Klarafestival overschrijdt de grenzen

Het begrip ‘elitair’ verdwijnt stilaan maar zeker uit de hoofden van de organisatoren én het publiek.

Wie zijn ze eigenlijk, de vele tienduizenden die elk najaar de klassieke festivals bevolken? In bepaalde gevallen is dat overduidelijk: Odegand (17/09) richt zich naar een breed publiek met veel cross-over en wereldmuziek. Een festival voor nieuwe muziek zoals het Leuvense Transit (21-23/10) kiest dan weer duidelijk voor minder maar sterk betrokken toehoorders.

Maar wat al die festivals samen meer en meer bewijzen is dat het begrip ‘elitair’ ondertussen uit de hoofden van de organisatoren én de muziekliefhebber is verdwenen. Alles bij elkaar zijn de klassieke festivals er voor een breed publiek, niet door de drempel lager te leggen maar door zo veel niveaus en zintuigen aan te spreken dat velen er herkenningspunten in vinden. Hetzelfde geldt trouwens voor een goed theaterstuk of een goede tentoonstelling.

Het Klarafestival (01-19/09) is een van de grootste in zijn soort, en de laatste jaren een perfect voorbeeld van die houding. Het wordt samengebracht onder één thema (dit jaar ‘Imagine Paradise’) dat, laten we eerlijk zijn, een beetje vaag is en af en toe lichtjes geforceerd wordt om de meer dan dertig concerten erin te persen.

Natuurlijk zwaait het festival ook met grote namen, dirigenten René Jacobs of Roger Norrington, cellist Steven Isserlis, violist Daniel Hope, pianisten Ronald Brautigam en Alexander Melnikov, om er een paar te noemen. Die trekken op zich een bepaald publiek aan.

Op onveilig spelen

Maar het meest opvallende kenmerk van het Klarafestival is toch dat het net níét op zeker speelt. U zult er betrekkelijk weinig muziek uit het standaardrepertoire vinden en bijvoorbeeld nogal wat van de allerbeste twintigste-eeuwse werken. Ongetwijfeld een belevenis wordt bijvoorbeeld het concert van Andres Mustonen en het Lets Staatskoor (Lux Aeterna, 06/09), dat de link legt tussen zestiende-eeuwse polyfonie (Victoria, Ockeghem, Taverner) en hedendaags werk van componisten als Penderecki, Ligeti of Henze.

Binnen de concerten worden grenzen overschreden en verrassende verbanden gelegd, maar ook als je het geheel bekijkt is het spectrum van het Klarafestival erg breed, van Brittens War Requiem (Brussels Philharmonic onder Neville Marriner) via een concertante uitvoering van Haydns Orlando Paladino (het Freiburger Barockorchester onder leiding van Jacobs) tot een eerste concert van zingende kinderen tussen 6 en 13 uit het Brusselse (Shanti! Shanti!, 11/09). En dan zijn er nog multimediale projecten als de Liszt-zoektocht van acteur Jan Decorte en pianiste Claire Chevallier (Liszt/o death, 09/09) of Via dolorosa met beelden van Carl De Keyzer (03/09).

De voorbije jaren hebben bewezen dat het publiek met die nieuwe kijk op festivals helemaal niet afhaakt, integendeel. Wie zijn ze dan eigenlijk, die talloze geïnteresseerden? Alvast zeker niet enkel nog het grijzende, elitaire publiek van een paar decennia geleden. Spelen op onveilig loont.

Peter Vandeweerdt

Klarafestival, van 1 tot 16 september in Brussel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content