Knack Focus sprak met Björk: ‘Ik heb nog altijd een litteken van die keer in de Boccaccio’

© .
Jonas Boel
Jonas Boel Jonas Boel is medewerker van Knack Focus

Ze houdt van karaoke, Utopia is niet echt haar ‘Tinder-album’, ze is niet bang om haar stem te verliezen en ze is er nog niet in geslaagd om vogels een contract te laten tekenen. Een openhartig gesprek met uw favoriete IJslandse nachtegaal, die binnenkort het Gentse Sint-Pietersplein doet vollopen.

‘If you ever get close to a human / And human behaviour / Be ready, be ready to get confused / There’s definitely, definitely, definitely no logic / To human behaviour / But yet so, yet so irresistible.’

Toen ze haar eerste stapjes als soloartieste zette, zong Björk al over het broze mirakel dat de mens is, een speelbal van passies en emoties. Haar eerste single, Human Behaviour, bekeek de homo sapiens vanuit een niet-menselijk standpunt, dat van een wild dier dat met wijd geopende ogen naar die naakte, dominante aap staart.

Nu, vijfentwintig jaar later, zijn verwondering, de mens, zijn zieleroerselen en de fauna en flora in zijn omgeving nog steeds een thema bij Björk. ‘Op IJsland is er geen verschil tussen natuur en werk’, zegt ze in Work in Progress, een reeks korte webdocumentaires waarvan de eerste aflevering focust op Björks samenwerking met Jesse Kanda (die de visuals voor haar video’s maakt). ‘Mensen refereren er niet aan de natuur. Ze zíjn de natuur.’ Op Utopia, haar negende, eind vorig jaar verschenen album, is de grens tussen mens en natuur nauwelijks waarneembaar. Björks muziek wordt daarop beademd door vogelgezang, door een fluitensemble en door de bries die een harp doet trillen: Utopia is haar meest ‘aards’ klinkende album tot nu toe, een plaat die pleit voor romantiek en compassie, een plaat over de mens en big time sensuality, quoi.

Een dating-app die op basis van je platencollectie een match zoekt: zou dat geen geweldige manier zijn om nieuwe mensen te leren kennen?

Zelf heeft Björk het haar ‘Tinder-album’ genoemd. Op een onbewaakt moment, zo blijkt wanneer we haar spreken. ‘Dat was een grapje. Een dwaas grapje, bovendien. I have a terrible sense of humor.’ Het gegiechel dat daarop volgt, kan maar van één persoon ter wereld komen. ‘Met échte liefde heeft Tinder weinig te maken. Ik gebruikte die vergelijking eerder om een bepaald gevoel, een bepaalde emotie te beschrijven. Een zekere openheid, een nieuwsgierigheid, de bereidwilligheid om aan een nieuwe periode te beginnen. Eigenlijk is Tinder voor elke mens zo’n beetje een scharniermoment, tussen een laatste hoofdstuk en een eerste, nieuw hoofdstuk.’ En zelf heeft ze geen ervaring met de dating-app. ‘Nee jong, natuurlijk niet! Weet je in wat voor een dating-app ik wél geïnteresseerd zou zijn? Eentje die op basis van platencollecties een match zoekt. Zou dat geen geweldige manier zijn om nieuwe mensen te leren kennen? Anoniem, enkel op basis van je muzieksmaak?’

Met die anonimiteit zou het in haar geval op Tinder nochtans best kunnen meevallen: sinds Vespertine (2001) is Björk nauwelijks nog herkenbaar op een platenhoes of podium verschenen. Vanaf Medúlla (2004) deden de intussen bekende maskers hun intrede. Zonder zo’n masker zou je haar tegenwoordig met moeite nog herkennen. ‘Je hebt een punt’, knikt ze. ‘Een leven in de cameraflitsen vond ik maar niks. Dat is niet de esthetiek waar ik zelf voor kies. Al die foto’s, al die herkenning: het voelt alsof iemand mijn energie binnendringt, mijn energie steelt. Met een masker op draai ik de rollen om: dan ben ik zélf degene die kiest welke energie ik uitstraal, welke indruk ik wil nalaten.’

'Ik vind het gewoon leuk om te doen alsof ik van een of ander futuristisch eiland kom.'
‘Ik vind het gewoon leuk om te doen alsof ik van een of ander futuristisch eiland kom.’

Maar daar doet ze het eigenlijk niet om. ‘Als artiest vind ik het visuele aspect van muziek even belangrijk als de geluiden. Met die maskers wil ik dus niks verstoppen, wel integendeel. Met een masker op kan ik net expressiever zijn. De vorm en de kleur van een masker – en van een kostuum – kan zo veel vertellen. Verdriet, leed en kwaadheid, maar ook opwinding, woede of verwondering. Emoties die je niet alleen in iemands ogen kunt lezen, maar in je hele expressie. En’, giechelt ze ‘ik vind het gewoon leuk om te doen alsof ik van een of ander futuristisch eiland afkomstig ben, een menselijke hybride die tussen allerlei andere vreemde wezens leeft.’

Haar gelaat kan ze verbergen, er is één ding dat Björk, zelfs met een bivakmuts en zonnebril op, altijd zal verraden: haar stem. Het is haar voornaamste handelsmerk, als sinds de beginjaren van haar carrière bij The Sugarcubes. ‘Het sensuele gefluister, de jankende keelklanken’, zoals PitchforkBirthday, de debuutsingle van The Sugarcubes, beschreef in zijn lijst van 200 beste songs van de jaren tachtig. Met Medúlla bouwde ze een compleet album rond de stem, het eerste en voornaamste muziekinstrument van de mens. Wat zou er gebeuren mocht ze dat instrument verliezen? ‘Och, ik ben mijn stem al vaak verloren, hoor’, klinkt het opgewekt. ‘Toen ik nog in punkbandjes zong, speelde ik mijn stem constant kwijt. Ik ben het belang ervan pas met de jaren beginnen in te zien. Misschien pas echt toen ik Vespertine maakte, een plaat die ik heb geschreven met enkel een laptop en mijn stem. Tegelijk heeft dat album me ontkoppeld van het idee dat ik enkel maar ‘een zangeres’ ben. Sindsdien ben ik zelfvoorzienend. Ik kan zelf producen, zelf mijn arrangementen schrijven, ik ben meer dan louter ‘een stem’. Ik bedoel maar: het heeft bijna drie jaar gekost om Utopia te maken, en in die periode heb ik hoogstens tien uur gezongen. Terwijl het maanden heeft gekost om die plaat te monteren, te masteren, te mixen. Snap je? Dus zelfs al ik mijn stem voorgoed zou verliezen, dan nog zou ik muziek blijven maken, honderd procent zeker.’

Ze zingt nu beter dan toen ze twintig was, weet Björk, een voordeel van het ouder worden. ‘Ik groei samen met mijn stem’, zegt ze. ‘Zingen is iets dat continu verandert, iets dat groeit. En dat moet je vieren. Een van de leukste dingen ter wereld is naar een afgelegen eiland gaan, de zee in zwemmen, je mond opendoen en je stem alle vrijheid geven, wat er ook uit uitkomt. Of je nu 25 of 55 bent, maakt niet uit. Jong en oud, van Papoea-Nieuw-Guinea tot Peru of Engeland, de stem is het ultieme instrument om jezelf uit te drukken. Dáárom ben ik zo’n fan van karaoke. (lacht)

Violen zijn afgrijselijke dingen, maar met een fluit kun je iemand kússen.

Zit er muziek in élke stem? Ook in die van pakweg Donald Trump? Er klinkt twijfel aan de andere kant van de lijn. ‘Tja, wat moet ik daarop antwoorden?’ Alsof ze zich gepakt voelt op eigen terrein. Utopia is deels een reactie op de verkiezing van president Trump. Zijn vrouwonvriendelijke uitspraken joegen Björk de kast op, maar vooral zijn betwisting van de klimaatopwarming en zijn afkeer van het klimaatakkoord van Parijs brachten er haar mede toe om een album te maken waarop liefde en hoop centraal staan. ‘Of je de persoon Trump nu kunt luchten of niet, zijn complete onverschilligheid – als president van het machtigste land ter wereld – tegenover het leven op onze planeet zou je in elke molecule moeten raken. Komaan, hoe ongevoelig en bekrompen kun je zijn? Dit gaat niet over macht, of over grenzen, het gaat over overleven, het overleven van onze hele planeet. Dat is toch iets wat elk wezen van nature wil, overleven?’

Ze vertelt dat ze in de aanloop naar Utopia veel onderzoek gevoerd heeft naar oude beschavingen, naar allerlei inheemse volkeren. En telkens kwam ze uit bij de fluit, het instrument dat volgens sommige beschavingen de geest van de mens herbergt. ‘Veel menselijker dan pakweg de viool. Eigenlijk zijn violen maar afgrijselijke dingen’, lacht ze. ‘Met een fluit kun je iemand kussen. Je blaast leven in iets, letterlijk! Het is zo een fris, levendig geluid. Zelfs met een synthesizer kun je dat nauwelijks nabootsen. Fluiten kunnen we ook zonder instrument, gewoon, met onze lippen. Fluiten doet je dromen over het leven. Fluiten staat voor een nieuw begin, waarbij elke hap naar adem een nieuwe start is.’

Behalve fluit, harp en stem is er nog een prominente aanwezige op Utopia: Alejandro Ghersi, de Venezolaanse producer achter het alias Arca, die al hand- en spandiensten verrichtte voor FKA Twigs, Kelela en Kanye West. Ook op de voorganger van Utopia, het in hartzeer badende Vulnicura (2015), werkten de twee al samen, maar op Utopia was Ghersi van bij het begin betrokken partij. ‘We smolten samen’, zei Björk daar eerder over. ‘Er gaapt een hele generatie tussen ons, maar gaandeweg beseften we dat we op filosofisch vlak heel wat delen.’

Knack Focus sprak met Björk: 'Ik heb nog altijd een litteken van die keer in de Boccaccio'

Björk kan zijn bijdrage aan Utopia niet genoeg benadrukken. ‘Alejandro kent mijn discografie beter dan ikzelf. Door me te herinneren aan bepaalde, obscure tracks heeft hij lang verborgen kantjes van mezelf weer naar de oppervlakte gebracht. Hij heeft heel veel tijd en energie in deze plaat gestoken. Daar ben ik hem heel dankbaar voor.’ Arca vergezelt haar niet op de tournee die haar straks ook naar Gent brengt – ‘hij moet zijn eigen muziek kunnen spelen’ – maar daarvoor kan ze wel rekenen op de diensten van de Oostenrijkse percussionist Manu Delago (die haar al sinds de Biophilia-tour begeleidt), een zevenkoppig fluitensemble en een harpiste. En de vogels op Utopia, gaan die ook mee op tournee? ‘Dat zou ik wel willen, ja!’ lacht ze. ‘Maar ik zal ze eerst zover moeten krijgen dat ze een contract tekenen.’

De vogelsamples op Utopia verzamelde Björk vooral in audiotheken in Venezuela, het thuisland van Arca. ‘Niet omdat ik me de Venezolaanse cultuur wilde toe-eigenen, maar omdat het exotische geluiden zijn. En met ‘exotisch’ bedoel ik het tegenovergestelde van ‘normaal’, het tegenovergestelde van saai. Exotisch, zoals het paradijs exotisch is, snap je?’

Of Gent, waar haar op 11 juli het Sint-Pietersplein wacht, ook een exotische plek is, willen we nog weten. Of is ze er al eens eender geweest? ‘Jazeker’, klinkt het resoluut. ‘Ik was nog een tiener toen ik de eerste keer in Gent kwam. Mijn vrienden en ik hadden er een missie van gemaakt om te gaan dansen in die bekende new-beatclub. Hoe heette die ook alweer?’ De Boccaccio, misschien? ‘Ja, dat is het! Ik zal het niet licht vergeten. De security gedroeg zich toen erg agressief. Ze hadden verdorie honden bij. Een ervan heeft zelfs in mijn lip gebeten. (lacht)’

Wanneer we mevrouw Gudmundsdóttir toewensen dat haar volgende ervaring met Gent van een meer liefdevolle en positiever aard moge zijn, weerklinkt opnieuw die bekende giechel. ‘Oh, maar het was helemaal geen negatieve ervaring, hoor! Ik beschouw dat litteken als een van mijn eretekens.’

Björk

Op 11 juli op het Sint-Pietersplein, Gent. Alle info: bjork.gent

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content