Recensie ‘Lazaretto’ (Jack White): Weinig vitaminen, veel suiker

Is dit nu een plaat of een powerpointpresentatie? Jack Whites tweede soloexcursie Lazaretto verschijnt als ‘Ultra LP’, en trekt ook muzikaal een ladekast aan foefjes open.

Jack White *** Lazaretto

rock

Third Man / XL

Wie doet Jack White wat, daar in zijn studio- en labelkoninkrijk te Nashville? Wenst hij de vinylversie van zijn nieuwe creatie uit te rusten met fratsen als hologrammen, op het centrale label afspeelbare nummers (op 45 én 78 toeren), dubbele groeven met twee verschillende intro’s voor hetzelfde nummer, of een van binnen naar buiten af te spelen kant, dan legt geen ziel hem een strobreed in de weg. Het beeld ontstaat van een knul achter de toonbank van een snoepwinkel zonder verantwoordelijke ouder in de buurt. Een kwalijke zaak, zelfs al poetst hij elke dag zijn tandjes.

Dat is dan ook de sensatie die zich af en toe manifesteert terwijl Lazaretto rondjes draait: weinig vitaminen, veel suiker. Jack White (bijna 39) trekt zich – tussen zijn zegetochten langs internationale podia door – terug in zijn bastion, buiten het bereik van goedmenende vrienden die hem bijvoorbeeld op het hart zouden drukken dat een goeie plaat begint met keuzes maken.

Voorganger Blunderbuss (2012) had de schijn van eenheid tegen, maar werkte wel als geheel. Dat is anders bij Lazaretto, en bij uitstek de titelsong. Die koppelt Whites manische zang aan een funky basloopje en verrijkt die bodem achtereenvolgens met een splijtende gitaarsolo, overstuurd lunaparklawaai én een zwierige countryviool. ‘When I say nothing, I say everything’, sneert hij. Waarna de rest van Lazaretto dus vaak net het omgekeerde bewijst.

Vooral op kant één valt geen peil te trekken, met naast Lazaretto zelf een gebruikelijke, bluesy Led Zeppelin-workout (Three Women), een feeërieke countrywandeling (Temporary Ground, een mooi duet met zangeres en bluegrassvioliste Lillie Mae Rische), het in een opgeblazen finale uitmondende Would You Fight for My Love?, en voorts de instrumentale showcase voor allerlei effectpedalen en bewerkte versterkers die High Ball Stepper heet.

De tweede plaathelft is goddank een stuk bezadigder: de honkytonk van Just One Drink, de pianopop van Alone in My Home, het sprookjesachtig kronkelende I Think I Found the Culprit. Alleen het naar de furie van The White Stripes teruggrijpende That Black Bat Liquorice is spilziek met decibels. Maar zelfs dan, met een zanger die in zijn teksten het ene na het andere karakter opvoert, is het moeilijk een rode draad te ontwaren.

Zeg dus veeleer: Jack White doet maar wat. Dat is vaak goed, maar voor een artiest van zijn standing niet genoeg.

Kurt Blondeel

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content