Rhiannon Giddens @ Handelsbeurs: Geactualiseerde rootsmuziek met een spirituele inslag

Rhiannon Giddens © Facebook / Michael Weintrob

Ooit maakte ze deel uit van de Carolina Chocolate Drops, maar sinds T Bone Burnett haar tot zijn favoriete rootszangeres bombardeerde, gaat Rhiannon Giddens een florerende solocarrière tegemoet. Tijdens haar prachtconcert in Gent stond vooral haar cd ‘Tomorrow is My Turn’ uit 2015 centraal.

DA GIG: Rhiannon Giddens in Handelsbeurs, Gent op 20/1.

IN EEN ZIN: Giddens beschikte over voldoende vocale souplesse om zich zo goed als iedere stijl eigen te maken, kon goed overweg met banjo en fiddle en werd geruggensteund door een band die regelmatig verraste met inventieve ingrepen.

HOOGTEPUNTEN: ‘Spanish Mary’, ‘She’s Got You’, ‘Last Kind Words’, ‘Louisiana Man’, ‘Come Love Come’, ‘Up Above MY Head’…

DIEPTEPUNTEN: geen.

QUOTE: “We hebben toevallig enkele exemplaren van onze cd meegebracht. Zoals jullie weten zijn transatlantische vluchten duur. Het zou dus fijn zijn mochten jullie ons helpen onze terugtocht te bekostigen.”

Rhiannon Giddens, afkomstig uit Greensboro in North Carolina, heeft een stem als een klok: als geschoolde operazangeres heeft ze een indrukwekkend bereik. Niettemin verdiepte ze zich de voorbije jaren voornamelijk in rurale Amerikaanse muziektradities. Met Carolina Chocolate Drops, een Afro-Amerikaans gezelschap dat vooral fiddles en banjo’s in stelling bracht, nam ze vier gewaardeerde langspelers op met wat ze in de VS gemakshalve ‘old time music’ noemen.

Twee jaar geleden nam de zangeres in New York deel aan ‘Another Day, Another Time’, een folkconcert geïnspireerd door de film ‘Inside Llewyn Davis’ van de Coen Brothers, waar ze het podium deelde met goed volk als Elvis Costello, Jack White, Conor Oberst, Gillian Welch en Bob Neuwirth. Alle aanwezigen werden er weggeblazen door haar imponerende performance, zodat la Giddens vervolgens werd uitgenodigd om mee te werken aan ‘Lost in the River: The New Basement Tapes’, een project rond oude, onvoltooid gebleven songteksten van Bob Dylan die op een of andere zolder waren teruggevonden en door artiesten van vandaag werden afgewerkt en opgenomen.

Feministisch

Op haar vorig jaar verschenen, stilistisch gevarieerde soloplaat ‘Tomorrow Is My Turn’ dompelt Rhiannon Giddens zich schijnbaar moeiteloos onder in folk, blues, jazz, country en gospel. Net als Billie Holiday ziet de 38-jarige artieste van gemengde raciale afkomst zich vooral als vertolkster. Daarbij delft ze vaak obscure pareltjes op. Toch is Giddens méér dan een muzikale archeologe: ze brengt levende kunst met een uitgesproken spirituele inslag.

Haar repertoire is feministisch georiënteerd en omvat zo goed als uitsluitend songs, geschreven of gepopulariseerd door sterke vrouwen, waarvan sommige, zoals Geeshie Wiley en Elizabeth Cotten, al lang tussen de plooien van de tijd zijn verdwenen. Maar Rhiannon Giddens beschikt over voldoende vocale souplesse om zich zo goed als iedere stijl eigen te maken. Dat critici haar cd al hebben vergeleken met ‘Raising Sand’, de klassieker van Alison Krauss en Robert Plant uit 2007, is in ieder geval een groot compliment.

In de Handelsbeurs werd Giddens bijgestaan door een voortreffelijke, zo goed als volledig akoestische band, waarin banjo’s, mandolines, fiddle en contrabas de boventoon voerden en enkel de gitaren nood hadden aan elektrische stroom. De zangeres begon en eindigde haar concert met nummers uit ‘The New Basement Tapes’: archaïsche, rustieke flarden Americana zoals ‘Spanish Mary’ en ‘Duncan and Jimmy’. Het van Dolly Parton geleende ‘Don’t Let It Trouble Your Mind’ neigde naar bluegrass en het van Patsy Cline bekende ‘She’s Got You’ was een soulvolle tranentrekker die je hart in elkaar deed krimpen.

Slavernij

De set evolueerde van elegante ragtime (zie ‘Shake Sugaree’, met behendig fingerpickingwerk van de van de Chocolate Drops bekende multi-instrumentalist Hubby Jenkins) naar rauwe worksongs (het door Odetta ingegeven ‘Waterboy’), van elegische folk (het trage, maar met sinistere geluiden gelardeerde ‘Factory Girl’) tot gospel (het door Jenkins gezongen, swingende ‘Children, Go Where I Send Thee’). In ‘Last Kind Words’ speelden een welbespraakte mandoline en ongedurige gitaren de hoofdrol en het wellustige ‘Louisiana Man’, over een accordeonist die vrouwen tot waanzin drijft, beleefde in Gent zijn vuurdoop voor het publiek.

De songs behandelden zowat alle facetten van de ‘condition humaine’, maar Rhiannon Giddens toonde ook haar historische belangstelling, want om het heden te begrijpen dien je het verleden te kennen, zo vertelde ze. Het emotionele, door handclaps begeleide ‘Come Love Come’ verwees naar de donkere periode van de slavernij. Even later stortte de zangeres zich dan weer op de keltische traditie -ze is getrouwd met een Ierse muzikant- met een nummer dat ze, met verbazend gemak, in het Gaellic zong. Via het instrumentale ‘Snowden’s Gig’, waarin ze zelf viool speelde, bracht Giddens nog even de Carolina Chocolate Drops in de herinnering, maar met een bruisende cover van ‘Hit’em Up Style’, een r&b-hit van Blue Cantrell uit 2001, gaf ze aan dat ook de popwereld haar niet geheel vreemd was.

Een staande ovatie werd haar deel. Sneu dus dat er slechts één bis afkon. Het vitale ‘Up Above My Head’, een tussen gospel en rockabilly zwalkende classic van Sister Rosetta Tharpe, zette Rhiannon Giddens echter een sierlijk uitroepteken achter haar set. En zo bewees ze meteen dat traditionele rootsmuziek, mits ze op een slimme manier wordt geactualiseerd, van àlle tijden is.

Dirk Steenhaut

DE SETLIST: Spanish Mary / Don’t Let It Trouble Your Mind / She’s Got You / Shake Sugaree / Waterboy / Last Kind Words / Factory Girl / Louisiana Man / Children, Go Where I Send Thee / Come Love Come / S’iomath Rud Tha Dhít Orm/Ciamar A Ní Mi ‘N Dannsa Díreach / Snowden’s Jig (Genuine Negro Jig) / Hit’em Up Style / Duncan and Jimmy // Up Above My Head.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content