Morrissey @ Lokerse Feesten

© Piet Goethals

Wat je van zijn Meat is Murder-mantra, zijn glitterhemdjes en zijn pathetische pose ook moge vinden: mad, bad and somewhat sad is Steven Patrick Morrissey gelukkig nog altijd. Verslag van zijn optreden tijdens de Lokerse Feesten.

Dat Morrissey meat murder vindt weten we al sinds zijn hoogdagen met The Smiths, al bakte hij het de voorbije weken met zijn militante veganisme wel tres bien cuit. Niet alleen vroeg Mozzer om het festivalterrein van de Lokerse Feesten tijdens zijn optreden vleesvrij te houden, een eis die de organisatie gulzig inwilligde.

Twee weken geleden bestond de zingende treurnicht er in om de massamoord van Anders Breivik maar klein bier te noemen in vergelijking met de slachtpartijen die fastfoodketens als McDonalds en Kentucky Fried Chicken dagelijks aanrichten.
Was het wereldvreemd gemekker, een gebrek aan proteïnen of food for thought? Feit is dat er gisteren wel wat carnivore hostiliteit in de zeiknatte lucht hing toen Morrissey de bühne betrad, nadat hij je eerst had getrakteerd op een videomontage met persoonlijke all time favorites als Sparks, The New York Dolls en Nico.

Lang duurde het echter niet vooraleer Salford’s Finest een volgepakt Lokeren wist om te turnen tot – excuus voor de woordkeuze – een vrij makke maar meejoelende trog van vlees die alles gewillig binnenslikte.

Openen deed hij na een bombastische drumintro met I Want the one I can’t Have uit – verrassing! – het Smiths-album Meat is Murder, om vervolgens in jukebox-modus over te schakelen op de live-favorieten The First of The Gang to Die én You’re the One for me Fatty. Na die prima opening volgde het eerste karaoke-moment van de avond met het nog altijd prachtige Liebestod-ballade There is A Light that never goes out uit The Queen is Dead, het onbetwiste chef d’oeuvre van The Smiths en één van de beste bewijzen dat de eighties meer te bieden hadden dan Fairlight-drumbeats, epauletten en zweetbandjes.

Ook Everyday is like Sunday – zijn smeekbede voor het Armageddon – werd uit volle borst meezongen, al opteerde Mozzer – in een vleeskleurig hemdje overigens – daarna voor een meer beheerste en ecclectische set met een handvol songs die tijdens zijn recente concerttournees ontbraken. Alma Matters bijvoorbeeld, de enige noemenswaardige single uit zijn grotendeels gerateerde Maladjusted album. Of het aanstekelijke Ouija Bord – inclusief puntige piano – uit de compilatieplaat Bona Drag.

Hoewel er zowel op Morrisseys vocale staat van paraatheid als op het viriele gitaarspel van Boz Boorer en Jesse Tobias (beiden in ‘Fuck Fur’-t-shirt) weinig op te merken viel – ondanks de wazige, typisch Lokerse geluidsmix en de te holle drums – bleven de hoogtepunten daarna echter vrij schaars. Verrassend en zeker niet onaardig maar toch vooral overbodig was zijn cover van Lou Reeds Satellite of Love, dat in Mozzers versie nog een stuk ironischer klinkt dan het origineel.

Het enige nieuwe nummer was Scandinavia, een proggy midtempo ballade die met zinnen als ‘Stab me in your own time in Scandinavia and uncomplaining i’die in Scandinavia’ ongewild aan Breivik doet denken. Of zou dat net de bedoeling zijn?
Toch werden de meeste wenkrauwen gefronst tijdens het Smiths-nummer Meat is Murder. Niet zozeer omwille van de nogal prekerige, veganistische tekst (And the calf you carve with a smile, is murder, and the turkey you so festively slice, is Murder. Do you know how animals die?) Wel omdat het drammerige deuntje dat sowieso al geen hoogtepunt is uit de Smiths-cataloog voor de gelegenheid werd begeleid door gruwelbeelden van geslachte koeien en kippen – kwestie van zijn boodschap er nog eens met de voorhamer en desboods ook een luchtdrukpistool in te rammen.

Gelukkig eindigde Morrissey – na de obligate hemdwissel – zijn Lokerse passage in stijl zoals het een diva van zijn envergure en Weltschmerzfactor past. Speedway, het epische slotnummer van Vauxhall and I, klonk met zijn venijnige lyrics, mokerdrums en losgeslagen kettingzaag als een welgemeende fuck you aan het adres van alle al dan niet ingebeelde Morrissey-bashers. Daarna volgde Irish Blood, English Heart dat met zijn heerlijk springerige riff en meebrulrefrein de perfecte afsluiter bleek van een concert waar – ondanks het druilerige weer, een handvol humeurige oprispingen en enkele ontegensprekelijke dipjes – ruim voldoende vlees aan zat.

Wat je van zijn Meat is Murder-mantra, zijn glitterhemdjes en zijn pathetische pose ook moge vinden: mad, bad and somewhat sad is Steven Patrick Morrissey gelukkig nog altijd.

Set list: I want the One I Can’t Have / The First of the Gang to Die / You’re the One for me fatty / You have killed me / There is A light that Never goes out / Everyday is like Sunday / Alma Matters / One day goodbye will be farewell / Scandinavia / Satellite of Love / I Know it”s Over / Throwing My Arms around Paris / Ouija Bord / Meat is Murder / Speedway / Irish Blood, English Heart

Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content