Gent Jazz Dag 3: Freedom Band

De vlam zit er goed in op Gent Jazz. De derde dag bracht zon, een jazzpubliek met open oren, behoorlijke muziek en een uitgelaten sfeer. Changez!

De Gentse opener Christina Mendoza won in 2008 met Bender Banjax het concours Jong Jazztalent in Gent, kreeg enig renommee als lid van Lady Linn & Her Magnificent Seven, maar laat zich niet voor één gat vangen. Natuurlijk is hij een jazzman, maar hij boort net zo graag klassiek, world of rock aan. Voor OdeGand, het openluchtevenement van het Festival van Vlaanderen in de Gentse binnenstad, stelde hij in 2008 een bijzondere band samen, die vrijdag ook in de Bijloke zijn opwachting maakte. Met Ben Sluijs (altsax en fluit), Joachim Badenhorst (klarinetten en tenorsax), Brice Soniano (bas) en Teun Verbruggen (drums) heeft Mendoza gerekruteerd onder de toplaag van de jonge Belgische scene. Het resultaat was hedendaagse, clevere jazz met veel ruimte voor improvisatie en ‘out’-spel. Een reeks canonstudies lag op de grens tussen late Coltrane en hedendaags klassiek. Niet echt festivalmuziek, maar ons hoort u niet klagen.

Pianist Vijay Iyer heeft wel festivalallure. In vrij korte tijd is de Indische Amerikaan uitgegroeid tot een van de speerpunten van zijn generatie – vaak wordt hij in één naam genoemd met Jason Moran, al is die laatste vooralsnog een interessantere componist. Niet geklaagd: zijn band, met Stephen Crump op bas en Marcus Gilmore op drums, is een echt ‘powerhouse’. Het trio putte uit Reimagining, Tragicomic en vooral het recente Historicity, in de vakbladen uitgeroepen tot dé cd van 2009. Stukken als ‘Cardio’ (‘because it makes us sweat’), en ‘Window Text’ lieten een perfect ingespeelde machine horen, maar het moet gezegd: de eigen composities moesten onderdoen voor andermans werk. ‘Big Brother’ van Stevie Wonder, bijvoorbeeld, en vooral ‘Human Nature’ (Iyer: ‘I’m not kidding, Miles hield er ook van’) van Michael Jackson. Andrew Hills ‘Smoke Stack’ trok het publiek helemaal over de streep. De staande ovatie was niet onverdiend.

Wat ons gelijk bij het slotconcert van de Freedom Band brengt, waarvoor het publiek nog voor de eerste noot was gaan staan. Achter de wat onnozele naam gaat nu eenmaal een supergroep schuil: Chick Corea (piano), Kenny Garrett (altsax), Christian McBride (bas) en Roy Haynes (drums). Dat supergroepen doorgaans níét groter zijn dan de som van de onderdelen, moet u maar eens promotor Norman Granz vragen, maar deze werkte wel. Anderhalf uur en (amper) vier standards lang walste de band over het publiek, met uitgebreide solomogelijkheden voor elk lid. Daarbij stelde Corea, officieel de leider van het gezelschap, zich trouwens bijzonder bescheiden op. Was dit grote kunst? Lang niet. Was dit fun? Vaak. De muzikanten hadden er zo’n lol in dat ze afsloten met een rammelversie van ‘Sex Machine’. De polonaise werd net niet ingezet.

Bart Cornand

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content