‘Ieder kind wil drummer worden’

Drummers zijn de kneusjes van de band of net de zotsten van de bende. John Stanier van Battles is geen van beide, maar drukt wel duidelijk zijn stempel op het geluid van de groep. Een gesprek.

Drummers zijn de kneusjes van de band of net de zotsten van de bende. John Stanier van Battles is geen van beide, maar drukt wel duidelijk zijn stempel op het geluid van de groep. Een gesprek onder meer over het vertrek van frontman Tyondai Braxton, de eigenschappen van een goede drummer en die dekselse drumcomputers.

Tijdens de opnames van het nieuwe album stapte frontman Tyondai Braxton plots uit de groep. Wat is er gebeurd?
Stanier: Gewoon, op een dag zei hij: ‘Jongens, ik kap ermee!’ Hij liep de deur uit en sindsdien heb ik hem niet meer gehoord of gezien. Nu, Battles is niet het soort groep dat staat of valt met een frontman – we spelen geen standaard popmuziek hé? De vraag na Tyondais vertrek was er veeleer één van ‘Hoe gaan we dit nu doen?’, in plaats van ‘Wat gaan we nu doen?’. We functioneren even goed als trio. Het was niet alsof we plots een arm of been mistten, meer een tumor die zichzelf verwijderde. Of wacht, je kunt het gevoel het best vergelijken met een gapende schotwonde waar de kogel nog in zit. Je hinkt naar de kliniek, laat de kogel verwijderen en na een paar weken fysiotherapie dartel je opnieuw door het leven. Duidelijk genoeg zo?

Welke eigenschappen moet een goede drummer volgens jou bezitten?
Stanier: Wie ben ik om te zeggen aan welke vereisten goede drummer moeten voldoen? Ik doe mijn ding. Woorden schieten tekort om te beschrijven wat dat precies is. (Grijnst) De drummers is meestal wel de mafste persoon in de hele groep, dat staat buiten kijf.
Stanier: Is het je nog nooit opgevallen dat íéder kind later drummer wil worden? Ik krijg regelmatig telefoon van kennissen genre: ‘Onzen Billy wil leren drummen, welke goede drumkits bestaan er voor kinderen?’ Ik raad die mensen altijd aan om er vooral niet te veel geld aan te geven. Drums in huis maken verdomd veel lawaai, zelfs in de kelder of in de garage. Zodra die kids begrijpen dat je als drummer niet bij de meisjes scoort, dat je er niet mee kan showen in het park of – in het ergste geval – dat je uitgelachen wordt omdat je geen ‘echte’ muzikant bent en steevast achteraan op de groepsfoto staat, geven ze er meestal de brui aan. (Lacht) Er zijn veel obstakels, en de twee percent die tóch doorzet, hebben meestal iets fout zitten in hun bovenkamer.

Gary Numan is de gastzanger op de track ‘My Machines’, iemand die zijn hele leven met drummachines heeft gewerkt.
Stanier: Sommige drummers willen niets van drumcomputers weten, alsof ze bang zijn dat ze hun baan gaan verliezen. (Draait met de ogen) Please, dit zijn de seventies niet meer hé, toen men dacht dat de LINN-drummachine de mens kon vervangen. Anyway, Gary Numan: een droom die uitkomt, echt waar. Zijn tekst zit het nummer als gegoten en we zijn vereerd dat hij heeft toegezegd. Wel grappig, de eerste keer dat we elkaar ontmoetten, vond hij ons maar vreemde vogels. Wij, vreemd? Komaan, heb je Numan al eens goed bekeken? (Lacht)

Jonas Boel

Lees het volledige interview met John Stanier deze week in Knack Focus.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content