Rode auto’s, paarden en John Denver: hoe seks het repertoire van Prince bepaalde

Piet Van Ryckeghem: 'Prince was een artiest die nooit achterom keek.' © Kevin Mazur

Er ligt een nieuwe Prince-biografie op de plank: Dig if you will the picture van Ben Greenman. Knack Focus biedt een voorpublicatie aan: ‘Sommige van de belangrijkste nummers van Prince waren stiekem wellustig, het equivalent van kanten lingerie onder een broekpak.’

De eerste hit die Prince zong, ‘Soft and Wet’ kwam meteen ter zake: ‘Hey, lover, I got a sugarcane / that I wanna lose in you’. De rest van het nummer bleef suikerzoet: de vleierige licht funkachtige melodie, de romige falset, de twee schattige beelden waarvan de titel was afgeleid (‘soft as a lion tamed’ and ‘wet as the evening rain’). Het hele nummer was zoetigheid, en hoewel Prince de regels niet schreef – dat deed Chris Moon – legde Prince ze wel uit.

De eerste hit die Prince schreef, ‘I Wanna Be Your Lover’, maakte zijn bedoeling op nog agressievere toon duidelijk. In het eerste couplet was Prince bezorgd over de andere mannen die rond zijn vriendin cirkelden. Maar die kwetsbaarheid duurde slechts tot het refrein waarin hij koos voor de harde benadering (‘I want to turn you on, turn you out / all night long, make you shout’).

In het nummer was Prince niet zomaar een rokkenjager. Hij was niet op jacht naar meisjes; hij wilde een exclusieve relatie, hoewel misschien niet op de manier zoals zijn vriendin verwachtte. ‘I want to be the only one that makes you come’, zong hij, en voegde er een extra woord aan toe om duidelijk te maken wat hij bedoelde: ‘running’.

Aan het eind van het refrein herhaalde hij zijn bedoeling: ‘I want to be the only one you come for’, en hij rekte de zin een extra seconde langer uit om vervolgens in het tweede couplet te rollen, hetzelfde als het eerste. Zoals Miles Davis opmerkte, was het de presentatie van Prince – hertenogen en kokette falset – die hem hielp om seks zonder gevaar te verkopen. De nummers op de eerste albums, zelfs als ze schunnig waren, waren onschuldig schunnig, met snel dichtgetrokken ritsen en haastig rechtgetrokken truien. Ze hadden afkomstig kunnen zijn uit een Grease-productie, een alternatief universum.

In het nummer was Prince niet zomaar een rokkenjager. Hij was niet op jacht naar meisjes; hij wilde een exclusieve relatie, hoewel misschien niet op de manier zoals zijn vriendin verwachtte.

Maar met het derde album, Dirty Mind, werd de onderliggende tekst de echte tekst. In het titelnummer zong Prince over hoe hij met zijn meisje in ‘daddy’s car’ zat en opgewonden raakte van haar schoonheid. Maar zijn meisje was een keurig meisje dat ‘[never went] too far’. Voordat hij in haar broek kon komen, moest hij eerst in haar hoofd komen. Zijn oplossing? Hij zou voor haar een ‘dirty mind’ kopen.

Deze abstracte benadering van het probleem onthult het geheim van de vroege Prince: het smerige gebeurt in het hoofd in plaats van in de auto. De overige nummers op het album vonden die ‘mind’ onveranderd. ‘Do It All Night’ was een pingelend keyboardwijsje en Prince’ grappigste nummer uit de begintijd, een geweldig lokmiddel waarin hij liefde en genegenheid beloofde, knuffelend en kussend en alles wat het meisje maar wenste. Aan het eind, bijna als een postscriptum, pakte hij de koe weer bij de horens: ‘I wanna do it / Do it all night’.

Elders werden taboes onderzocht en vervolgens weer ter zijde gelegd: ‘When You Were Mine’ schetste een triootje en ‘Sister’ bezong de lof van incest en maakte ondertussen opmerkingen over zowel de kledingkeuze (‘she don’t wear no underwear’) als de seksuele techniek (‘blow job doesn’t mean blow’). Maar zijn vertellende kracht was het sterkst op het vier minuten durende ‘Head’, dat klinkt als een mengeling van een brief uit Penthouse Forum en een van de pikantere Canterbury Tales.

In het nummer maakt Prince een ommetje als hij een jonge vrouw ontmoet ‘on her way to be wed’. Ze is ook, zoals hij snel vaststelt, maagd. In een vlaag van iets (avontuurachtigs, laatste-daad-passie, oververhitte fantasie van de verteller?) biedt ze hem een blowjob aan. Het betekent nog steeds niet ‘blow’ en ze neemt hem onder handen: ‘Till you’re burning up’, ‘Till you get enough’, ‘Till your love is red’. Ten slotte, romantisch, spannend, geeft ze de genadeklap: ‘love you till you’re dead’.

Rode auto's, paarden en John Denver: hoe seks het repertoire van Prince bepaalde
© Robert Whitman / thelicensingproject.com

De tweede helft van het nummer laat een keurige ommekeer zien. Nadat Prince haar trouwjurk bezoedelt, ziet de maagd (wat ze nog steeds, technisch gesproken, is) af van haar huwelijk en trouwt in plaats daarvan met Prince, waarop hij de gunst uit de titel omdraait: ’till she gets enough’, ’till her love is red’. ‘Head’ blijft een van de meest gedurfde en succesvolste vroege nummers van Prince, dankzij de bizarre verbeelding en de bijdragen van anderen, onder wie Lisa Colemans emotieloze achtergrondzang en Dr. Finks sissende synthesizersolo. De recensie van Robert Christgau van het album bestond uit 140 hilarisch gecomprimeerde woorden waarin hij opmerkte dat Prince ‘een bruiloft voorkomt door de bruid oraal te bevredigen op weg naar de kerk’ en eindigt met de zin: ‘Mick Jagger zou zijn penis moeten opvouwen en naar huis gaan.’

Het controversiële werd wat minder in seksuele kwesties. Niet dat er geen seksnummers waren, ze waren alleen niet meer uitsluitend op het randje. ‘Do Me, Baby’ was een pro forma-ballad, geschreven door André Cymone (hoewel Prince de credits kreeg); ‘Sexuality’ hield zich meer bezig met de politieke dimensies van de daad en ‘Jack U Off’ was, omdat het de energie miste, zijn meest kinderlijke tekst tot dan toe. Alleen het voortstuwende ‘Private Joy’ haalde hetzelfde niveau als ‘I Wanna Be Your Lover’ (‘You’re my little lover, Orgasmatron / Only I know, only I know, baby, what turns you on’).

Prince deed er ook van alles naast: het debuutalbum van The Time, een project waarvoor hij alle nummers schreef (en alle instrumenten bespeelde) kwam enkele maanden voor ‘Controversy’ uit en eindigde met ‘The Stick’, geschreven door Prince en Lisa Coleman. Vanaf de eerste regels zijn de intenties helder: Morris Day zingt over zijn ‘stick’ en ‘get[ting] some stimulation anywhere’. Het is een handbediende versnelling, als je snapt wat dat betekent.

En iedereen begrijpt het – het nummer is zo dwingend dat het voor nauwelijks iets anders dan één uitleg vatbaar is. Aan het slot is er een onverwachte conclusie, mogelijk welwillend beschikbaar gesteld door Lisa. De vrouw komt te vroeg klaar en laat de man achter om zichzelf te bevredigen. Morris, een voormalige drummer, ‘is stuck with his stick’.

***

Maar het was allemaal slechts voorspel. In 1982 bracht Prince 1999 uit, nog altijd zijn meest buitenissige album zowel wat betreft geluid als thema’s. Seks is aanwezig op het hele album; ‘1999’ is een studie hoe je een popnummer kunt volladen met seks. Opwinding, verwachting, spel, voortplanting – het is er allemaal.

Het titelnummer van het album eindigt met een dreun, wellicht het geluid van een van de bommen die afgingen. Prince, diep in de mix, klaagde vol emotie en er was een geruis van de percussie, de eerste geluiden van ‘Little Red Corvette’. In Prince’ enorme catalogus staan honderden goede nummers, een groot aantal fantastische en een handjevol die absoluut perfect zijn. ‘Little Red Corvette’ is een van die weinige perfecte nummers, dat deel ging uitmaken van de optocht van autonummers die door de geschiedenis van rock-‘n-roll rijden: ‘Don’t Worry Baby’, ‘Mustang Sally’, ‘Paradise by the Dashboard Light’, zelfs het een jaar eerder uitgekomen ‘Pull Up to the Bumper’ van Grace Jones.

‘You had a pocket full of horses’, zegt Prince, ‘Trojans, and some of them used.’

Al in de eerste zin – ‘I guess I should have known / by the way you parked your car sideways / that it wouldn’t last’ – toonde Prince zijn meesterschap in detail en compactheid die vergelijkbaar was met Bruce Springsteen, of in dit geval Raymond Carver. De rest van het nummer ging over seks, maar op een manier die de gebruikelijke valkuilen vermeed. In veel nummers vertegenwoordigt seks het einde van de productief artistieke spanning, daardoor neigen nummers over seks uit elkaar te vallen in toespelingen en pornografie. Hier houdt Prince de spanning erin door niet alleen over het plezier te schrijven, maar over alle andere zaken waar het bij seks om gaat – de waardering van de ander, sociale mores, logistiek, dwang en gedwongen worden.

‘You had a pocket full of horses’, zegt Prince, ‘Trojans, and some of them used.’ Op het eerste gezicht lijkt dit te suggereren dat het nummer is geschreven vanuit het perspectief van een vrouw die nadenkt over een kerel die op jacht gaat, zijn zakken vol heeft met condooms en er zeker van is dat hij seks zal hebben. Maar de rest van het nummer maakt alles duidelijk: Prince zingt tegen een vrouw die zorgt voor haar eigen bescherming. Haar seksueel vroegrijpe manieren waren intimiderend – zijn hartstocht verslapte toen hij dacht aan ‘all the jockeys that were there before’, en hij voelde zich zelfs een beetje ziek. Niettemin, het was zaterdagavond; dat zorgde ervoor dat alles in orde was. ‘And you say, “Baby, have you got enough gas?”‘

Hier heeft ‘gas’ zowel een letterlijke als een figuurlijke betekenis, maar beide leiden naar hetzelfde resultaat. Als ‘gas’ libido betekende, dan was het antwoord ja en konden ze doorgaan met het vrijen (‘and leave fast’). Als ‘gas’ benzine betekende, dan zou het antwoord nee moeten zijn, en kon de verteller doen alsof ze waren gestrand bij Makeout Point.

Het beeld van de ‘little red Corvette’ in het nummer verdient een kort onderzoek. Auto’s worden vaak voorgesteld als fallisch, maar een fallische metafoor zou nooit kleinheid benadrukken. Misschien is het iets anders: een foto van een Corvette van dat moment, vanaf de voorkant gezien, ziet er bijna als een paar lippen uit. Dat zou de kleur kunnen verklaren, om maar te zwijgen van de vastberadenheid van Prince om haar ‘little red love machine’ te bedwingen.

Prince in 'Purple Rain'
Prince in ‘Purple Rain’© gf

Of misschien zijn de rondingen van de auto wel een soort symbool voor het vrouwelijke lichaam, zoals de zandlopervorm van een viool. ‘Girl’, zingt Prince als hij op het laatst zijn verlegenheid overwint, ‘you got an ass like I never seen’, om vervolgens de beeldspraak uit te rekken tot het moment van breken: ‘And the ride/ I say the ride is so smooth/ you must be a limousine.’ (De advertentie die Chevrolet na de dood van Prince naar buiten bracht, liet een rode Corvette zien met het opschrift ‘Baby, That Was Much Too Fast’, een knappe demonstratie van hoe verleidelijk de auto eruitziet en dat het absoluut geen limousine is.) Maar zelfs hier, in het meest libidineuze nummer is er een consequentie: ‘You got to slow down’, zegt Prince, ‘or you’re gonna run that body right into the ground’. Net als in een wegrace is te veel snelheid in de romantiek dodelijk.

Meteen na ‘Little Red Corvette’ kwam ‘Delerious’ met piepende keyboards die klonken als de lucht die uit de samengeknepen tuit van een ballon ontsnapt. Het was een van de ‘jump-blues-cum-rockabilly’ nummers waar Prince zo af en graag naar terugkeerde, een familielid van ‘Jack You Off’ van Controversy en van ‘Courtin’ Time’ van Emancipation. Het was ook zijn op een na beste autonummer. Opnieuw voelde hij zich machteloos in de aanwezigheid van vrouwelijke seksualiteit. Hij verloor zijn zelfbeheersing, zijn wielen blokkeerden. De uitdrukking op zijn gezicht? Dom. Hij voelde zich niet in staat om te flirten.

Uiteindelijk zoekt hij zijn toevlucht tot smeken: ‘Girl, you gotta take me for a little ride up and down / in and out and around your lake’. Net zoals in ‘The Stick’ is het overduidelijk wat Prince bedoelt en was het niet het Minnetonka Meer dat hij in gedachten had.

Het vierde nummer, ‘Let’s Pretend We’re Married’, was een fantastische, perverse kijk op een stevige neukpartij waarin Prince akkoord ging met het veinzen van huwelijksgeluk om zodoende bedgeluk te ervaren. In de tweede helft van het nummer liet hij de bedekte toespelingen geheel achterwege en verklaarde ‘I sincerely want to fuck the taste out of your mouth’. Maar zelfs op dat moment maakte hij zich zorgen over het wederzijdse genot (‘Can you relate?’) en over het volhouden van zijn geveinsde huwelijksgeluk als hij zich nu al had uitgeleverd aan een hogere macht.

Op kant twee van het album verschijnt Prince in een meestal aan transport gerelateerde mindset waar het seks betreft.

De geile reeks op 1999 eindigt met D.M.S.R. (voor ‘dance, music, sex, romance’), het enige nummer dat seks (bijna) openlijk noemt in de titel. Maar het is het minst expliciete van allemaal, een vervolg op ‘Sexuality’ waarin klaarkomen slechts een andere vorm was van vrijkomen. Kabbelend en kronkelend is het een en al bevrijding, behalve dan Lisa Colemans angstaanjagende kreet aan het eind: ‘Help me! Somebody please help me!’

Op kant twee van het album verschijnt Prince in een meestal aan transport gerelateerde mindset waar het seks betreft. ‘Lady Cab Driver’ bevat een scène van een sadistisch (en mogelijk niet met wederzijdse instemming) afspraakje in een taxi, en ‘International Lover’, met een vleugje glans, heet ons allemaal welkom aan boord van Prince International Airlines met een paar van zijn meest bijtende teksten: probeer niet te lachen als hij zegt ‘Extinguish all clothing materials’.

***

In 1984 kocht een meisje van 11 jaar in Washington DC Purple Rain. Zo op het eerste gezicht is dat geen nieuws; miljoenen kinderen deden dat. Maar dit kind had een moeder die de teksten hoorde, vooral die tegen het eind van de eerste kant, waarin een ontmoeting in een hotellobby werd beschreven tussen Prince en een vrouw die met een magazine aan het masturberen was. (Gebruikte ze het om ermee te masturberen? Hield ze het vast terwijl ze masturbeerde? Hield hij het magazine vast terwijl ze masturbeerde? Soms creëert poëtische beknoptheid alleen maar onduidelijke beelden.) Uitgerekend deze moeder had een echtgenoot die lid was van het Huis van Afgevaardigden voor Tennessee.

En dus ging Tipper Gore, de moeder van het meisje en de echtgenote van afgevaardigde Al Gore (6e District Tennessee), met haar vriendin Susan Baker, de echtgenote van de minister van Financiën, naar Capitol Hill, waar ze zich gingen bezighouden met het beschermen van kinderen tegen bedenkelijke inhoud in popmuziek. Om de kwestie te illustreren, stelde de groep – ze noemde zichzelf de Parent’s Music Resource Center (pmrc) – een lijst samen van de door hen meest gehate nummers, de ‘Filthy Fifteen’.

‘Darling Nikki’ stond op de eerste plaats. Op twee stond een ander nummer dat was geschreven door Prince, ‘Sugar Walls’ van Sheena Easton. De rest van de lijst bestond voornamelijk uit andere seksovertreders (Vanity’s ‘Strap On “Robbie Baby”‘ dat een – niet door Prince geschreven – liefdeslied was voor een vibrator, afkomstig van haar solodebuut; AC/DC’s duffe, maar onverbloemde ondubbelzinnigheid ‘Let Me Put My Love Into You’ en Madonna’s ‘Dress You Up’ waar toch echt niemand aanstoot aan had kunnen nemen), terwijl ‘We’re Not Gonna Take It’ van Twisted Sister was aangevinkt vanwege geweld en ‘Possessed’ van Venom vanwege occulte thema’s.

Rode auto's, paarden en John Denver: hoe seks het repertoire van Prince bepaalde
© REUTERS

Er kwamen hoorzittingen om de kwestie te onderzoeken, en een ongeregeld zootje [motley crew, vert] van artiesten (hoewel niemand van Mötley Crüe, waarvan ‘Bastard’ op de vijftiende plaats van de ‘Filthy Fifteen’ stond) verscheen voor de Amerikaanse Senaat: Frank Zappa, Dee Snider van Twisted Sister, Jello Biafra van de Dead Kennedys en zelfs de trouwe aanhanger van soft-rock, John Denver. Allemaal daagden ze de pmrc uit, zowel wat betreft zijn opzet als de manier waarop het centrum zijn werk uitvoerde.

Denver keerde zich tegen elke vorm van censuur en merkte op dat zijn nummer ‘Rocky Mountain High’ jarenlang het onderwerp was geweest van een misleidende kruisvaart tegen drugs. Zappa was sarcastischer: hij noemde de voorstellen van de groep ‘een slecht bedacht stuk nonsens waar kinderen op geen enkele manier profijt van hebben [maar dat] inbreuk maakt op de burgerlijke vrijheden van mensen die geen kinderen zijn’, en hij vergeleek de voorgestelde oplossingen met ‘het equivalent van het bestrijden van roos door onthoofding’.

Uiteindelijk ging de Recording Industry Association of America (RIAA) akkoord met een zichtbaar advies als algemene waarschuwing op de hoes van albums die als aanstootgevend werden beschouwd. Omdat de maatregel geen terugwerkende kracht had, kwam er op Purple Rain nooit zo’n waarschuwing. Tipper Gores puriteinse opstelling was niet alleen politiek misleidend, maar ook kritisch beperkt. ‘Darling Nikki’, het nummer dat de aanleiding vormde voor het Parental Advisory-kenmerk mag dan oppervlakkig over seks gaan, maar daaronder is het een metafoor voor populair vermaak. Prince zette zijn naam op de stippellijn, keek hoe de lichten uitgingen en was vervolgens getuige van een optreden. Wat was Nikki hem verschuldigd toen de lichten weer aangingen? Vertelde hij zijn toehoorders iets over wat hij hen al of niet verschuldigd was?

Sommige van de belangrijkste nummers van Prince waren stiekem wellustig, het equivalent van kanten lingerie onder een broekpak. ‘Raspberry Beret’ is een van zijn liefste en onschuldigste liefdesliedjes (tenzij het verwijst naar, zoals sommigen suggereren – en lees hier voorzichtig verder, want zodra je dit voor je geestesoog hebt gezien, is het nooit meer ongezien – de voorhuid van een onbesneden penis). Van alle seksnummers van Prince is ‘Erotic City’ misschien het puurste. Hoewel het nummer werd geschreven nadat Prince in april 1983 de P-Funk All-Stars in het Beverly Theatre had gezien, leunt het ook op andere invloeden; de synthesizermelodie was geïnspireerd op, niet geleend van, de Europese dancehit ‘White Horses’ van het Deense duo Laid Back.

Door met deze leenwoorden te werken, creëerde Prince een bedrieglijk eenvoudige gefloten riff, voegde Sheila E. toe als partner in het duet en bracht hun koers in kaart door een tekst die soms briljant naar zichzelf verwees (‘All of my purple life / I’ve been looking for a dame’) en soms ronduit briljant was (‘Every time I comb my hair/ thoughts of you get in my eyes’). Het nummer koppelde seks ook los van voortplanting (‘If we cannot make babies, maybe we can make some time’) en koppelde Prince’ schunnige gedachten aan onverbloemd schunnige taal (‘We can fuck until the dawn’).

‘Sex’ bevat misschien wel het minst pakkende vraag-en-antwoord in Prince’ gehele catalogus: ‘One lover? Sex! Two lovers? Death!’

In veel liveoptredens uit die tijd wordt de riff op gitaar gespeeld, waardoor de plastic kwaliteit wordt opgeofferd, die een van de grootste charmes is van het nummer. Een paar jaar later boekte Prince een retourtje naar ‘Erotic City’ voor ‘Sex’, de B-kant van ‘Batman’ met een vergelijkbaar staccato keyboarddeel. De tijden waren veranderd en nu pleitte hij voor monogamie en vertrouwen, zo lang de seks ‘[made] him shout’.

Volledig in beslag genomen door de gevaren van promiscuïteit bevatte ‘Sex’ misschien wel het minst pakkende vraag-en-antwoord in Prince’ gehele catalogus: ‘One lover? Sex! Two lovers? Death!’ Zoals meestal bij een vervolg viel het in vergelijking met het origineel tegen, hoewel het een lichtpuntje was op het debuutalbum van een Nederlandse band met de onwaarschijnlijke naam Lois Lane.

[…]

Andere songwriters hadden eerder over seks geschreven. Andere zangers hadden erover gezongen. Marvin Gaye deed het, Millie Jackson had het gedaan. Donna Summer huiverde dwars door een langdurig orgasme in ‘Love to Love You Baby’; Rod Stewart nodigde zijn vriendin uit haar vleugels te spreiden en hem binnen te laten komen. Maar niemand maakte er met zoveel enthousiasme en verbeelding jacht op als Prince. In de jaren die volgden op het verschijnen van Sign O’ the Times werd elke artiest die welk aspect van seks dan ook aan de orde stelde steevast vergeleken met Prince, of het nu Janet Jackson was of George Michael, Rihanna of R. Kelly. Toen Beyoncé ‘Blow’ uitbracht, een expliciet pro-cunnilingusnummer, leek iedereen te weten dat ze haar innerlijke Prince kanaliseerde. Het was een beetje een vage belediging voor Beyoncé, die op eigen kracht tot volwaardig artiest was uitgegroeid, maar evenzeer een bewijs hoe diep Prince ons denken over de rol van seks in de populaire muziek was binnengedrongen.

Seksualiteit was uiteraard gekoppeld aan vragen over seksuele oriëntatie. Niet die van Prince zelf, hij schijnt hetero te zijn geweest. Maar zoals David Bowie dat eerder deed, werkte hij serieus aan beeldvorming die het volledige spectrum van seksualiteit besloeg. Hij nam houdingen aan (en bereikte toonhoogtes) die traditioneel vrouwelijk waren. Hij droeg make-up, had lang haar en kwam soms het podium op in niet meer dan zwart ondergoed en dijhoge kousen.

Rode auto's, paarden en John Denver: hoe seks het repertoire van Prince bepaalde
© .

Hij drong er bij zijn fans op aan om hun lichamen vrij te laten, in ‘Sexuality’, en nog gedenkwaardiger en aantrekkelijker in ‘Controversy’, wenste hij drie elkaar snel opeenvolgende dingen: dat we allemaal naakt zouden zijn, dat er geen zwart en wit zou zijn en dat er geen regels zouden zijn. In een tijd dat de meeste Afro-Amerikaanse mannelijke artiesten goedkoop wellustig (Rick James), onverstoorbaar onschuldig (Lionel Richie) of volslagen vreemd (Michael Jackson) waren, zong Prince niet alleen eerlijk over seks, maar zong hij tegelijkertijd buitenissig over seksualiteit. Hij veroverde iedereen met zijn opvatting van plezier.

Door van perspectief en gezichtspunt te veranderen, door makkelijke antwoorden te ontmoedigen, steunde Prince veel mensen, maar hij steunde vooral de Amerikaanse homo’s. In de jaren 80 verkeerde homoseksueel Amerika in crisis: aids was begonnen de gemeenschap te vernietigen en de in de jaren ’70 in veel deelstaten geschrapte anti-homowetten (antisodomiewetten) werden in 1986 door het Hooggerechtshof opnieuw bevestigd in het Bowers versus Hardwick- arrest.

Prince liep trots voorop in de spotlights en weigerde elke vraag over zijn seksualiteit te beantwoorden. Als hij de wetten niet kon veranderen, dan kon hij (en dat deed hij ook) het dak van de bestaande opvattingen afblazen. Door slechts te bestaan als onbetwistbare macht en een niet te ontcijferen mysterie moedigde hij de mensen aan meer vragen te stellen. Het was in het bijzonder bevrijdend voor homoseksuele Afro-Amerikanen, die in het algemeen leden onder nog restrictievere ideeën over mannelijkheid.

Na het overlijden van Prince legde zanger Frank Ocean uit hoe Prince hem had geholpen om zijn eigen seksualiteit te accepteren. ‘Hij was een “straight” zwarte man die zijn eerste televisie-optreden deed in een bikinibroekje en kniehoge laarzen met hoge hakken, het was episch. Hij zorgde ervoor dat ik me prettiger voelde bij mijn idee van seksualiteit, simpel door de manier waarop hij blijk gaf van vrijheid ten opzichte van en het ontbreken van respect voor duidelijk archaïsche ideeën zoals gender-conformisme, enz. Door zijn uitingen stimuleerde hij me om gedurfder en intuïtiever om te gaan met mijn eigen werk.’

***

Prince ging genderconformisme niet altijd uit de weg. Sommige nummers waren niets anders dan de confrontatie met een obsessie (op ‘It’ van Sign O’ the Times gaf hij toe dat hij ’thinks about it, baby, all the time’), terwijl andere nummers hun gebrek aan vrijheid en hun respectloosheid compenseerden met onverbloemde energie (‘Tick, Tick, Bang’ op Graffiti Bridge was zo’n onverbloemde schop voor je ballen waarin Prince een potentiële geliefde waarschuwde dat ’there’s no telling how long I’d last / before I tick, tick, bang all over you’.

Door zijn uitingen stimuleerde hij me om gedurfder en intuïtiever om te gaan met mijn eigen werk.

Frank Ocean

Zijn laatste belangrijke seksnummer leek op een geheim afspraakje in een steegje, terwijl hij klaarkwam met zijn rug tegen een muur. Na de gemengde reacties op Under the Cherry Moon kwam een nieuwe aanval met zijn derde film Graffiti Bridge. Het was een soort vervolg op Purple Rain waarin de levens van de hoofdpersonen een paar jaar later terugkwamen: de Kid (Prince) heeft een club genaamd Glam Slam die hij samen met Morris Day (nog steeds gespeeld door Morris Day) bezit. Morris is ook eigenaar van de club Pandemonium. Morris probeert alle andere clubeigenaren eruit te werken, onder wie Mavis Staples en George Clinton. De hele film was een oefening in Sardoodledom [een melodrama met stereotypen, vert]. ‘Als een filmregisseur’, schreef John Ferguson van Radio Times, ‘blijft Prince een briljante musicus.’

Een groot deel van het probleem werd veroorzaakt door de indruk die de locatie gaf, of het gebrek daaraan; de wereld van Graffiti Bridge was slechts een fractie realistischer dan die werd beschreven in Vanilla Ice’ Cool as Ice. Meer dan de film te situeren in Minneapolis om te profiteren van de werkelijke stadssfeer, had Prince een opzichtige, levenloze filmstudio-achtige stad bedacht met de naam Seven Corners. Seven Corners was nergens, wat precies is waar de film naartoe ging.

Toen de film werd genegeerd, raakte Prince opgejaagd. Liever dan nog meer tijd te spenderen aan het verkennen van een innerlijk conflict, probeerde hij te imponeren. Er werd een auditie georganiseerd voor twee dansers, bij voorkeur een tweeling. Twee vrouwen die geen tweeling waren, Lori Elle en Robia LaMorte, werden geselecteerd en gecast als de zogenaamde woordvoerders van zijn nieuwe album Diamonds and Pearls. Diamond en Pearl vergezelden Prince als lijfwachten tijdens publieke optredens.

Het album dat bij deze publiciteitsstunten hoorde was opzichtig, zelfs van een afstand. De cover was een hologram; de muziek dook in en uit hiphopstijlen. De nummers waren beneden het gemiddelde, maar ze werden gebracht met een ongelooflijke energie. Alles was gereed voor de zelfverzekerde terugkeer naar de top van Prince en die bereikte hij. ‘Cream’, een oefening in het kunstmatig nabootsen van T. Rex, schoot omhoog in de hitlijsten. (De ‘cream’ waarover hij het had was geen zuivelproduct.) Maar het echte hoogtepunt op het album was op het laatste moment toegevoegd, zoals Lenny Waronker het zich later herinnerde:

‘De afdeling die zich bezighield met urbanpop dacht niet dat er een nummer op het album was dat op de radio kon worden gespeeld, dus ik bel hem op en hij zei: “Misschien kan ik zus en zo doen en het verbeteren.” Toen zweeg hij even en zei: “Het is een marketingprobleem. Jullie moeten het maar oplossen.” En hij hing op. Dat was op vrijdag. Op maandag krijg ik een telefoontje van hem en hij zegt: “Je hebt een nieuwe baby gekregen.” Het was een verbazingwekkende nieuwe track.’

Die nieuwe track, ‘Gett Off’, was een oprijzend orgasme dat uit verschillende verspreide bronnen bij elkaar was gebracht – een van de vele ‘Glam Slam’-remixes, de work-out van The Time/Elisa Fiorilla ‘Love Machine’, een oud nummer genaamd ‘Gett Off’- maar het was zijn eigen ding.

Het nummer opende met een ijzingwekkende kreet. Het dreunde. Het donderde. Het maakte reclame voor James Brown, grapte en grolde en bevatte zelfs een geloofwaardige rapbreak. Met een ‘dirty mind’ (’twenty-three positions in a one-night stand’), maar ook met respect voor vrouwelijke verlangens en voorkeuren (‘I’ll only call you after if you say I can’), was het nummer de thematische tegenpool van ‘Purple Rain’: hier wilde hij altijd het weekend-liefje zijn.

Het nummer hielp Prince om de verbeelding van de natie te heroveren toen hij het speelde tijdens de MTV Video Music Awards in september 1991, gekleed in een geel pak, met de achterkant eruitgesneden. De B-kant, ‘Horny Pony’, was een stevig dancenummer en een goede grap, Prince’ versie van ‘Do the Funky Chicken’ van Rufus Thomas, maar dan geiler (‘it’s the sex dance, it’s the love dance, and it’s rocking from coast to coast’). Maar ‘Gett Off’ was het monument; niet alleen een verzameling van al zijn seksuele tekens, betekenissen en symbolen tot op dat moment, maar een optelsom ervan: een volledig bevredigende climax.

Dig if you will the picture van Ben Greenman kost 25 euro en is verschenen bij Spectrum. Lezers van Knack Focus krijgen via deze link een korting van 10 procent bij aankoop van het boek.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content