Jazz Middelheim – dag 3: De dag dat Cécile McLoren Salvant een ster werd

De New Orleansdag op Middelheim bracht niet helemaal wat ervan verwacht werd. Eén vrouw steeg boven alles uit: Cécile McLorin Salvant werd Big in Belgium.

CECILE MCLORIN SALVANT: Binnen door de grote poort *** 1/2

Jazz Middelheim - dag 3: De dag dat Cécile McLoren Salvant een ster werd
© Jos L. Knaepen

Na een potje gladde en weinig inspirerende Memphis blues van Robin McKelle and the Flytones, die zich van festival leken te hebben vergist (is er dan echt geen degelijk talent van eigen bodem te vinden om zo’n dag vol tributes te beginnen?), kon Cécile McLorin Salvant het publiek van een uitgeregend Middelheim moeiteloos inpakken. Zonder kapsones én met een grote strik. Dat deze 25-jarige zangeres met Frans-Haitiaanse roots een verfrissende verschijning is, wisten we al van haar passage op Gent Jazz twee jaar geleden. Toen maakte ze een overweldigende indruk, zij het tussen de bedrijven door, op een bescheiden zijpodium.

Op Middelheim kwam ze in grote stijl bevestigen. Haar perfecte dictie, weergaloos brede vocale bereik en het verbazende gemak waarmee ze aan elke lettergreep bijzondere aandacht en kleur geeft, zijn genoeg redenen om de dit keer niet eens zo ver gegrepen vergelijkingen met de grote jazzdiva’s als Sarah Vaughan of Anita O’Day te rechtvaardigen. Haar originele keuze voor een vergeten repertoire zijn de icing on the cake.

De rode draad was vooroorlogse blues en hokum van Bessie Smith (Haunted House Blues), Ethel Waters (Sweet Man Blues), Leroy Carr (Papa’s on the House Top) tot Billie Holidays lijfstuk Fine and Mellow. Hier en daar zijn de barokke capriolen en jeugdige ironie misschien nog wat misplaatst, zoals in Irving Berlins wondermooie ballade ‘Remember’. Maar haar ingetogen versie van Barbara’s ‘Le Mal De Vivre’ – overigens in perfect Frans gezongen – oversteeg wat ons betreft zelfs het origineel. Met tijd en boterhammen kan McLorin Salvant uitgroeien tot een van de belangrijkste toortsdragers van de vocale jazztraditie. Heck, ze is het nu misschien al. Die staande ovatie had ze alvast dubbel en dik verdiend.

(Frederik Goossens)

SETLIST: Fog; Sweet Man Blues; Nothing Like You; Haunted House Blues; Most Gentlemen Don’t Like Love; Black Butterfly; Papa’s on the House Top; Remember; Fine and Mellow; Le Mal de Vivre; Never Will I Marry; You oughta be ashamed (Bessie Smith).

JASON MORAN – Fats Waller Dance Party: Gelieve niet te dansen (**1/2)

Jazz Middelheim - dag 3: De dag dat Cécile McLoren Salvant een ster werd
© Jos L. Knaepen

Jason Moran met masker van Fats Waller als gastheer van een uitbundig feestje, wie keek er niet naar uit? Maar een slechte klank en een zangeres die te geforceerd vroeg om mee te zingen en met de armpjes te zwaaien, leidden vooral tot een wrange nasmaak.

Met de cd ‘A Joyful Elegy For Fats Waller’ illustreerde Jason Moran hoe hij zich de wereld voorstelde van de man die bijna honderd jaar geleden jazz verrijkte met humor en showelementen. Een typische Moran-benadering boordevol vindingrijke en gedurfde invalshoeken. De verwachtingen voor de liveshows waren dan ook hooggespannen.

De introducties lieten telkens het beste vermoeden. Nu eens Moran solo aan de piano, wat later een hippe mix van electrobeats en loops of een vervormd ragtimeritme en vooral het uitbundige openingsnummer, Manu Dibangos ‘Soul Makossa’ waardig. De pret werd echter snel bedorven door een lamentabel geluid, toch in de tweede helft van de tent. Zodra drummer Charles Haynes aan het meppen ging, verdween elke nuance van ritme. De zang van Lisa Harris klonk schril. Dat ze al joggend iedereen aanzette om mee te zingen en te klappen, was ook al niet erg subtiel. Een hemelsbreed verschil met wat Cécile McLorin Salvant een uur voordien bracht.

En toch werd er een feestje gebouwd en ging het publiek uit de bol. Overal, behalve in de vip-zone, waar de security de feestgangers vooraan in het geprivilegieerde vak vroeg om dringend te zitten terwijl de band zich uitsloofde om iedereen aan het dansen te krijgen. Een tweeslachtige houding die kenmerkend was voor het hele concert. Want wie was nu de man achter het grote masker van papier-maché? Een gangmaker van puur entertainment, of een pianist die op gedurfde wijze zijn eigen imago ondermijnde? Een optreden dat sowieso zal blijven nazinderen, zij het niet bij elkeen om dezelfde reden.

(Georges Tonla Briquet)

SETLIST: Jingolo ba (Babatunde Olatunji); Yacht club swing (Fats Waller); Honey suckle rose (Fats Waller); Ain’t misbehavin’ (Fats Waller); Two sleepy people (Hoagy Carmichael); Fat lick (Jason Moran); Ain’t nobody’s business (Fats Waller); Sheik of Araby (Ted Snyder) / I found a new baby (Jack Palmer and Spencer Williams); Jitterbug waltz (Fats Waller).

DR. JOHN – The Spirit of Satch (** 1/2): Gered door de gasten

Jazz Middelheim - dag 3: De dag dat Cécile McLoren Salvant een ster werd
© Jos L. Knaepen

Vorig jaar bracht The Nighttripper een ode aan Louis Armstrong uit nadat de meester aan hem was verschenen in een droom. “Hij zei: “Do my music your way”, vertelde Dr. John toen aan Knack Focus. “Eén zin. Daar moest ik het mee stellen. Een kolossale opdracht. Het heeft weinig zin om die klassieke songs trouw aan het origineel af te haspelen. Daarom heet de plaat ‘The Spirit of Louis Armstrong ‘, en niet ‘The Music of Louis Armstrong’.” Voor de trompetpartijen nodigde hij toen Nicolas Payton en Terence Blanchard uit, twee homeboys uit New Orleans.

’s Mans komst naar Middelheim bezorgde ons the jitters. Hoe ver zou hij live gaan in zijn bewerkingen? Zou het concert minder Las Vegas zijn dan zijn recente passage in De Roma? En wie zou de rol van leadtrompettist op zich nemen?

We kwamen er meteen achter bij het openingsnummer: een vurig uptempo versie van ‘What a Wonderful World’ met… Gentenaar Bart Maris in de hoofdrol. Festivaldirecteur Bertrand Flamang had Dr. John geen geschiktere kandidaat kunnen aanbieden: geen trompettist in dit land heeft meer growl en podiumflair om dit materiaal in korte tijd naar zijn hand te zetten. Een snedig ‘Mac The Knife’ volgde, saxofonist Benjamin Herman gleed mooi door ‘That’s My Home’, maar toen zakte het concert als een soufflé in. De band, die teerde op de matige arrangementen van tromboniste Sarah Morrow, zakte achterover in een gezapig mediumtempo, waarbij het materiaal van Armstrong er nauwelijks nog toe deed. ‘Motherless Child’, ‘Dippermouth Blues’, ‘Didn’t He Ramble’: monumentale songs werden inwisselbaar, en de Doctor leverde ze met uitgestreken gezicht af.

Uiteindelijk waren het de gasten die dit concert redden: Maris liet zich helemaal gaan in de sleper ‘Memories of You’ en ‘When You’re Smiling’, en Cécile McLoren Salvant – de koningin van deze dag – tilde ‘Nobody Knows the Trouble I’ve Seen’ en een heel trage versie van ‘When the Saints Go Marchin’ In’ naar een exalterend slot. En dan: afsluiten met het even onontkoombare als onweerstaanbare ‘Such a Night’. Werd het toch nog een beetje feest.

(Bart Cornand)

SETLIST: Wonderful world; Mac the knife (Kurt Weil); That’s my home; Gutbucket blues; World on a string; Wrap your troubles; Do you call that a buddy; You rascal you; Motherless child; Memories of you; Dippermouth blues; Nobody knows; When you smilin’; Didn’t he ramble; When the Saints go marching in; Lay my burden down; Such a night (Dr. John).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content