Lokerse Feesten Dag 10: Robert Plant geeft masterclass in rock-‘n-roll

© Wouter Van Vaerenbergh

Ter plaatse trappelen heeft geen enkele zin, vindt Robert Plant. “Waarom zou je dingen blijven doen zoals je ze dertig jaar geleden al deed? Jezelf verrassen, dààr gaat het om”. Ons verraste Plant in elk geval, met een adembenemend avontuurlijke set die zelfs een – geweldig – technonummer bevatte. Met bijzondere dank aan de uitermate sensationele Space Shifters, de beste post-Zep band waar Plant ooit mee speelde.

Plant is een man met een missie, deze zomer. Vanaf de intro – Link Wray’s Rumble – over eerste tonen van Trampled under Foot met zijn Superstition-achtige Clavinet riff tot de laatste bis, Satan your Kingdom must come down (een titel waar Mark Lanegan jaloers op zou zijn), is het hele concert een tocht langsheen Plants muzikale voorbeelden en invloeden. Afrika speelt daarin een hoofdrol. Ook op het podium, met de jonge Ganese multi-instrumentalist Juldeh Camara die op z’n one-string-fiddle nu eens als mondharmonica klinkende solo’s tevoorschijn tovert, en dan weer heuse gitaarduels uitvecht met gitarist Liam Tyson.

The Sensational Space Shifters – Plants eigen versie van The Bad Seeds – zijn een regelrechte sensatie. Electronica-wizard John Baggot en bassist Billy Fuller stonden mee aan de wieg van de Bristol sound en werkten samen met Portishead en Massive Attack, gitarist Justin Adams speelde met PILs Jah Wobble in The Invaders of the Heart en nam recent nog de Touaregs van Tinariwen onder z’n hoede, en Liam ‘Skin’ Tyson schreef Britpopgeschiedenis met Cast.

Live geeft die combinatie van voorhistorische en moderne Britse muzieklegendes vonken. Het speelplezier spat ervan af en Plants youngsters leggen uitermate bezwerende en funky grooves neer. Little Maggie, met de creatieve drones en loops van Baggot, is geweldige ethno-techno, zoals we die sedert Transglobal Underground niet meer hebben gehoord, The Lemon Song botst en hort en stoot in een drastisch ingekorte versie en Willie Dixons Spoonful rockt als Queens of the Stone Age.

Plant rijgt de nummers – met een flinke vertegenwoordiging van de laatste Lullaby and the ceaseless Roar– aaneen, citeert uit z’n eigen muzikale biografie met onder meer terugkerende Misty Mountains-fragmentjes, en haalt en passant nog, in stukjes en brokjes, klassiekers van onder meer Joan Baez, Howlin’ Wolf en Bo Diddley uit de kast. Dit concert is Plants derde doortocht op de Lokerse Feesten, en zonder meer de meest memorabele.

De goeroe van een generatie rockers is zelf een perfecte gastheer. Grappig, every inch a gentleman en een uitstekende en intelligente performer. Ook qua vocale uitspattingen is de man niet blijven hangen. In de Zeppelin-classics – ze klinken als covers – doet hij geen enkele moeite om te klinken als een kopie van de man die hij dertig jaar geleden was. Z’n stem heeft patina, Plant fraseert, doseert, fluistert en huilt naar de maan, en geeft z’n klassieke songs een onweerstaanbare, eenentwintigste eeuwse behandeling mee. Prachtig concert.

Peter Lissens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content