames, maar enkel voor die opnames die publiekelijk beschikbaar waren. Lees: de opnames die een release hadden gekregen. Dat werd de use it or lose it-clausule gedoopt – al had de 50th Anniversary Special Edition-wet ook gekund. Alle muzikale opnames die niet uitgebracht waren, dreigden voortaan na vijftig jaar in het publieke domein te belanden.

Ooit waren de kluizen van The Beatles grondig vergrendeld. Wie of wat heeft Paul McCartney en Ringo Starr overtuigd om Ali Baba te gaan? Wel: Cliff Richard

***

Precies die clausule zorgt sinds 2011 voor enige paniek in de muziekwereld. Elke nooit uitgebrachte liveversie, opnametake, bootleg en rarity heeft voortaan een houdbaarheidsdatum. Alle labels en artiesten – in het bijzonder degenen met grote successen in de vroege jaren zestig – zijn dan ook in een razend tempo aan het pogen hun nooit gebruikte nummers te releasen en zo twintig jaar extra te beschermen. Om u een idee te geven: op 30 december 2016 lanceerde Motown het compilatiealbum Motown Unreleased: 1966, twee dagen voor het copyright op de 80 nummers zou vervallen in de EU. Diezelfde maand verschenen bij Capitol Records twee liveconcerten van The Beach Boys uit 1966 en kwam Pink Floyd met het 27-delige en 500 dollar kostende The Early Years 1965-1972 op de proppen, het vervolg op 1965: Their First Recordings van een jaar eerder.

Sinds een jaar of drie zijn dat soort releases een standaardpraktijk in de maand december. Waarbij labels niet zelden de juridische vereisten om van een release te gewagen aftasten. Zo brachten The Beatles eind 2013 zonder enige promo Bootleg Recordings 1963 uit, een verzamelaar van 59 nooit uitgebrachte nummers, die welgeteld drie uur op iTunes stond – net lang genoeg om juridisch als ‘publiekelijk beschikbaar’ te tellen. De eerlijkste artiest op dat vlak is Bob Dylan, die sinds 2012 elk jaar een nieuwe The 50th Anniversary Collection uitbrengt, op 100 exemplaren en zonder noemenswaardige hoes. Ondertitel: The Copyright Extension Collection.

Uiteraard zijn die ondertussen collector’s items.

Het neveneffect van de clausule is dan ook dat artiesten gedwongen worden om hun kluizen leeg te maken. Deels om er nog geld aan te verdienen. Deels om de rechten te verlengen zodat ze er later nog mee kunnen verdienen. Maar het voornaamste doel lijkt te zijn: vermijden dat ánderen er geld mee verdienen. Want dat is wel degelijk een risico. Door een euvel bij de implementatie van Cliffs wet kwam Love Me Do, de eerste single van The Beatles uit 1962, in 2013 enkele maanden in het publieke domein terecht, ruimschoots voldoende voor twee kleine Europese labels om de single opnieuw uit te brengen voor eigen profijt – zonder toestemming van de nog levende Beatles of hun label. Mochten The Beatles hun kluizen gesloten blijven houden, dan zou tegen 2021 hun volledige onuitgebrachte archieven dezelfde publieke weg opgaan.

Waarom alle oude muziekcoryfeeën plots hun kluizen uitkuisen

Het zijn dus niet alleen de 34 extra tracks bij Sgt Pepper’s. Als straks de rechten op de opnamesessies van Let It Be dreigen te vervallen – ze hebben nog tot 2020 – zal ook daar een mouw aan gepast worden. Dat die opnames destijds niet goed genoeg waren om het daglicht te zien, is geen argument meer. En dat geldt voor alle groten van de jaren zestig. Wil Pink Floyd niet dat iemand aan de haal gaat met het nooit uitgebrachte Households Objects uit 1973 – het moment van totale waanzin waarin ze muziek besloten te maken met glazen en tafels – dan zullen ze het straks zelf moeten uitbrengen. Willen de erven van Leonard Cohen niet dat een of andere bootlegger straks geld verdient aan de kwalitatief matige opnames van zijn legendarische concert in Leeds in 1970, dan hebben ze nog tot 2021 om het zelf te releasen. Met dank aan een clausule in de copyrightwetgeving van de Europese Unie gaat de hele back catalogue van de jaren zestig en zeventig de komende jaren openbaar gemaakt worden.

Een bescheiden voorspelling: er gaan nog héél veel 50th Anniversary Editions volgen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content