PAUL McCARTNEY 18/6/1942 – 9/11/1966

Komende week is het exact vijftig jaar geleden dat Paul McCartney overleed. Of toch: dat is wat de omvangrijkste en bekendste samenzweringstheorie uit de popgeschiedenis u wil doen geloven. ‘Paul is dead. Miss him. Miss him’: in het spoor van de moeder van alle pophoaxes.

Paul McCartney is in 1997 niet geridderd door koningin Elizabeth II. Hij richtte nooit Wings op, had nooit ruzie met Yoko Ono, werd nooit vegetariër en was niet de vader van zijn kinderen. FourFiveSeconds is een nummer van Rihanna, Kanye West en een verder volstrekt onbekende man. The Fab Four? The Fab Three plus één bedrieger. En we hebben geen idee wie u vorige zomer op Rock Werchter zag spelen, maar één ding is zeker: het was níét Paul McCartney.

Voor wie het nog niet wist: de échte Paul McCartney is al een halve eeuw dood. Volgende week is het precies vijftig jaar geleden dat McCartney tijdens de opnames van Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band ruzie kreeg met de overige Beatles, naar buiten stormde en wegstoof in zijn Aston Martin. Het werd zijn laatste rit. Nadat hij door een rood licht was gereden, crashte McCartney, waarbij hij deels onthoofd werd en zijn lichaam onherkenbaar werd verminkt. De ambulanciers konden geen hulp meer bieden: op 9 november 1966 om vijf uur ’s ochtends werd McCartney dood verklaard.

Over de motieven van wat daarop volgde, verschillen de bronnen. Volgens de ene wilden de autoriteiten het publiek het nieuws van McCartneys tragische dood besparen; volgens andere vreesde het label dat de platenverkoop van hun goudhaantjes in elkaar zou zakken. Maar het resultaat was hetzelfde: McCartneys dood werd in de doofpot gestopt en hij werd vervangen door William Shears Campbell – kortweg Billy Shears. Gevonden via een Canadese lookalikewedstrijd en met enige plastische chirurgie herwerkt tot de perfecte dubbelganger. Exact dezelfde stem, exact hetzelfde schrijftalent en exact dezelfde persoonlijkheid. Op één detail na: Campbell had aan de chirurgie een klein litteken op zijn bovenlip overgehouden en moest een snor dragen om dat te verbergen.

De drie resterende Beatles besloten mee te stappen in het verhaal en zweerden nooit de ware toedracht bekend te maken. Dat is: tot hun schuldgevoel begon te knagen en ze een reeks aanwijzingen in hun platen verwerkten middels achterstevoren opgenomen boodschappen, visuele referenties op de hoezen en cryptische verwijzingen in de lyrics. Het grote publiek mocht het niet weten, maar de oplettende luisteraar zou het wel doorhebben. ‘Paul is dead’ werd de grootste popculturele samenzwering uit de geschiedenis.

Ware het niet dat het uiteraard volstrekte en algehele onzin is.

Serieus: zó naïef zijn wij niet.

***

Niet Elvis stierf in 1977 op de plee in Memphis, maar zijn tweelingbroer Jesse Garon Presley. Gangstarap is een uitvinding van de Amerikaanse gevangenisindustrie. Britney Spears was een creatie van de regering-Bush. Beyoncé is niet de moeder van Blue Ivy – maar wel Solange. En Stevie Wonder is niet blind. Ga het internet op en je vindt voor elke artiest van de voorbije vijftig jaar een samenzweringstheorie. Maar voor de eerste, de bekendste en de uitgebreidste uit de popgeschiedenis moet u bij de dood van Paul McCartney zijn. De moeder van alle hoaxes. De legende die maar niet wil verdwijnen. En tevens de creatie van één krant. Een schoolkrant, om precies te zijn. Want zo vergezocht als de hele legende is, zo intrigerend is haar ontstaansgeschiedenis.

Voor de volledigheid: het prilste begin van de legende is onduidelijk, maar gaat waarschijnlijk terug op twee echt gebeurde incidenten van midden jaren zestig. In december 1965 had McCartney een klein ongeluk met een bromfiets in Liverpool, waarbij hij een stuk tand verloor en een litteken aan zijn bovenlip opliep. In januari 1967 was hij dan weer betrokken in een ongeval op de M1 nabij Londen. Of beter: zijn iconische Mini Cooper was betrokken. McCartney was niet in de buurt; het was een Marokkaanse kennis die de auto in de prak reed. Niettemin, na het ongeval gonsde het in Groot-Brittannië van de geruchten dat McCartney zelf achter het stuur had gezeten, iets wat een maand later officieel ontkend werd door het officiële maandblad van The Beatles. Zaak gesloten.

Dat was dat geweest, ware het niet dat het gerucht twee jaar later de oversteek naar de VS maakte, waar het terechtkwam bij Tim Harper, een negentienjarige student en schrijver voor de lokale schoolkrant van de Drake University in Iowa. Het resultaat was het artikel ‘Is Beatle Paul McCartney Dead?’ in de editie van 17 september 1969, het stuk met de eerste zogezegde bewijslast. De claims van Harper: op de hoes van Sgt Pepper’s Lonely Hearts Club Band staat een graf met daarop afgebeeld een linkshandige gitaar – McCartney was de enige linkshandige in de groep. Het nummer A Day in the Life bevatte de zinsnede ‘He blew his mind out in a car / He didn’t notice that the lights had changed’, een duidelijke verwijzing naar de gebeurtenissen. De kroon op zijn onderzoek was evenwel Revolution 9, een track van de in 1968 uitgebrachte dubbele witte. Speel dat achterstevoren af en je hoort duidelijk de zin ‘Turn me on, dead man’.

Tussen 1967 en 1971 steeg het gebruik van marihuana bij Amerikaanse studenten van 4 procent naar 51 procent.

We geven het maar mee.

In elk geval: het artikel sprak tot de verbeelding. In het bijzonder bij de niet-traditionele media. Een maand na Harpers stuk wijdde een lokale radiozender uit Detroit een uur uitzending aan het verhaal. Een van de luisteraars was Fred LaBour, een eerstejaarsstudent aan de University of Michigan, die er prompt een stuk over schreef in zijn universiteitsblad, getiteld ‘McCartney Dead: New Evidence Brought to Light’. Het nieuwe bewijs? Aan het einde van Strawberry Fields Forever hoor je John Lennon ‘I buried Paul’ zeggen. Als je een spiegel plaatst halverwege de basdrum van de hoes van Sgt. Pepper’s, verschijnt de boodschap ‘1 One IX He Die’, oftewel ’11/9 He Die’. De zwarte band rond zijn arm op de binnenhoes had dan weer het opschrift ‘OPD’, wat een Britse afkorting is voor ‘Officially Pronounced Dead’. Wat inderdaad allemaal heel erg verdacht is. Tenminste, als je negeert dat Lennon ‘cranberry sauce’ zegt, de geheime boodschap op de basdrum een ‘d’ mist en de zwarte patch er eentje is van het Ontario Police Department.

Ondertussen was ook Abbey Road verschenen, een plaat die LaBour uitvoerig onder de loep nam. Op de hoes houdt Paul McCartney een sigaret vast in zijn rechterhand, terwijl hij linkshandig was. (Werd ontkracht na wetenschappelijk bewijs dat rechtshandigen ook dingen met hun linkerhand blijken te kunnen vasthouden.) De nummerplaat van de Volkswagen Kever achter hem is dan weer 281F, een cryptische omschrijving van ’28 IF’ – McCartney zou 28 zijn, als hij nog geleefd had. (Hij zou eigenlijk 27 geweest zijn, maar soit.) En dan was er de begrafenissymboliek van het zebrapad op de hoesfoto. John Lennon loopt in witte kledij, de outfit van een priester; George Harrison draagt een jeanspak, het uniform van een grafdelver; het plechtige zwarte pak van Ringo Starr verwijst naar een begrafenisondernemer. McCartney is dan weer blootsvoets, wat een Siciliaans symbool voor de dood is. (Of een teken dat het die dag aardig warm was, zoals McCartney beweerde.)

Evenwel: behalve een reeks aanwijzingen gaf LaBour ook het hele verhaal van de legende vorm. Zowat alle details van McCartneys dood zijn uit zijn duim gezogen. De datum en het tijdstip van het ongeval, het rode licht dat genegeerd werd, de lookalikewedstrijd: stuk voor stuk door LaBour bedacht. Ook ‘William Campbell’, de naam van McCartneys vervanger, kwam van hem: LaBour wilde de lookalike eerst Glenn Campbell noemen, maar vreesde dat niemand ‘Glen met twee n-en’ zou geloven. Het ding is: dat was satirisch bedoeld. En het werd niet satirisch opgevat. Een maand na zijn stuk werd LaBour uitgenodigd voor een televisiespecial bij het New Yorkse RKO. Voor de uitzending begon, zei LaBour nogmaals tegen de producer dat hij alles zelf bedacht had. Het antwoord: ‘Well, we have an hour of television to do. You’re going to have to go along with this.’ Een satirisch stuk gebaseerd op een studentengerucht was plots nationaal nieuws geworden.

Hoe wijdverbreider het gerucht werd, hoe meer Beatles-fans zelf op zoek gingen. Voor de volledige lijst van mogelijke allusies verwijzen we u graag door naar de 26.000 tekens tellende Wikipedia-pagina ‘Paul Is Dead’. In de daaropvolgende maanden werd namelijk werkelijk alles uitgespit. De geruchten liepen zo uit de hand dat het magazine Life in november 1969 naar Schotland ging, waar McCartney zich al even met vrouw en kinderen had teruggetrokken, om te verifiëren of hij wel degelijk nog leefde. Bleek van wel. McCartney poseerde voor een coverfoto en gaf een interview. ‘Rumours of my death have been greatly exaggerated’, zei hij, een knipoog naar Mark Twain, die zeventig jaar eerder even onterecht werd doodverklaard. Alleen: McCartney mocht dan wel nog leven, dat betekende niet dat de geruchten stopten. Meer zelfs: de ‘Paul Is Dead’-theorie was ondertussen zo omvangrijk geworden dat de pogingen om ze onderuit te halen alleen maar nieuwe aanwijzingen opleverden. Zo merkten Beatles-fans onmiddellijk op dat, als je het bewuste artikel in Life tegen het licht houdt, de doordruk van een auto-advertentie doorheen het hoofd van McCartney kan zien.

Mensen hadden echt veel vrije tijd in de jaren zestig.

***

The Beatles zelf voeren er intussen wel bij. ‘This is going to be the biggest month in history in terms of Beatles sales’, was de reactie van een topman bij Capitol Records op het gerucht. Hij kreeg gelijk. Na bijna een jaar afwezigheid belandden Sgt Pepper’s en Magical Mystery Tour in november weer in de hitlijsten. Wat uiteraard opnieuw tot speculatie leidde. Hadden The Beatles, die al twee jaar van de Britse geruchten over McCartneys dood op de hoogte waren, bewust verborgen boodschappen in hun nummers verstopt? Was alles een uitgekiende marketingcampagne geweest om hun platenverkoop aan te zwengelen? En heeft Charles Manson daar dan een stokje voor gestoken?

Er is namelijk een theorie uit 1978 dat The Beatles wel degelijk stiekeme boodschappen gebruikten in hun nummers, maar dat niet meer durfden toe te geven nadat de Manson-familie in augustus 1969 aan het moorden was geslagen. Manson beweerde, zoals bekend, dat hij beïnvloed was door de verborgen boodschappen op de dubbele witte – en in het nummer Helter Skelter in het bijzonder. Wat het voor The Beatles onmogelijk maakte om toe te geven dat ze daadwerkelijk met – weliswaar anders bedoelde – allusies bezig waren geweest. Ergens houdt dat steek. Of toch tot je je realiseert dat de samenzweringstheorie eigenlijk een hoax is die dient als cover voor een doofpotoperatie. Of zoiets.

De waarheid is allicht een stuk simpeler. Een combinatie van de tijdsgeest, hype en toeval. Veel toeval. Wat nu net is waar samenzweringstheorieën vatbaar voor zijn. Na de moord op Kennedy was Amerika in de ban van de paranoia, en werden verklaringen van officiële instanties net iets meer gewantrouwd. ‘Paul Is Dead’ was de eerste casus daarvan op popvlak. Tegelijk kwam in de jaren zestig de counterculture op – en de counterculture media, die een forum boden aan het alternatieve nieuws. McCartneys dood was een analoge versie van wat het internet veertig jaar later met samenzweringstheorieën zou doen, maar dan met schoolkranten en lokale radiozenders in plaats van Reddit-fora.

En dan waren er nog The Beatles zelf, die net de nieuwe opnametechnologie ontdekt hadden: Rain was in 1966 het eerste nummer dat achterwaarts afgespeelde vocalen bevatte. Op The White Album waren daar samples, loops, versnelde en vertraagde opnames en psychedelische gitaareffecten bij gekomen, geluiden die de luisteraar niet kende – en die dus verdacht raar klonken. Hielp ook niet: dat The Beatles lsd ontdekt hadden. Vanaf Sgt Pepper’s werden hun teksten cryptischer, hun beelden spiritueler en hun platen net iets vatbaarder voor interpretatie. Voeg daar nog bij dat McCartney rond 1969 wat meer uit de media begon te blijven en een verdachte snor begon te dragen, en je hebt alle elementen voor een samenzweringstheorie.

Een góéde samenzweringstheorie. Want dat speelde ook geen onbelangrijke rol: er zat een prima spelelement in. Gezien de vrije beschikbaarheid van de hoezen, lp’s en platenspelers kon iedereen die dat wilde zelf voor speurneus spelen. Wie ooit het forum van De mol heeft bezocht, weet waartoe dat kan leiden. Onzin. Heel veel onzin.

Eén ding moet je de samenzweringstheoretici wel meegeven: als Paul McCartney écht op 9 november 1966 overleden is, was hij het niet die Ob-La-Di, Ob-La-Da geschreven heeft.

Ergens is dat wel een troostende gedachte.

door Geert Zagers

Volgende week is het precies vijftig jaar geleden dat Paul McCartney ruzie kreeg met de overige Beatles, naar buiten stormde en wegstoof in zijn Aston Martin. Het werd zijn laatste rit.

‘Rumours of my death have been greatly exaggerated’, zei McCartney in 1969 in het weekblad Life, maar daarom stopten die geruchten nog niet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content