‘Het is gemakkelijker om droevige liedjes te schrijven’ (Laura Pausini)

Wim Denolf
Wim Denolf Wim Denolf is journalist bij Knack Weekend. Liefst schrijft hij elke week over een ander thema.

Twee weken voor haar optreden in Brussel blikt de meest succesvolle Italiaanse zangeres aller tijden terug op twintig jaar carrière.

Zeventig miljoen verkochte albums wereldwijd, 165 platinaschijven, een Grammy Award en drie Latin Grammy Awards, samenwerkingen met Phil Collins, Michael Bublé, James Blunt, Charles Aznavour, Madonna en Kylie Minogue: Laura Pausini (39) mag zichzelf met recht en reden de meest succesvolle Italiaanse zangeres aller tijden noemen.

Begin volgende maand, 21 jaar na haar doorbraak op het Festival di Sanremo, staat de Italiaanse sopraan in Brussel op het podium voor een terugblik op haar carrière. Pausini’s huidige wereldtournee, die de zangeres ook naar Latijns-Amerika en Madison Square Garden in New York voert, focust immers op haar grootste successen.

Achter de schermen verkent de Italiaanse sopraan echter andere muzikale wegen, volgens Pausini zelf een onvermijdelijk gevolg van het moederschap. “De geboorte van mijn dochtertje Paola in februari 2013 heeft enorm veel veranderd in mijn leven”, vertelt Pausini thuis in Milaan. “Ik was van nature altijd een vrij melancholisch persoon, en plotseling had ik een kind dat me geluk en sereniteit schonk, zaken die ik vroeger niet kende. Mensen denken vaak dat succes gelijk staat met geluk, maar dat is een privilege – geen wonderpil. Uiteraard kende ik momenten van geluk omdat ik van mijn passie mijn werk kon maken, maar echt geluk is toch iets anders. Dat komt voort uit je persoonlijke leven. Dat ik dat gelukzalige gevoel nu wel ervaar, stelt me als artieste voor een uitdaging. Ik heb geen idee hoe ik me muzikaal moet uitdrukken nu. Het is gemakkelijker om droevige liedjes te schrijven, maar dat kan ik gewoon niet meer.”

Met tien albums en bijna zestig singles was u de voorbije twintig jaar anders behoorlijk productief.

Pausini: “Ik ben altijd een workaholic geweest, en soms heb ik nog steeds moeite om mezelf af te remmen. Maar mijn dochter heeft mijn instelling wel helemaal veranderd. Vroeger concentreerde ik me uitsluitend op de muziek en gebruikte ik mijn schaarse vrije tijd in hotels en luchthavens om nieuwe nummers te schrijven, nu moet ik voor Paola zorgen. Gelukkig lijkt ze al dat reizen wel leuk te vinden – ik merk nu al dat ze ongeduldig wordt als we te lang op een plek blijven hangen. Maar wat mezelf betreft, weet ik voorlopig dus niet wat de toekomst zal brengen. Misschien ga ik toch weer nieuwe nummers schrijven of neem ik nog uitsluitend andermans werk op – we zien wel wat er gebeurt. De helse druk die ik mezelf vroeger oplegde, is verdwenen.”

In de videoclip voor uw jongste single, Se non te, waren uw ouders te zien. Een beetje verrassend voor iemand die de paparazzi schuwt. “Ik heb mijn interviews altijd zorgvuldig uitgezocht. Ik wil mijn privéleven niet te grabbel te gooien om toch maar wat meer platen te verkopen. Mijn muziek is ook al zo persoonlijk, daarmee vertel ik wel genoeg. Mijn relatieproblemen, teleurstellingen en onzekerheid: dat heb ik allemaal in muziek omgezet. Se non te was in de eerste plaats een manier om mijn ouders te bedanken voor de steun die ze me altijd geboden hebben. Het zijn heel gewone mensen, wijnbouwers met een rurale achtergrond die mijlenver staan van de muziekwereld, maar ze hebben me altijd aangemoedigd om mijn droom te realiseren. Voor een meisje uit een plattelandsdorp was dat immers niet zo evident. Daarnaast wilde ik ook hun liefdesverhaal vertellen, zeker op een moment dat zoveel koppels uit elkaar gaan en mensen het zo snel opgeven. Mijn ouders zijn erin geslaagd om hun band te bestendigen, en dat is volgens mij ook een van de oorzaken van het succes dat me later te beurt is gevallen. Anders had ik misschien nooit de moed gehad om door te zetten.”

Hangt het u niet de keel uit om zulke persoonlijk getinte liedjes te zingen, terwijl die Laura Pausini soms al jaren achter u ligt? “Ik snap dat sommige collega’s hun oude successen niet meer willen brengen, maar zo zit ik niet in elkaar. Integendeel, meestal ben ik degene die vraagt om La Solitudine of Strani Amori toch in de set op te nemen. Hopelijk voelt het publiek mijn gehechtheid aan die liedjes ook als ik ze ten gehore breng.”

Voelt u zich ondertussen al wat meer thuis in grotere concertarena’s?

“Idealiter zou ik nog steeds pianobars aandoen, maar dan wordt een wereldtournee wel een heel lange onderneming. Maar begrijp me niet verkeerd: voor een enorme mensenmassa staan, geeft me nog steeds een enorme kick. Bovendien is de ene tournee de andere niet. In 2011 werkte ik samen met Mark Fisher (de Britse architect die concertpodia ontwierp voor onder meer Pink Floyd, The Rolling Stones, U2 en Madonna, en die vorig jaar overleed, WD) en kwamen er een hoop speciale effecten en dansers aan te pas, nu ligt de nadruk op de liedjes, de intieme arrangementen en de 25 muzikanten op het podium. Deze keer ben ik immers met een volledig orkest op stap. De volgorde van de nummers respecteert ook de chronologie van mijn carrière, waarbij ik ook tijd maak om het publiek uit te leggen hoe de liedjes tot stand kwamen of wat er zich op dat moment voordeed in mijn leven.”

U was slechts achttien toen u internationaal doorbrak. Hoe kijkt u daar op terug? “Ik had het geluk dat mijn ouders met mij meereisden en ervoor zorgden dat ik een normaal leven kon leiden in een niet zo normale wereld. Ze hielden me met mijn twee voeten op de grond en hamerden ook voortdurend op het belang van discipline. Daar heb ik mijn werkethiek aan overgehouden. Alhoewel ik destijds vrij volwassen was voor mijn leeftijd, was ik ook erg onzeker en verlegen. Op het podium wist ik mezelf wel een houding te geven, maar daarbuiten was het andere koek. Interviews, vergaderingen met platenfirma’s, fans vriendelijk moeten begroeten terwijl je fysiek voortdurend tegen je grenzen aantikt: dat viel me een stuk zwaarder. Achteraf bekeken was ik een overbeschermd groentje dat voortdurend naar anderen luisterde en zichzelf nog moest vinden. Wie was ik zonder mijn ouders, zonder mijn vriendje, mijn band: dat wist ik echt niet. Tot ik op een dag besefte dat ik inderdaad niet zelfstandig was en voortdurend op eieren liep om anderen niet op de tenen te trappen. Toen ben ik een tijdje naar een psycholoog gegaan, en sindsdien heb ik mijn eigen stem gevonden. Nu vertel ik iedereen altijd wat ik denk, zonder mezelf in te houden of de zaken mooier voor te stellen dan ze zijn.”

In 2002 probeerde u het met het album From the inside ook in de Verenigde Staten, maar de verkoopcijfers vielen tegen. Een teleurstelling?

“Dat is een complex verhaal. De eerste single werd een succes in de dance charts, maar alleen omdat de Amerikaanse platenfirma het nummer geremixt had zonder daar mijn toestemming voor te vragen. Ze hadden niet eens de beleefdheid om me zelfs maar in te lichten. Toen ze hetzelfde wilden doen met de tweede single en een peperdure videoclip opnemen die helemaal niet bij mij paste – een kruising tussen Cher en Britney Spears – heb ik mijn koffers gepakt en keerde ik terug naar Italië. Waarom moest ik mijn imago ook veranderen, terwijl ik op dat moment al meer dan veertig miljoen albums verkocht had? Al die jaren later zit dat het me nog steeds dwars. Maar een nieuw Engelstalig album is nu geen prioriteit. Dan moet ik opnieuw naar de Verenigde Staten verhuizen en een of twee jaar van mijn leven opofferen – daar zit ik onder de huidige omstandigheden niet op te wachten.”

Voelt u de hete adem van jongere zangeressen in uw nek?

“Nauwelijks. Ik vind het belangrijk om voeling te hebben met de trends in de muziekwereld, maar ik kan mezelf niet veranderen, laat staan dat ik het zou willen. Vraag me dus niet om R&B te gaan maken en sexy clips te maken, want dat strookt niet met wie ik ben. Een Italiaan die als een rapper uit de Bronx probeert te klinken, dat klopt toch helemaal niet? Nee, het probleem is momenteel vooral dat Italiaanse artiesten nauwelijks nog aan de bak komen in het buitenland. In de jaren negentig hadden Eros Ramazotti en Andrea Bocelli internationaal succes, maar de opkomst van dance heeft wel enorm veel veranderd. Er is nog wel een markt voor artiesten die uit minder voor de hand liggende landen komen, maar de zaken liggen toch anders als je vasthoudt aan een taal die niet het Engels is.”

Laura Pausini treedt op 2 februari op in Vorst-Nationaal. Het verzamelalbum 20 The Greatest Hits is verschenen bij Warner. Meer info.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content