Sonic City, dag 1: De schildpad en de haas

Kate Tempest © Francois Berland // FBER.BE
Joshua Migneau

Ergens tussen een zorgeloze zomer en een onherbergzame winter bevindt zich Sonic City, het Kortrijkse indoorfestival voor de muzikale fijnproever. Op dag één lieten een overrompelende Mykki Blanco en Kate Tempest de nochtans elegante afsluiter Tortoise achter zich.

Het is geen toeval dat Sonic City in het midden van de herfst plaatsvindt. Zonnige momenten duren er niet lang, en wanneer de muziek donker wordt, dan kan het héél koud worden. Op de eerste festivaldag had elke band wel iets vergankelijks in zich. Pop gedrenkt in schreeuwerige feedback. Hiphop die even aanstekelijk als stekelig is. Dansbare elektronica met overspannen zenuwen. Zelfs tussen de optredens door knalde de huis-dj undergroundfavorieten van Death Grips, King Krule en Four Tet door de speakers.

Dat afgebladerde gevoel begrepen de Britse postpunkers van Savages, die de bijzonder gevarieerde line-up van deze negende editie opstelden, zeer goed. Pas op de tweede en afsluitende festivaldag komen ze zich als live-act bewijzen, maar als curatoren zijn ze voorlopig met grote onderscheiding geslaagd.

Nooit genoeg

Op een ontdekkingsfestival als Sonic City hoop je op ruwe diamanten zoals Jessy Lanza. Haar stem was lieflijk, en met die fluffy rode band in haar haar, zag ze er ook zo uit. Maar de muziek kroop onder de huid. Neem nu Never Enough van haar uitstekende tweede langspeler Oh No (2016). Met die New Order-achtige basdrum en glossy beats had dat een hit kunnen worden. Maar Lanza laat de instrumentatie kriebelen en haar stem echoën. We keken meermaals schichtig in het rond, zo zeker waren we dat er iemand in ons oor aan het fluisteren was. “I give it all, but it’s never enough,” zingt ze nog. En ze had dit keer gelijk: wegens een technische storing werd ze gedwongen vroegtijdig het podium te verlaten. We troosten ons met de gedachte dat, na het zien van deze boeiende set, dit niet het laatste bezoek van de Canadese aan België zal zijn.

Jessy Lanza
Jessy Lanza© Francois Berland // FBER.BE

Hiphop met gouden lippen

“Wat is het verschil tussen Mykki Blanco en Michael David Quattlebaum?” vroeg Kurt Overbergh, artistiek directeur van de AB, in een publieke interviewsessie in een zaal tegenover De Kreun. “Slechts de naam,” was Blanco’s antwoord. “Ik weet niet waarom velen zich zo fixeren op wie ik ben, mijn gender en seksualiteit.”

In een ideale wereld had ze gelijk en deden deze zaken er niet toe, maar vanuit de conventies van onze maatschappij is een zwarte transgender die rapt iets bijzonders. Blanco kwam het podium op met een blonde pruik, witte lange jas, en witte short aan. Haar lippen kleurden schitterend goud.

Mykki Blanco
Mykki Blanco© Francois Berland // FBER.BE

Maar haar overgave was het indrukwekkendst. Voor de banger Haze.Boogie.Life sprong ze het publiek in terwijl ze vroeg om een cirkel te vormen. Ze rapte, danste, schreeuwde, kronkelde te midden van het publiek. Twee nummers later was er opnieuw een danscirkel, maar ditmaal zonder aankondiging. Blanco baande zich een weg door de massa, en ze sloeg met haar jas om zich heen. Haar performance was ontwrichtend zoals punk dat vroeger was, tegen de maatschappelijke normen rond gender en seksualiteit in. Het optreden was misschien chaotisch, maar we zullen het niet snel vergeten.

Huisorkest

SUUNS is een al even gevestigde waarde op Sonic City als Editors op Rock Werchter. Het Canadese kwartet speelde voor een derde keer ten dans in De Kreun, en ging daarbij voor bedwelming. Hun gezichten hebben we namelijk niet gezien, hoogstens hun silhouetten die door de lichtshow werden afgetekend. In het pikkedonker werden we gehypnotiseerd door hoekige gitaarlijnen, complexe ritmes en gitzwarte synthesizers die steeds op een net iets andere manier herhaald worden. Het hoogtepunt was Translate, waarin een Beatlesque zanglijn werd ondergraven door een gitaarpartij die ons nog steeds de kriebels bezorgt.

SUUNS
SUUNS© Francois Berland // FBER.BE

Kate Storm

Het vraagt moed om als artiest je recentste album integraal te spelen. Elk nummer moet beklijven, het is onmogelijk je te verschuilen achter eerdere successen. Maar aan moed ontbreekt het Kate Tempest niet. Ze heeft een nieuw verhaal, dat ze vorige maand uitgebracht op Let Them Eat Chaos. En dat verhaal moest ze kwijt. Dus opende ze haar set met woorden, en verder stilte. “Picture a vacuum, an endless and unmoving blackness,” begon ze, met haar herkenbaar Londens accent, waarna ze dat vacuüm geleidelijk aan inkleurde. Zeven personages traden aan, de een al eenzamer dan de ander. Elk van hen kende een unieke geschiedenis van onthechting.

Kate Tempest
Kate Tempest © Francois Berland // FBER.BE

“People are dead in their droves/ But nobody noticed/ Well actually, some of them noticed/ You could tell by the emoji they posted,” zo klonk het in het hoofd van het cynische personage Esther, beschreven in single Europe Is Lost. Tempest spuwde, overwegend zonder instrumentale begeleiding. Hoewel de beats bijdroegen aan de overrompeling van haar set, was het haar intense voordracht die ons meesleepte. Op het eind van de rit trok Tempest nog haar uiteindelijke conclusies over de staat van de wereld: “Het klinkt melig, maar alleen liefde zal ons redden.”

Schildpad

Na de wervelwind die Kate Tempest heette, was het even wennen aan de elegantie van Tortoise. In de jaren 90 koos het post-rockkwintet uit Chicago voor jazz, minimalisme, dub, krautrock, en andere genres die toen als het tegenovergestelde van cool werden beschouwd. Met Millions Now Living Will Never Die (1996) en TNT (1998) bracht Tortoise instrumentale toekomstmuziek. Maar de toekomst heeft ondertussen plaatsgevonden. Dit jaar verscheen The Catastrophist, hun eerste worp in zeven jaar tijd, en dat was geen slechte, maar zeker ook geen tot de verbeelding sprekende plaat. Op Sonic City greep de band gelukkig ook gretig terug naar hun golden oldies, zoals I Set My Face To The Hillside en Eros.

Er viel verder weinig aan te merken op de set van Tortoise. Het zijn begenadigde muzikanten die methodisch te werk gingen. Er werd niet gejamd: elke compositie werd haarfijn gevolgd. Hun klanktapijten leken wel in een industriële weverij gefabriceerd. Klonk goed, maar de meerwaarde van een concert van hen ten opzichte van een cd hadden we niet helemaal begrepen. Op de afsluitende speech na misschien: “We hebben niet op Trump gestemd. Fuck racisme, fuck seksisme. Geef liefde aan iedereen die worstelt.”

De gemoedelijke Amerikaanse post-rockdinosauriërs van Tortoise en de jonge, stormachtige woorddichtster Kate Tempest uit Londen hadden dus toch iets gemeenschappelijks: de wil om van de wereld een mooiere plaats te maken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content