Tomorrowland knows its history

In de loop van de laatste jaren zijn wij zo stilaan guerilladansers geworden: op voorhand vissen we bij de organisator uit wanneer de deejay van onze keuze de decks zal beroeren, en op dat exacte tijdstip duiken we dan een uur of twee, drie de desbetreffende club in, alvorens weer te verdwijnen.

In de loop van de laatste jaren zijn wij zo stilaan guerilladansers geworden: op voorhand vissen we bij de organisator uit wanneer de deejay van onze keuze de decks zal beroeren, en op dat exacte tijdstip duiken we dan een uur of twee, drie de desbetreffende club in, alvorens weer te verdwijnen. Met deze uiterst lamlendige techniek komt men op Tomorrowland echter niet weg: de organisatoren hadden namelijk vrolijk de hele dag volgepropt met vinylveteranen waarvoor wij al eens in onze auto durven springen.

Wij begonnen onze verkenningstocht op het strand van Café d’Anvers, waar de fine fleur van het Duitse Cocoonlabel de eerste enthousiastelingen vergastte op de kenmerkende subtiele, smaakvolle house waarop ze een patent hebben. De charmante Cassy liet met een schalkse glimlach (of, tijdens het mixen, bijtend op haar onderliep) horen waaraan men zich mag verwachten als men de Cocoon-club op Ibiza aandoet: ze kruidde haar knapperige house met zonnige vocals zonder zich ook maar één keer te bezondigen aan de euforische eurodance die de rest van het eiland jaarlijks overspoelt (en die ook op Tomorrowland aan menig luidspreker ontsprong).

Vervolgens verscheen de laconieke Chileen Ricardo Villalobos een uur te laat op de afspraak, om ons met zijn zoontje op de arm nog een uur lang te laden sudderen in de pruttelende microhouse waarmee hij naam en faam verwierf. Dat lieten de toestromende danslustigen niet aan hun hart komen: bij elke minuscule koerswijziging zorgde de aanzwellende publieksrespons voor een welgekomen break, tot de flarden stem en melodie talrijker en de grooves meeslepender werden.

Hoewel nogal wat doorgewinterde technofans nog altijd hun neus ophalen voor het laagdrempelige massaspektakel konden ook zij op het uitgestrekte terrein van De Schorre in Boom een pracht van een parcours uitstippelen. Zo werd er zaterdag een tent uitgebaat door de organisatoren van de Kozzmozzparty’s, en die hadden voor de gelegenheid een lijnvliegtuig ingelegd vanuit Detroit: headliner was de legendarische Derrick May, en daarvoor stonden al grootheden als Robert Hood, Carl Craig en Jeff Mills op het programma – wat wil een mens nog meer?

Wat meer enthousiasme, zouden we zeggen: zowel het publiek, dat op Tomorrowland toch duidelijk voornamelijk bestaat uit mensen met wat populairdere voorkeuren, als de deejays, die zo in de late namiddag leken te worstelen met hun bioritme, hielden zich wat meer op de vlakte dan we gehoopt hadden. Verder bleken de veteranen elkaar ook niet naar nieuwe hoogten te stuwen: meer dan een beleefde handdruk kon er helaas niet af.

Robert Hood leek te weten wat er zich elders op het terrein afspeelde en spijsde zijn set met opvallend veel flitsende geluidseffecten. Ook Carl Craig kwam wat minder subtiel uit de hoek dan we van hem gewoon zijn, maar hij leek zich geweldig te amuseren met zijn DJ-partner, de Brit Radio Slave, en dat leverde een strakkere, ambitieuzere set op met minder anthems maar meer vaart dan anders. Jeff Mills tot slot putte dit keer meer sonische inspiratie uit de herrie die men kan produceren met een bak bestek en een collectie keukengerei dan uit het verdragende gebonk van de industriële scheepsbouw en had daardoor minder impact dan op Les TransArdentes eerder dit jaar. We hebben ze alledrie al beter gezien, maar dit was niettemin een fantastische namiddag.

Afsluiten deden we in de met honderden discobolletjes behangen M_nustent, waar opperhoofd Richie Hawtin (ook al een product van de Detroit-scene) zich een waardige headliner toonde. Door de oplichtende achterwand zagen we alleen maar een schim die zo nu en dan zijn hoofdtelefoon verzette, maar wat hij uit zijn laptop toverde was geniaal in al zijn aanstekelijke eenvoud: geen enkele keer weerklonk er meer dan het absoluut noodzakelijke, en toch kon er zonder ophouden uitgelaten gedanst worden en werden er zelfs nu en dan riedeltjes meegezongen. We kunnen alleen maar hopen dat een aantal van de klaarblijkelijke supersterren die we de andere podia hoorden teisteren toch eens even hun hoofd hebben binnengestoken: hier konden ze wat van leren.

Laten we het daarbij echter houden qua gepreek over de mindere goden, want eigenlijk heeft het geen enkel belang dat er op Tomorrowland ook heel wat acts stonden die ons koud lieten: het festival heeft voor elk wat wils, en zelfs guerilladansers als wij konden er de hele dag dansen op de tonen van de deejays van hun dromen. Wedden dat ze die laatste zin tegen volgend jaar in een kanjer van een Engelstalige slogan hebben gegoten?

Tim Vernimmen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content