‘meer emotie, meer bassen, meer drums, meer grooves’

Het Teutoonse electrohouse-duo Booka Shade lanceert op 3 mei z’n vierde langspeler. Richting: onze oren en uw dansvoeten. Wij praatten met de heren over marcherende dwergen en hun middelvingers in uw gezicht.

Aan welke groep denkt u als we zeggen ‘een Pukkelpop-weide die een instrumentaal deuntje luidkeels voorzingt’. The White Stripes? Juist, maar we moeten Jack White teleurstellen, die eer is niet voorbehouden aan de gitaarriedel van ‘Seven Nation Army’. Het Teutoonse duo Booka Shade deed het Meg en Jack in 2007 na met hun onverwoestbare clubhit ‘Body Language’. Het beeldmateriaal onderaan dit artikel moet u ervan overtuigen dat Arno Kammermeier en Walter Merziger de kunst van het ‘in-lichterlaai-zetten-van-een-tent’ meer dan beheersen.

Booka Shade bracht na de met hits volgepropte plaat ‘Movements’, het iets rustigere ‘The Sun and the Neon Light’ uit en vanaf 3 mei ligt hun vierde langspeler ‘More!’ op u te wachten. Op zaterdag 3 juli willen ze de Pyramid Marquee van Werchter op stelten zetten. U doet toch ook mee?

De ‘Herren’ zijn naar aanleiding van deze nieuwe plaat en hun passage in Werchter bereid om op de zachtgloeiende KnackFocus-rooster te worden gelegd. Welaan dan!

Jullie werken al sinds begin jaren tachtig samen. Toch heet jullie nieuwe album ‘More!’. Is er bij jullie werkelijk nog steeds een onstilbare honger naar meer?

Walter Merziger: Absoluut. Uit onze discussies in de studio konden we steeds hetzelfde concluderen: we willen nog steeds meer. Nog meer emoties, meer bassen, meer drums, meer grooves. Het was bijna vanzelfsprekend dat we het album ‘More!’ zouden noemen. Maar er zijn veel redenen waarom we de nieuwe plaat zo noemen. Zo is titel ook een reactie op wat er vandaag naar ons gevoel bij de mensen leeft. Iedereen wil gewoon alsmaar meer, meer satisfaction, alles moet sneller en groter. Daarnaast klinkt ‘More!’ gewoon fantastisch. Ik ben echt een fan van korte titels. Onze helden The Pet Shop Boys hadden ook albums met titels als ‘Disco’ en ‘Yes’. Tenslotte is het opnieuw een ‘M-word’, na ‘Memento’ en ‘Movements’ is er nu dus ‘More!’.

‘More!’ heeft opnieuw een ander geluid dan zijn rustige voorganger ‘The Sun and the Neon Light’. Met welk idee kropen jullie deze keer in de studio? Arno Kammermeier: Op ‘The Sun and The Neon Light’ wilden we ons losmaken van het succes en het keurslijf van ‘Movements’, dat overliep van de hits. We wisten dat het onmogelijk was om een ‘Movements Two’ te maken, we konden enkel falen. Met het oog op de liveshows hadden we ook andere nummers nodig. Tragere nummers vooral, die ontbraken een beetje tijdens onze optredens. Het openingsnummer van ‘The Sun and the Neon Light’, ‘Outskirts’, dat we samen met een orkest opnamen, is daar een perfect voorbeeld van. We probeerden toen ook popnummers te maken en wilden ook zelf nummers zingen.

We hadden een groot ei kwijt te spelen en probeerden dus alles uit wat we wilden. Het werd daarom misschien een iets sferischere plaat, die iets donkerder en trager was dan wat mensen van Booka Shade gewoon waren. Voor de nieuwe plaat wilden we er terug volledig tegenaan gaan en nummers maken die vol met energie zitten. Opnieuw echte dancebeats, die je zonder twijfel in eender welke club kan draaien. Het is een plaat geworden die je kan opzetten als er gefeest moet worden.

Waar hebben jullie de titel van het openingsnummer ‘Havanna Sex Dwarf’ gehaald? Merziger: (lacht) Echt iedereen vraagt ernaar. Precies wat we wilden. Er zit een kleine referentie naar Soft Cell in, die een nummer hebben dat ‘Sex Dwarf ‘heet. ‘Havana Sex Dwarf’ lijkt ook op dat nummer, de baslijn herinnerde er ons onmiddellijk aan. De hoge stemmetjes die constant “Higher Higher” scanderen lijken dan weer perfect op marcherende dwergen in het bos. Arno voegde daar Havana aan toe en we hadden de silly titel die perfect bij de sillyness van ‘More!’ past. Het is ook een opener die compleet anders is dan die van de vorige platen.

Terwijl we de vorige keren de luisteraar geleidelijk en zachtjesaan verwelkomden, vliegen we er op ‘More!’ direct vol in. Ook het einde van de plaat is anders dan gewoonlijk. Deze keer geen langzame fade-out, wel beats tot het bittere einde. ‘Havana Sex Dwarf’ moet zowat het simpelste nummer zijn dat we ooit maakten. Geen dubbele bodems, geen gelaagdheid, maar rechttoe rechtaan, onze middelvingers pal in jouw gezicht.

Hoe hebben jullie het nieuwe album opgenomen? Arno speelt bijvoorbeeld tijdens de optredens drums, heeft hij dat voor het album ook gedaan? Kammermeier: Er komt natuurlijk veel geprogrammeer bij kijken, aangezien we constant onderweg zijn, moeten we wel alles op tour kunnen doen. Onze ’tourstudio’ past in een kleine koffer, gaat overal met ons mee en moet ook overal direct kunnen worden opgesteld.

Merziger: De mogelijkheden vandaag zijn oneindig. Met een minimum aan materiaal, kan je onnoemelijk veel kanten op en kan je maximaal creatief zijn. We kunnen onze ideeën op tour uitwerken en als we thuiskomen alles finaliseren in een iets grotere en comfortabelere studio. Het is ideaal om de ideeën en de gevoelens die je na een concert hebt direct te kunnen omzetten in nieuwe muziek.

Het is vandaag ongetwijfeld makkelijker om elektronische muziek te maken dan twintig jaar geleden. Toen had je twee keyboards en een drummachine waar je werkelijk alles moest uithalen. Het was ook uitdagender en creatiever dankzij die beperkingen. Nu is het echt niet meer zo moeilijk om een goede dancetrack te maken. Of het een inventief nummer zal zijn is echter een ander paar mouwen. Door de technologische mogelijkheden kan iedereen muziek maken, maar je moet ook een eigen geluid trachten te vinden en dat wordt daardoor almaar moeilijker. Het klinkt tegenstrijdig, maar het is omdat er zoveel mogelijkheden zijn, dat het zolang heeft geduurd om ‘More!’ te maken. Perfectionistisch als we zijn, wilden we al die mogelijkheden testen.

Kammermeier: Er is tegenwoordig heel veel muziek, maar er is vooral veel dezelfde muziek. Het moeilijkste is nog steeds om als band een eigen persoonlijkheid te ontwikkelen, om muziek te maken met een betekenis. Je moet muzikaal kunnen verwoorden wat je voelt en ervaart, pas dan maak je muziek met ‘soul’. Dat is de uitdaging en de ingewikkelde opdracht, want het kost ons bloed, zweet en tranen. Het lijkt niet moeilijk, maar het is meer dan ‘eventjes een dancetrack’ maken. We proberen er echt iets van onszelf in te leggen. Want als je dan je cd oplegt, dan hoor je het diepste van jezelf en geef je het publiek ook iets om zich mee te binden.

Merziger: Wij willen echt als Booka Shade klinken, als onszelf. Wij zijn niet de zoveelste danceproducers die als iemand anders willen klinken. We doen ons ding, willen origineel klinken. Als een nummer dat we maken teveel op pakweg Depeche Mode klinkt, vliegt het onverwijld in de vuilbak, het mag nog zo fantastisch zijn. Je kan geen carrière opbouwen door een origineel te imiteren. Dat is één van de redenen waarom we voor dit album opnieuw meer tijd nodig hadden. Het wordt steeds moeilijker om met iets nieuws en baanbrekends op de proppen te komen. Om goeie dingen te kunnen maken, heb je simpelweg tijd nodig.

Dus het is Booka Shade niet om het scoren van hits te doen?

Merziger: Succes is nooit de drijvende kracht achter Booka Shade geweest. Nooit. We doen ons ding, het succes volgt wel. Als je aan succes begint te denken, ben je verloren. En wij kunnen het weten. In de jaren negentig waren we succesvolle popproducers en enige dat in die periode telde was hits scoren. Het ging niet over de kwaliteit van de muziek, maar louter over de positie in de hitlijsten. Nummer één was super, top tien was goed, buiten de top twintig was shit. Toen we daar genoeg van hadden, besloten we om terug de muziek te maken die we wilden maken. Een ware bevrijding, niet meer te moeten denken aan de positie in de hitlijsten of aan de plaats op de affiche van Werchter.

Jullie vinden het natuurlijk wel leuk om headliner te zijn op Rock Werchter? Kammermeier: Zeker weten. Één van de eerste optredens van Booka Shade ooit was in de Petrol in Antwerpen. Dus het is voor ons altijd plezant en speciaal om in België te spelen, ook omdat het Belgische publiek elektronische muziek echt omarmt. Als je ons die avond in Antwerpen, toen we alles zelf moesten meesleuren en opzetten, had verteld dat we met Booka Shade carrière zouden maken en op Werchter zouden spelen, we hadden je compleet achterlijk verklaard.

Merziger: We zijn met Booka Shade eigenlijk van nul terug herbegonnen. Na onze carrière in Duitsland als popproducers, wilden we terug iets ‘echt’ doen. Dus moesten we alles opnieuw zelf regelen, zelf ons materiaal opstellen en niet te vergeten, terug in vreselijke hotels slapen. Eigenlijk waanden we ons toen terug in onze tienerjaren. Alles wat we toen deden was terug uit een passie voor muziek en had daarom voor ons veel meer waarde dan een zoveelste nummer één hit. Ook al gingen er maar 400 mensen compleet loos op onze muziek, we genoten ervan. We konden live nummers uittesten en kijken welke er wel of niet werkten. Opnieuw kunnen zien dat mensen zich op onze muziek amuseerden was het beste dat we konden wensen. Uiteindelijk heeft het lang geduurd alvorens we beseften dat we ons eigen pad wilden inslaan, dat we niet langer slaven van de muziekbusiness wilden zijn. Het duurde lang, maar we zijn ontzettend trots op de weg die we hebben afgelegd en het zelfvertrouwen dat we getoond hebben. Je hebt er echt de ballen voor nodig om je eigen ding te durven doen.

Nu doen jullie ontzettend veel. Jullie trekken met Booka Shade de wereld rond, maar jullie hebben ook jullie eigen platenlabel ‘Get Physical’. Hoe kunnen twee mensen dat bolwerken? Kammermeier: Bij de start van ons platenlabel deden wij en een paar vrienden van ons het helemaal zelf. Ik herinner me maar al te goed dat we zelf alle stickers op de promo-exemplaren moesten kleven en zelf de promo-teksten schreven. Het was, net als met Booka Shade, helemaal terug naar de roots, met eenzelfde passie voor muziek.

Merziger: We waren het gewoon om in een peperdure studio te werken en toen maakten we opnieuw platen in onze huiskamer.

Kammermeier: Alles was opnieuw totaal en alleen op de muziek gericht. Het was echt huiskamervlijt. Het eerste dozijn van de Get Physical-platen produceerden we zelf. Wij hebben het label eerst op een bepaald niveau gebracht, nu geven we het een klein beetje uit handen. Nu is er zoals overal ook een manager en manager-assistenten en boekhouders. Terwijl wij de vrijheid willen en hebben om te reizen en platen te maken.

Merziger: Als je de hele wereld wil bereiken, kan je het echt niet met twee mensen afhandelen.

Als uitsmijter: wat is jullie favoriete dancetrack? Merziger: Zonder twijfel: ‘Blue Monday’ van New Order.

Kammermeier: ‘Acid Eiffel’ van Laurent Garnier, maar ook Orbital en Underworld hebben zoveel fantastische nummers.

Merziger: Er zijn er veel te veel, maar op ‘Blue Monday’, een nummer dat al zolang loodrecht overeind blijft, kunnen we alleen maar jaloers zijn. Hopelijk houdt ‘Body Language’ het even lang vol.

Hoelang ‘Body Language’ het zal volhouden, kunnen we niet voorspellen. Voorspellen hoe de Werchterse weide zal reageren op de heren van Booka Shade, daarvoor hebben we de hulp van Madame Zazou iets minder nodig.

Jan Walraven

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content