Leonard Cohen in Gent: vechten tegen de tranen

Tegen het eind van de week zal Leonard Cohen z’n tweede jeugd bezegeld hebben met 10 Belgische concerten, twee in Vorst en acht in Gent, voor in totaal zo’n 100.000 mensen. Maarten Devoldere van Balthazar was bij elke doortocht van de partij, en blikt voor ons terug.

In de herfst van 2008 stond Leonard Cohen in Vorst voor twee uitverkochte concerten. Onder de toeschouwers toen ook al Maarten Devoldere van Balthazar, al was het tussen hem en de artiest geen liefde op het eerste gezicht. ‘Ik vond hem nogal kitsch’, grijnst hij. ‘Een vriend had een ticket over en ik kon gratis mee, maar na een viertal nummers had ik het al gehad. Ik vond het overdreven, dat gedoe met z’n hoed, dat knielen, die enorme dankbaarheid jegens het publiek … Tja, ik was jong en rebels en had weinig geduld (lacht)”.

De bekering volgde snel, en vandaag noemt Devoldere Cohen zijn grootste muzikale held. ‘Op de een of andere manier kreeg ik toch een plaat in handen, Songs of Leonard Cohen, z’n eerste. Ik was meteen volledig verkocht, en vanaf dan ging het snel. Songs of Love and Hate, Songs from a Room, I’m your man met The Tower of Song: ‘I asked Hank Williams how, lonely does it get, Hank Williams hasn’t answered yet, but I hear him coughin’ all night long a hundred floors above me in the tower of song’ … Fantastisch.’

Twee jaar na die eerste, wat moeizame kennismaking, bezorgde Cohen Devoldere een van de mooiste concertervaringen uit z’n leven, tijdens de allereerste concertreeks op het Sint-Pietersplein. Devoldere: ‘Ik woonde toen aan het station in Gent, ik was niet aan een ticket geraakt en naarmate het aanvangstuur van het concert naderde, werd ik steeds zenuwachtiger. Uiteindelijk heb ik m’n fiets gepakt, ben ik naar het Sint-Pietersplein gereden en daar in een van die bomen aan de trappen geklauterd. Het was onwaarschijnlijk mooi. Alleen in die boom, Cohens stem, de songs, … vechtend tegen de tranen, en telkens als het publiek applaudisseerde begonnen de blaadjes boven m’n hoofd te ruisen, door de windverplaatsing … écht!’

Dit jaar was Devoldere opnieuw aanwezig, op het concert dat Cohen woensdag gaf, en ditmaal was hij in gezelschap: ‘Ik heb m’n moeder meegebracht. Ik zou eerst met m’n lief gaan, maar uiteindelijk heb ik toch m’n moeder meegenomen: àlle moeders zijn toch fan van Cohen?’

Het concert is het derde in de reeks van vijf, maar gastheer Cohen en z’n band verwelkomt ons alsof het de eerste avond is. En met een dansje: Dance me to the end of love. De mannelijke muzikanten, Cohen incluis, zien eruit als een tango-orkest – fier, gracieus, gepassioneerd. De bandleden, door Cohen over de hele wereld gerekruteerd staan in een cirkel opgesteld, zodat ze elkaar op elk moment kunnen aankijken, en van bij de eerste noot spatten het spelplezier en de star quality van het podium.

De vraag is niet òf er vanavond traantjes zullen vloeien, maar wel vanaf wanneer. Voor ons is het tanden klemmen vanaf Who by Fire, maar we houden het droog. De mevrouw met het brilletje rechts achter me echter, is al verloren vanaf Bird on a wire. Ze zal het grootste deel van de avond haar ooghoeken en brillenglazen zitten droogdeppen.

Maar het is dan ook bijwijlen haast ondraaglijk mooi. Niet het minst door de hartverscheurende bijdragen van de Webb Sisters – vorig jaar nog voor een prikje mee te maken in de Cactus Club – en Cohens rechterhand, cosongwriter en zangeres Sharon Robinson. De manier waarop de hemelse stemmen van Hattie en Charley Webb zich in elkaar strengelen, grijpt telkens weer naar de keel en doet af en toe denken aan de sirenezangen uit O Brother where art thou. En ook in – onder meer – het door Johnny Cash gecoverde Bird on a Wire en The Partisan zet de band Cohen’s country-invloeden mooi in de verf.

Een van de àllermooiste momenten van de avond is het door Sharon Robinson solo gezongen Alexandra Leaving, naar een gedicht van Cohen’s favoriete dichter, de Griek Constantine Cavafy. En ook Hallelujah, Take this Waltz and So long Marianne zijn van een verpletterende schoonheid.

Aan het eind van een dik drie uur durend concert, heeft de bijna 78-jarige Cohen nog genoeg energie over voor een laatste dansje, eentje van The Drifters, ditmaal. Na drie bisrondes, verlaat Cohen huppelend en jongensachtig breed grijnzend het podium. Bij hem thuis, in een Victoriaanse kas, hangt vast een geschilderd portret van ‘m, dat wél oud wordt.

Na afloop van het concert bellen we Maarten Devoldere. Wat was nu de béste passage van Cohen in ons land, Maarten? Devoldere: ‘We hadden héle goeie plaatsen, het was een prachtig concert – de man, z’n stem, z’n songs … Voor hoefde het zelfs niet zo’n geweldige band te zijn. Maar het concert van 2010 blijft toch onvergelijkbaar. Toen zat ik alleen in m’n boom en ik hoefde m’n held met niemand te delen …’

Peter Lissens

De set:

Dance me to the End of Love

Going home

The Future

Bird on a Wire

Everybody knows

Who by Fire

Banjo

Amen

Come Healing

I can’t forget

My secret Life

Anthem

Tower of Song

Suzanne

Heart with no Companion

The Gipsy’s Wife

The Partisan

Democracy

Going Back to you

Alexandra Leaving

I’m your Man

Hallelujah

Take this Waltz

Bissen:

So long Marianne

First we take Manhattan

Famous Blue Raincoat

Different Sides

I tried to leave you

Save the last dance for me

Closing Time

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content