‘IK BEN GEEN PLEISTERTJE’

In Nederland is Typhoon zo ongeveer wat zijn makker Tourist LeMC momenteel bij ons is: de rapper des vaderlands. Het zijn beiden fijngevoelige hiphoptroubadours die risico’s durven te nemen, en die het níét over bitches, dure kleren en de lengte van hun lul hebben. Glenn de Randamie over zijn muziek, zijn band met Jef Neve en zijn rol als activist. ‘Ik heb al vaak overwogen om naar België te verhuizen.’

Lobi Da Basi, zijn tweede plaat, bezorgde Typhoon echte sterrenstatus in Nederland: hij is nu eigenaar van een lading awards en gouden platen, heeft clips die honderdduizenden keren bekeken en beluisterd zijn, mag mee aan tafel schuiven in De wereld draait door en domineert kranten en journaals wanneer hij onterecht door de politie staande gehouden wordt – een donkere jongen die in een mooie auto rondrijdt, dat móést wel verdacht zijn, zo vond de dienstdoende agent.

Bij ons is Typhoon nog niet zo mega, maar het goede nieuws is dat alvast de festival- en radioprogrammatoren hem ontdekt hebben. Hoog tijd voor een interview met een man die voor de burgerlijke stand gewoon Glenn de Randamie heet.

Spreken we nu met Typhoon of met Glenn de Randamie?

GLENN DE RANDAMIE: Met Glenn.

Vind je dat onderscheid belangrijk?

DE RANDAMIE: Ja. Typhoon is ondertussen wat te groot geworden, te veel om te bevatten: ik word dagelijks aangesproken op wat ik doe als Typhoon, ik móét dus wel mijn eigen ruimte innemen. Glenn is de persoon. Als ik naar vrienden in Gent ga, in een vissershuisje aan de Franse kust zit of in het bos ga wandelen, ben ik daar echt wel als Glenn. En gaat het goed met Glenn, dan gaat het ook goed met Typhoon. Ik ben het type artiest bij wie de persoonlijke groei voor de artistieke groei zorgt. Andersom werkt het niet.

Hiphop is misschien wel de ultieme stadsmuziek, maar jij groeide op in ’t Harde, een klein dorpje op de Veluwe, in de buurt van Zwolle. Voelde je jou van bij het begin een outsider in de Nederlandse scene die zich – zeker toen – vooral in Amsterdam en Rotterdam afspeelde?

DE RANDAMIE: Ik ben groot geworden onder de vleugels van Opgezwolle, de jongens met wie ik nu nog altijd samenwerk bij Fakkelbrigade. Opgezwolle was een outsider in de Nederlandse hiphop, maar niemand kon om de kwaliteit en de inhoud van hun muziek heen. Ze maakten aan mensen die niet uit de Randstad kwamen duidelijk dat je uit een provinciestadje als Zwolle kon komen en tegelijk eigenheid kon tonen. Ze bewezen dat je eigen verhalen kon vertellen in plaats van altijd die uit de Randstad of uit de VS te kopiëren.

Ook ik ben altijd een outsider geweest, omdat ik aanvankelijk niet zoveel mensen in de rap kende met kwetsbare of filosofische teksten. Ik kwam met muziek over twijfels en over intermenselijke relaties, en was daar in eerste instantie onzeker over. Want als je geen voorbeelden hebt en als enige iets doet, lijkt het al snel alsof jij die ene Gekke Henkie bent in een wereld die verder normaal is. Maar ondanks die onzekerheid heb ik nooit getwijfeld over het feit dát ik mijn verhalen moest vertellen. Gelukkig maar, want net daardoor sprak ik een nieuw publiek aan.

Je solodebuut Tussen lucht en licht kwam negen jaar geleden uit, en daarna liet opvolger Lobi Da Basi maar liefst zeven jaar op zich wachten. Zeven maanden stilte is al ruim voldoende om totaal vergeten te worden, laat staan zeven jáár. Speelde dat niet in je hoofd?

DE RANDAMIE: Jawel, maar you can’t rush art. Ach, bij D’Angelo zat er wel twaalf jaar tussen twee platen, geloof ik. (lacht) Kijk, ik ben niet religieus, maar wel spiritueel: ik geloof in de timing van het universum en van God. Het is wat het is, en dat moet je dan ook maar accepteren. Op een bepaald moment besefte ik dat ik de verwachtingen van anderen en vooral die van mezelf moest loslaten.

In Sprokkeldagen rapte je al dat je er soms naar verlangde ‘een ongeluk te krijgen’. Weliswaar maar een kleintje, zo eentje dat ‘je verplicht om een tijdje rustig te blijven’. Dat gevoel om uit de ratrace te stappen is er blijkbaar altijd al geweest.

DE RANDAMIE: Ja. Na Tussen lucht en licht voelde ik dat ik eerst weer moest leven en ervaren voor ik een nieuwe plaat zou maken. Ik ben een hypersensitief iemand. Nadenkend. Filosoferend. Iemand die een completer mens wil worden. Die zeven jaar had ik echt wel nodig, zowel voor die persoonlijke ontwikkeling als voor de muzikale groei.

Bovendien kwam er in die periode een einde aan mijn relatie, en had ik op een bepaald moment zelfs geen huis meer. Als je zo in de hoek wordt gedreven, komt je kern naar boven. Omdat je op zo’n moment geen energie meer hebt voor alle bullshit errond, maar alleen nog voor de essentie. Ik besefte dat ik alleen maar die muziek heb: muziek is mijn essentie. Laat ik dan ook die muziek eren, en daar alles instoppen.

Het is ook niet dat ik zeven jaar helemaal niks heb gedaan, hé. Ik heb met Fakkelbrigade opgenomen, ik heb met New Cool Collective gewerkt en ik ben altijd blijven optreden. Kleine, akoestische optredens vaak. Daar – in die kleine bars, op die kleine festivals – heb ik pas écht leren te spelen. Op een gegeven moment besefte ik: ze mogen me nu eender waar neerzetten, ik zal er overal wat van maken. In dat hele kleine zit volgens mij de basis van de live-ervaring van Typhoon nu.

Je staat bij ons deze zomer zowel op Jazz Middelheim als op de Gentse én de Antilliaanse Feesten. Veel uiteenlopender kunnen festivals niet zijn. En toch past jouw muziek op de een of andere manier op al die festivals.

DE RANDAMIE: Ja, en daar ben ik heel blij mee. Onlangs zei iemand dat we echt ons eigen genre gecreëerd hadden. Ik ben trots als ik zoiets hoor, want dat is wat het is. Onze basis is wel hiphop, maar uiteindelijk heb ik me laten inspireren door alles wat hiphop geïnspireerd heeft: blues, jazz, calypso, Afrikaanse muziek, rock. De hele wereld.

Je hebt zelf een Surinaamse achtergrond.

DE RANDAMIE: De fundering van Loba da Basi ligt in Suriname: ik ben naar het binnenland gegaan en heb daar mijn nieuwe thuis gevonden, muzikaal, qua atmosfeer en in de teksten. Want zelfs al zijn het snijdende teksten, ik probeer er toch altijd de zon door te laten komen. In onze set zit ook een ode aan de kaseko, de Surinaamse muziek, omdat ik het belangrijk vind om de muziek van mijn andere vaderland te eren.

DE RANDAMIE: Tja, die band met België. Ik heb al vaak overwogen om te verhuizen naar Antwerpen of Gent. Gent is echt mijn thuis, ik heb zoveel lieve vrienden daar. Jef Neve is nu ook Gentenaar. En de Antwerpse slam poetry-scene heeft me vaak daarnaartoe gebracht. Ik ben een rapper die inhoud belangrijk vindt, en in België lijkt er toch altijd meer aandacht te zijn voor het tekstuele aspect dan in Nederland. Dat vind ik fijn. Ik ben dan wel een hiphopartiest, ik ben ook altijd een fan geweest van chansonniers en troubadours. Dat is de reden waarom Tourist en ik zo goed met elkaar overweg kunnen, denk ik.

DE RANDAMIE: Ik ben gek op Jef. Door zijn energie en zijn manier van zijn dwingt hij je om constant in het nu te staan. We hebben elkaar ontmoet op Beste Buren, een project in Rotterdam. We moesten daar samenspelen, maar kenden elkaar helemaal niet. Tien minuten voor we op moesten hebben we even samengezeten: ‘Misschien kunnen we dit doen. Of misschien dat.’ En vervolgens zijn we gewoon het podium opgestapt. Bij zijn eerste klanken begreep ik meteen wat hij zei. Zodra je elkaars taal begrijpt, wordt het gewoon magisch: geen tienkoppige band, maar alleen wij, die allebei helemaal in het moment staan. Hij met zijn piano, ik met mijn teksten, gedachten en energie.

Geeft zo’n minimale duovorm je meer vrijheid?

DE RANDAMIE: O ja, het geeft een enorme vrijheid want door Jefs manier van spelen kan alles, en is alles mogelijk. We hebben nu een paar optredens achter de rug, en die vond ik stuk voor stuk zo mooi en zo waardevol. Na elk optreden kijken we elkaar aan met een blik van: ‘Wow, wat was dit?’ Als je het over de kern van muziekmaken hebt, of over pure communicatie: dat is het. Voor mij is die samenwerking met Jef echt een cadeau omdat ik voel dat ik er als artiest enorm door groei.

Zie of hoor je nog veel andere artiesten met wie je jezelf verwant voelt?

DE RANDAMIE: Ja. Vince Staples, bijvoorbeeld, maar vooral Kendrick Lamar. Hij is voor mij een buitencategorierapper. Als ik naar To Pimp a Butterfly luister, hoor ik iemand die hetzelfde proces als ik heeft doorgemaakt. Hij is helemaal teruggegaan naar de funk. Lamar rapt met zoveel vuur, zoveel gevoel voor actualiteit en zoveel noodzaak dat ik er bijna bang van word.

De laatste keer dat ik datzelfde wowgevoel had, was bij Stromae: ik had zijn naam al wel eens horen vallen, maar ik had nog nooit zijn muziek beluisterd – tot ik opeens Formidable te horen kreeg. Ik moest gewoon huilen. Dat iemand het op zo’n manier kan verwoorden. Het gevoel van: ‘Hé, ik dacht altijd dat ik de enige was.’ Ik voel alleen maar grote bewondering voor Stromae. En bevrijding: ik was enorm opgelucht dat een stem van mijn generatie naar voren kwam op een manier waar je niet omheen kon.

Heb je hem al ontmoet?

DE RANDAMIE: Neen, maar het lijkt me te gek om met hem samen te kunnen werken, net omdat ik zoveel raakvlakken met hem voel. En omdat we zo op dezelfde frequentie zitten, denk ik dat zo’n samenwerking er ooit echt wel zal van komen.

Ik heb het even gecheckt: jouw versie van Bumayé is al meer dan een miljoen keer bekeken op YouTube. Enorm veel, maar de versie van Major Lazer zit al aan meer dan 102 miljoen views. Hou jij eigenlijk iets over aan zijn monsterhit?

DE RANDAMIE: Ja, omdat ik samen met The Flexican aan de basis van dat nummer lig, zie ik er wel íéts van terug. Een minimaal bedrag, maar het gaat vooral om het principe.

Heeft die hit voor jou ook deuren naar niet- Nederlandstalige buitenlanden geopend?

DE RANDAMIE: Neen, maar dat vind ik ook niet zo interessant. De meeste mensen weten overigens niet eens dat ik tekstueel mee aan de basis van dat nummer lig. En ik heb nu eenmaal een ander parcours gekozen: ik ben enorm trots op mijn samenwerking met The Flexican, ik vind het enorm tof dat hij zo groot is geworden, en dat hij werd opgepikt door iemand als Major Lazer. Alle respect daarvoor, maar mijn pad loopt anders. En niets zegt dat onze paden nooit weer samenkomen.

In Nederland was je onlangs in het nieuws omdat je zonder reden aan de kant was gezet door de politie – behalve dan dat je ‘profiel’ niet strookte met de auto waarin je reed.

DE RANDAMIE: Etnische profilering. Door dat voorval kwam ik in een enorme politieke golf terecht, en kreeg ik ook de vraag of ik mij wilde mengen in het politieke debat errond. Maar ik kies voor het oogpunt van de journalist want zodra ik zelf in de politiek zou gaan, zou ik me aan bepaalde gedragscodes moeten houden en moeten polderen, zoals we dat in Nederland noemen. Ik ben kritisch-positief: ik probeer mensen te inspireren tot denken en tot handelen. En ik denk dat ik veel sterker ben in een activistenrol dan wanneer ik zelf het politieke bestel zou instappen.

De politie bood na het voorval haar excuses aan, maar de politiek wilde je ook betrekken bij het stoppen van die etnische profilering. Hoe is dat eigenlijk afgelopen?

DE RANDAMIE: Er staat een afspraak met Ard van der Steur gepland, onze minister van Justitie. Ik ben altijd heel duidelijk geweest over die zaak: als ze die etnische profilering écht structureel willen aanpakken en laten ophouden, wil ik daar graag aan meehelpen want wie A zegt, moet ook B zeggen. Maar ik wil niet even gebruikt worden als een politiek pleistertje op zo’n probleem. En ik wil ook geen deel uitmaken van een populistische aanpak.

Het nadeel van activisme lijkt me te zijn dat jouw essentie – en dat is toch de muziek – helemaal naar de achtergrond geduwd dreigt te worden tijdens zo’n debat. Word je dat dan niet snel beu?

DE RANDAMIE: Typhoon staat in the picture, en dan verwachten mensen dat je je over van alles uitspreekt. Maar ik spreek me alleen uit als ik voel dat ik écht ergens iets over te zeggen heb, en iets kan bijdragen. En verder ben ik ook maar Glenn de Randamie: een muzikant die gewoon muziek wil maken, en die daarmee de mensen blij wil maken.

TYPHOON

Concerteert op zaterdag 13/8 op de Antilliaanse Feesten, Hoogstraten. Info: antilliaansefeesten.be

JEF NEVE & TYPHOON

Te zien op zondag 14/8 op Jazz Middelheim, Antwerpen. Info: jazzmiddelheim.be

VOLGENDE KEER

PACHANGA BOYS

door Geert Op de Beeck

‘Ik ben gek op Jef Neve. Na elk optreden kijken we elkaar aan met een blik van: Wow, wat was dit? Glenn de Randamie

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content