De strijd is gestreden, de keien in de rivier zijn versleept: weldra is het uit met Iggy en de pop. Nog één plaat heeft de 68-jarige krijger uit zijn afgepeigerde botten geschud: Post Pop Depression, sardonisch genoemd naar wat de wereld straks te wachten staat. Producer en cosongschrijver Josh Homme mag het allemaal uitleggen. ‘Hiermee maakt Iggy Pop een inhaalbeweging waar niemand nog naast zal kunnen kijken.’

Hier reeds moet het eruit: Post Pop Depression is een van de indrukwekkendste vlekken op de stilte die Iggy Pop ooit heeft achtergelaten. Dit trotse werk klauwt zich een weg naar de hoogte waar The Idiot, Lust for Life, Kill City, New Values en American Caesar een select kransje vormen te midden van het mijnenveld van Iggy’s ongelijke discografie. Maar het boek wordt hier dus ook dichtgeklapt. Of het een truc van de lepe oude vos is om van de buitenwacht een laatste, onverholen oordeel af te dwingen over zijn verbluffende bijdrage aan de rockmuziek, zal moeten blijken. Feit is dat Post Pop Depression een persoonlijke, doordachte maar toch rauwe plaat is, opgetrokken uit herinneringen, (laatste) wensdromen en op bikkelharde wijze verworven levenswijsheden. Het is ook het scharnierpunt waarop Iggy zijn gelooide en getekende huid begint af te werpen om finaal tot Jim Osterberg terug te keren.

Om dat allemaal te kunnen beredderen, vroeg de heer Pop assistentie van niet de eerste de beste: Josh Homme, Queen of the Stone Age en in die hoedanigheid een van de grootste verzoeners van de rock en de roll van de jongste twintig jaar. Homme droeg verder nog gitarist Dean Fertita (QOTSA en The Dead Weather) en drummer Matt Helders (Arctic Monkeys) voor, live zal dat kwartet er een laatste lap op geven met de hulp van Troy Van Leeuwen (QOTSA) en Matt Sweeney. Hopelijk is Josh Homme tegen dan al een beetje bekomen.

JOSH HOMME: Zal ik maar meteen iets bekennen? Iggy en ik hebben tamelijk ernstig met de gedachte gespeeld om deze plaat nooit uit te brengen. Om precies te zijn: hij wierp het op en ik ging akkoord. Echt, ik zou er vrede mee hebben gehad. We vonden allebei ons werk geweldig, maar wat de buitenwereld ervan zou vinden, leek ons volstrekt onbelangrijk. Het creëren ervan alleen had onze behoeftes volkomen bevredigd. Ik heb dingen geleerd, gegeven, passioneel beleefd. Ik heb me met open ogen en open armen overgeleverd aan een moment. En dat moment was voorbij toen de plaat af was. Meteen nadat Iggy zijn laatste teksten had gezongen, voor het nummer Sunday, voelde ik me volkomen leeg. Emotioneel en artistiek bankroet. Want niets was ongezegd of ongebruikt gebleven. Alles wat iedereen aan deze ervaring had kunnen bijdragen, was gegeven. Niemand had beter kunnen doen. Onmogelijk. En Iggy maar herhalen dat het wel eens zijn laatste plaat zou kunnen zijn, dat hij niets meer in zich had. Ook daarom was de titel zo opportuun. Als dit werkelijk Iggy’s ereronde is, staat ons allemáál een Post Pop Depression te wachten.

Het begon allemaal met een sms. Waarom heeft Iggy jou aan de mouw getrokken en niemand anders?

HOMME: Tja, ik kan natuurlijk maar hopen dat mijn muzikale palmares er iets mee te maken had. Mocht hij me uitverkoren hebben omdat ik zo goed kan koken en dansen, dan zou ik het daar toch lastig mee hebben. (lacht)

Naar ik begrijp zou het feit dat The Stooges en The Idiot en Lust for Life jouw leven danig overhoop hebben gegooid er iets mee te maken kunnen hebben.

HOMME: Daar heb ik ook nooit een geheim van gemaakt. Toen ik met mijn vorige band Kyuss het gevoel had dat we op een dood spoor waren beland, liep ik er gedesillusioneerd bij. Ik had geen flauw benul van wat me te doen stond. Ik voelde me alsof ik in een sekte zat, zo veel dogma’s hadden we onszelf opgelegd. Ik zal het nooit vergeten: we waren door Duitsland aan het toeren toen mijn aandacht voor het eerst bij The Passenger bleef hangen. Serendipiteit: het stond in de sterren geschreven dat ik die muziek dáár en dán zou ontdekken. Het is tenslotte een van de grootste krakers uit zijn Berlijnse periode. Bovendien had ik net met Ween getoerd, een groep die alles speelde wat ze maar wilde, wanneer ze maar wilde, hoe ze maar wilde. Toen begon er iets te borrelen: als ik nu die attitude van Ween combineer met de stringente werkethiek van Kyuss en de eerlijkheid van die Iggy-platen, en daar mijn eigen stem overheen kan laten schallen, mijn eigen persoonlijkheid, dát zou nog eens iets zijn om na te jagen. Iggy heeft me de uitweg getoond, en daar ben ik hem eeuwig dankbaar voor.

Wat gebeurde er meteen na zijn sms? Brainstormen? Afwachten? Nagels bijten?

HOMME: Een heel goed gesprek, mijn beste. Zo’n twee uur lang hebben we elkaar wat afgetast, op zoek naar wat we gemeen hebben. Dat bleek van alles te zijn. Onder andere een liefde voor primitieve, bonehead-achtige rock-‘n-roll, haha. Daarnaast: een interesse in Zuid- en Midden-Amerika. En een appreciatie voor duister, dramatisch cabaret zoals je dat voor de Tweede Wereldoorlog in Berlijn vond. Maar we hebben direct ook enkele spelregels voor onze samenwerking vastgelegd. Zoals: absolute geheimhouding. We zouden ook niets in elkaar zetten voor we effectief samen in de studio zaten. We zouden alles zelf betalen, zodat we niemand verantwoording schuldig waren. Het stond ook vast dat we in de woestijn van Joshua Tree zouden opnemen. Dus zei ik: als het resultaat ons niet zint, dan neem ik een schop en begraaf ik de boel. Hoeft geen luis het te horen.

Bij wijze van spreken, neem ik aan.

HOMME: Nee, man. Natuurlijk: ik ging alles, maar dan ook álles uit de kast halen om dit tot een bevredigend einde te brengen. Ik koesterde al lang de stille hoop om samen met Iggy een plaat te maken. Maar ik zou zelf nooit de eerste stap hebben gezet. Dit was iets wat mijn richting moest uitwaaien, zodat we elkaar met evenveel respect tegemoet konden treden, snap je? Zodat ik meester bleef over mijn beoordelingsvermogen en niet zou barsten van de idolatrie. Ik ben dus niet als fan aan deze plaat begonnen. Dat zou alleen maar tot grote verwarring hebben geleid. En waarschijnlijk tot een lege doos. Het mocht ook niet té comfortabel worden, want je weet pas dat je een goeie plaat aan het maken bent als je risico’s neemt.

Zijnde, in dit geval?

HOMME: Een van de uitgangspunten was: let’s not try to rock. Geen heavy muziek. Laat het ding maar zelf zijn koers bepalen. Wat deze plaat in mijn ogen zo uitzonderlijk maakt, is dat 68-jarigen die dit soort muziek maken heel dun gezaaid zijn. Voor hen is rock-‘n-roll ook niet bedoeld, denk ik zo. (lacht)

Een van de songs heet American Valhalla. Wat mogen we ons daarbij voorstellen?

HOMME: Dat was gewoon een van de vele op tafel gegooide ideeën die zijn uitgegroeid tot concepten waarop we wat langer hebben gekauwd. Ik was ermee begonnen door te zeggen dat ik het Walhalla superieur vind aan de paradijzen van andere religies. Omdat je iets nobels en moedigs en hards moet hebben gedaan om er binnen te raken. Je demonen te lijf zijn gegaan, bijvoorbeeld, met een glimlach op je smoel bovendien. Toen dacht hij luidop na over wat de toelatingsvoorwaarde voor een Amerikaans walhalla zou zijn. Of je iemand kon meebrengen, bijvoorbeeld. Dat vond ik een van de mooiste kanten van onze samenwerking: we waren aan het praten en onmiddellijk trok hij dat gesprek in zijn referentiekader, zijn wereldbeeld, zijn songteksten. Iggy is een van Amerika’s grootste dichters en schrijvers. Dat merk je aan hoe spaarzaam hij met taal omspringt: met een minimum aan zinnen brengt hij zijn boodschap maximaal over. Hij eindigt American Valhalla met de woorden: ‘I have nothing but my name.’ Wat hij bedoelt: je verlaat deze wereld op precies dezelfde fucking manier als je bent binnengekomen. Wat je in jouw tijd hier ook hebt proberen te bewijzen, daar komt het op neer, wanneer al het stof is gaan liggen. En god weet tegen hoeveel bierkaaien deze vent heeft gevochten. Vooral met The Stooges, een band die zijn tijd zo ver vooruit was dat ze is bespuwd en beschimpt. Daarom vond ik dat zo mooi gezegd van hem. Maar toch is het geen zwaar nummer, geen pletwals.

Dat geldt voor de hele plaat: in your face maar filosofisch.

HOMME: Ja. Hij vuurt al die retorische vragen af. Wat nu? Welke passen heb ik nog te zetten? Wat rest mij nog?

Wat denk jij?

HOMME: Geen idee, man. Leven is gebeurtenissen opstapelen. Met elke ervaring groei je verder, alsof je een ladder beklimt. Wat betekent dat je de dingen steeds maar weer van op een nieuwe hoogte ziet. En Iggy staat veel hoger dan ik, dus mijn commentaar in deze zou niet relevant zijn. Zoals ik al zei: zijn uitzicht daarboven is uniek. Dus als hij zegt dat hij er na deze plaat mee kapt, begrijp ik hem. Maar ook weer niet. Mocht het waar zijn, dan zou dat ons werk natuurlijk nog belangrijker maken én mijn ego strelen. Het zijn tegenstrijdige gevoelens.

Het is misschien een analyse waar men makkelijk in trapt, maar ik hoor echo’s van veel andere goeie, of op zijn minst eerlijke Iggy-platen: het gevoel op een klip geworpen te zijn van Kill City, het afwerpen van het harde rockkeurslijf op Avenue B.

HOMME: Iggy is een kunstwerk met meerdere panelen, zoals Het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck uit België, haha. De ene broer was de ontwerper, de andere de schilder. Mijn taak was om het beste kader te scheppen waarin Iggy zijn gang zou kunnen gaan. Het was een symbiotische relatie, maar wel een waarbij verrassing centraal stond. Vandaar dat ik op het einde van Sunday die orkestratie en die dameszang heb geplakt. Dat had hij niet zien aankomen. (lacht)

Waar gaat dat laatste nummer Paraguay over?

HOMME: We hadden die song al enkele keren doorgenomen maar we konden er maar geen geschikt slot voor vinden. Dus jutte ik hem wat op: ‘Afronden, Iggy!’ Alsof het niets was, improviseerde hij daarop de ene na de andere tirade, schudde ze zomaar ter plekke uit zijn mouw. Ik hield meteen van de wending die hij dat nummer daarmee gaf. Het begin is gestoeld op het verlangen om naar Paraguay uit te wijken. Een laatste rustplaats, zoiets. Maar dan volgt die mentale wissel: no, I’m not gonna make it, but fuck you. (lacht) Of dat wel het juiste sentiment was om de plaat mee te beëindigen, daar hebben we het toen even over gehad. Maar al vrij snel kwam de conclusie bovendrijven: als er iemand is die de moderne wereld zijn gestrekte middelvinger mag laten zien, is het waarschijnlijk wel Iggy.

De geblutste veteraan.

HOMME: Een rol die hem als gegoten zit. Je hoeft jezelf niet af te vragen of hij het meent of niet.

Ik ben verheugd om Iggy, of Jim, nog eens ongeremd te horen croonen. Niet alleen omdat hij Frank Sinatra hoog heeft zitten, hij kán het ook. Ik bedoel: je gelooft hem.

HOMME:I could not agree more. Vandaar dat de instrumentatie, de distortion, het lawáái op de hele plaat naar achter moest worden gefloten: zodat hij en alleen hij vooraan pal bleef staan, als een felle gloed. Daar moest ik Iggy krijgen, op dat punt waarop hij opgelucht kon ademhalen. Wars van elke verwachting waaraan hij of wij, de muzikanten, dachten te moeten toegeven. Weet je wat het is met Iggy? Mensen raken gefixeerd op bepaalde aspecten van hem, op het idee van wie hij is, en het enige wat ze langs hun oogkleppen nog zien is dat idee. Iggy die zichzelf met gebroken glas openhaalt op het podium. Die zichzelf met pindakaas insmeert. Iggy de gek. Maar niemand is bereid het intellect te zien van wat ervoor nodig is om jezelf zo ver te drijven en dat iets waarachtigs te laten zijn. Op deze plaat maakt zijn intelligentie, zijn literaire geest een inhaalbeweging. Die oogkleppen zullen afvallen. Deze keer kan niemand ernaast kijken.

En als dat toch zou gebeuren, kan het hem geen moer meer schelen?

HOMME: Amen. (lacht)

Post Pop Depression zal voor jou persoonlijk ook verbonden blijven met wat je makkers van Eagles of Death Metal in de Bataclan op de nek is gevallen.

HOMME: Dat was verschrikkelijk. En niet omdat het niet veel heeft gescheeld of ik zat daar die avond achter de drums. Je kunt je daar wel overheen zetten, maar niet zonder dat het iets in je psyche onherroepelijk verandert. Sommige dingen die gebeurd zijn, gaan nooit meer weg. Dingen die ik niet begrijp en ook nooit zal begrijpen. Als je je dan op een taak kunt werpen waar je immens veel om geeft, namelijk deze plaat afwerken, dan helpt dat. Dit was een vuur waaraan ik me heb kunnen warmen. Eens te meer heeft de muziek me de weg getoond.

Jij ook amen.

POST POP DEPRESSION

Op 18/3 uit bij Caroline.

DOOR KURT BLONDEEL

‘IGGY EN IK HEBBEN MET DE GEDACHTE GESPEELD OM DEZE PLAAT NOOIT UIT TE BRENGEN. ECHT, IK ZOU DAAR VREDE MEE GEHAD HEBBEN.’

‘ALS JE JE NA ZO’N TRAGEDIE ALS DE BATACLAN OP IETS KUNT STORTEN WAAR JE IMMENS VEEL OM GEEFT, ZOALS DEZE PLAAT, DAT HELPT.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content