Frank Telli, de Vlaamse regisseur van de Nederlandse hiphop: ‘Alle artiesten zijn vervangbaar’

'Van Tsjetsjenië herinner ik me straaljagers en bommen, maar voor mij was dat vooral een zeer filmisch avontuur.' © Alexander Popelier
Kristof Dalle Journalist

De kans dat u al van de Mechelse regisseur Frank Telli gehoord heeft? Redelijk klein. De kans dat u al een van zijn hiphopclips zag passeren? Behoorlijk groot. Van Gers Pardoel (Nie bang), Jack Shirak & SBMG (Beng) tot Lil Kleine & Boef (Krantenwijk): Telli is het gezicht achter de smoel van de nederhop. ‘De gemiddelde artiest heeft op het vlak van clips het verstand van een achtjarig kind.’

Brad Pitt als Mickey, de prijsvechtende zigeuner in Snatch?’

‘Ja.’

‘Die vat jou het best samen?’

‘Wat?’

Frank Telli en ik wandelen van ons Mechels lunchadres terug naar zijn appartement. De regisseur stapt met de tred en vastberadenheid van iemand die perfect weet hoeveel minuten een dag maar telt. En ook zijn smalltalk is behoorlijk to the point.

‘Op het eerste gezicht komt Mickey over als dom en onverstaanbaar tuig, maar aan het eind blijkt dat hij ze allemaal bespeeld heeft als een goedkope viool. (grinnikt)I can relate. Min of meer. Ik wéét dat ik vaak onderschat word, dat ik goedig en misschien zelfs wat naïef overkom. Maar in de tijd die jij nodig hebt om die gedachte te vormen, heb ik de hele situatie al geanalyseerd. Ik had vroeger geen keuze, hè: wie de taal van een land nog niet spreekt, wordt heel snel heel goed in observeren en lichaamstaal lezen.’

Grote naam, kleine naam, als je me een kuttrack doorstuurt, kan ik er gewoon niets mee.

Er is nochtans weinig reden om hem te onderschatten. Want als producer Jack Shirak vandaag bepalend is voor de sound van de nederhop, dan is het Frank Telli die hem van een smoel voorziet. Boef, SBMG, Yellow Claw, Ronnie Flex, Sevn Alias: allemaal komen ze bij hem aankloppen. Telli neemt het compliment aan zoals hij elk compliment vandaag zal aannemen: enigszins bedeesd en met een schouderophaal. ‘Ik kan dertig miljoen views halen met een clip, maar er zal nergens iemand klaarstaan met een trofee, hè.’

Voor de buitenwereld heet hij gewoon Frank Telli, maar op de bel staat nog altijd Musa Mutalibov. ‘Telli was het alter ego dat ik vroeger als beatmaker gebruikte’, zegt hij. ‘Tegenwoordig maak ik enkel nog muziek voor mezelf – donkere, melodische nummers met een trapbeat – maar die alias is doorgesijpeld naar mijn videowerk. Het blijft een beetje een schizofrene situatie. Mijn Britse agent kent mijn echte naam niet eens, maar het helpt wel om mijn twee werelden gescheiden te houden.’ Ook op de bel eronder staat zijn achternaam. ‘Mijn ouders, ja. Wij zijn een nogal hechte familie. In die mate dat ik hen bij elke shoot in Amerika of Azië weken op voorhand mentaal moet beginnen voor te bereiden. (lacht)

Wanneer in 1999 de burgeroorlog in Tsjetsjenië uitbreekt, vluchtten de Mutalibovs naar België vanuit Nuradilovo. ‘Een klein dorpje, genoemd naar Khanpasha Nuradilov’, legt hij uit. ‘De meest efficiënte Tsjetsjeense schutter uit de Tweede Wereldoorlog, met meer dan duizend confirmed kills.’ Telli was er toen negen. ‘Ik herinner me straaljagers, bommen en een leger in de buurt, maar als kind romantiseer je alles. Voor mij was dat vooral een zeer filmisch avontuur. Op die leeftijd zijn je ouders ook onaantastbare helden en denk je er niet aan dat het eventueel fout kan lopen. (grimmig) Nog een reden waarom kinderen van hun ouders scheiden aan de Mexicaanse grens compleet onmenselijk is.’ Na een jaar in Brussel belandden ze uiteindelijk in Mechelen. ‘De Magandiwijk, de ruigste sociale woonwijk van de stad, maar ik was allang blij dat ik uit Molenbeek weg was. Dat leek in niets op het Europa dat ik verwacht had.’

Hij grinnikt terwijl hij mijn volgende vraag gewoon anticipeert. ‘Ja, mijn ouders hadden heel bewust voor België gekozen, vanwege het niveau van het onderwijs. Dat ik uiteindelijk met school gestopt ben in het vijfde middelbaar, was dus van een ironie die ze niet echt konden appreciëren. Het heeft bloed, zweet en tranen gekost om hun uit te leggen dat je vandaag ook zonder diploma carrière kunt maken, als je maar doorzet.’

***

Frank Telli

Naam Musa ‘Frank Telli’ Mutalibov.

Geboren in 1991 in Tsjetsjenië.

Groeide op in Nuradilovo en Mechelen.

Doet zijn ding als regisseur van videoclips.

Bekend van de clips van onder meer Lil Kleine, Boef, Ronnie Flex, SBMG, Yellow Claw, Jack Shirak, Gers Pardoel, ZwartWerk, Ramzy, Wally, Lijpe, Josylvio en Sevn Alias.

Zijn appartement annex werkruimte is strak en sober ingericht. In de ene hoek een bureau voor zijn producer Miles Maron, in de andere hoek het zijne. Op het computerscherm staat IG Girls, de onafgewerkte clip van Leafs nog open. Die moet morgen online, maar hij maakt zich weinig zorgen. Telli kan ondertussen op metier draaien: voor hij naar Nederland trok, schoot hij hier al jaren clips voor het gros van de prille Belgische hiphopscene, van Tourist LeMC tot Safi & Spreej. De teller staat ondertussen op meer dan tweehonderd.

Bovendien slaap je volgens je producer gewoon nooit.

Frank Telli: Ik slaap vooral slécht. Als er nog ergens een probleempje met een clip is, of ik heb nog een origineel kantje nodig, dan moet ik dat sowieso eerst fiksen. Anders doe ik geen oog dicht. Of dan veer ik twee uur later weer op om als een bezetene opnieuw aan het werk te gaan. Miles – die op die drukke dagen al eens op mijn zetel in slaap valt – weet dat hij mij dan gewoon moet laten doen.

Hij noemde dat ‘Telli Magic’.

Telli:(gegeneerd) Shit.

Dan kom je plots met heel bizarre ideeën af, die niemand begrijpt, maar uiteindelijk is het eindresultaat altijd heel straf.

Telli: Wat hij magic noemt, noem ik gewoon mijn job. IG Girls heb ik nu bijvoorbeeld een cartoonesk Instagramkantje gegeven. Waarom? Omdat ik dat nog nooit gedaan had. En omdat op routine teren echt niet interessant is. Als ik mijn idee uitleg aan mijn team en iedereen snapt perfect wat ik bedoel, dan verzin ik iets anders. Die mentaliteit heb ik mezelf heel vroeg aangeleerd: van de twintig mensen op een set moeten er minstens vijftien in de war en lichtjes nerveus zijn omdat ze niet helemaal weten wat ze moeten doen. Dan is er een kans dat je iets origineels in handen hebt.

Ik moet mezelf soms wel nog inprenten dat ik ook een bedrijf run. Dat ik niet tot in het oneindige aan een clip kan zitten prullen. Wat ik wel nooit zal kunnen laten, is stiekem extra draaidagen inlassen als ik nog iets extra wil. Gewoon op mijn kosten, buiten het label om. Wat moet je anders als je het gevoel hebt dat er nog iets ontbreekt? Ik doe dat trouwens net zo goed voor kleinere artiesten, maakt niets uit. Bekendheid of naam betekenen heel weinig voor mij. (grinnikt) Grote naam, kleine naam, als je me een kuttrack doorstuurt, kan ik er gewoon niets mee.

Wie heb je laatst nog vriendelijk afgewezen?

Telli: De laatste jaren heb ik veel grote namen in de nederhop en EDM geweigerd. Omdat ik de track niet voelde. Of de manier waarop ze me aanspraken me niet aanstond. Ik ben zeer gevoelig voor zulke zaken. (droog) Daardoor denk ik ook minstens drie keer per jaar aan stoppen. Maar uiteindelijk ga je patronen in die dipjes herkennen, en leer je dat je gewoon moet doorbijten en de beloning ooit wel volgt. Atleten maken op training ook pas vooruitgang als het pijn begint te doen.

Alle artiesten zijn disposable. Je kunt ze – op de Lady Gaga’s en Michael Jacksons na – perfect vervangen.

Krantenwijk was naar verluidt een lastige opname voor jou. Omdat Lil Kleine niet gewend is dat iemand hem tegenspreekt?

Telli: Die shoot is niet zonder discussie verlopen, maar Lil Kleine is een toffe kerel. Zeer real ook. Hij apprecieert het als je hard tegen hem bent. Ondertussen weet iedereen ook wel dat ik dus geen fuck om je naam of je streams geef en gewoon mijn shots wil halen. Bovendien heb ik een producer die de harde speelt als pakweg Boef zes uur te laat arriveert, zodat ik vriendelijk kan blijven. Ik had ooit een shoot met Lil Kleine en Ronnie Flex waarop ze halverwege besloten om twee uur te gaan shoppen. We zijn ze dan maar verbijsterd gevolgd met de camera, maar echt visueel aantrekkelijk is zo’n drukke Nederlandse winkelstraat niet. Let wel, dat was drie jaar geleden, toen ik net voet aan de grond kreeg in Nederland, en hun Drank & drugs net was ontploft. Vandaag lapt niemand me dat nog – over mijn lijk. Maar Lil Kleine herinnert me toch nog zeer graag aan die dag. (lacht)

Hoe groot of hoe klein schat je de impact van je clips eigenlijk in?

Telli: Clips zijn nog steeds heel belangrijk. Een artiest leent zijn imago uit aan mij en vertrouwt erop dat ik het niet zal schaden. Ik moet zijn sterkste punt identificeren, en daar een vergrootglas op zetten. That’s it. Al de rest is noise. Neem nu Leafs: dat is een jong, explosief talent van wie je vooral zijn X-factor in de verf moet zetten. Alles daarnaast – die Instagramgirls en de animaties – is gewoon achtergrondgeluid.

Tegelijkertijd is het goed om af en toe te beseffen dat je niet bepaald aan een kankermedicijn aan het werken bent, hè. Het is ‘maar’ een clip. En dat elke artiest disposable is. Je kunt die – op de Lady Gaga’s en Michael Jacksons na – perfect vervangen. Een clip is dus niets meer, maar ook niets minder dan een mooie manier om één moment vast te leggen.

Hoe loopt dat doorgaans, zo’n gesprek waarin je een artiest uitlegt dat hij perfect inwisselbaar is?

Telli:(lacht) Ik heb het nog niet geprobeerd. Vooral omdat het ook voor mij nog maar een vrij recent inzicht is.

Een clip kan toch meer zijn dan louter de opname van een moment? Denk aan This Is America van Childish Gambino, met ruime voorsprong de meest besproken en geanalyseerde clip van het jaar.

Telli:(droog) De clip is wel cool. Childish Gambino speelt het vooral heel slim. Hij weet uiteraard ook dat als je een gospelkoor neerschiet, de kans vrij groot is dat mensen over je clip zullen praten. En hij weet ook dat die track perfect had kunnen passeren zonder zo’n clip. Want Donald Glover is dan wel een intelligente tv-schrijver en steengoede, nerdy acteur, maar niet bepaald de beste rapper. Maar totally man, uiteraard wil je als regisseur clips maken die misschien zelfs de muziek overstijgen.

'Voor een clip liepen we met AK-47's door Antwerpen. We hebben toen een tijdje vastgezeten. Die agenten waren gewoon een beetje overspannen, denk ik.'
‘Voor een clip liepen we met AK-47’s door Antwerpen. We hebben toen een tijdje vastgezeten. Die agenten waren gewoon een beetje overspannen, denk ik.’© Alexander Popelier

Er lijkt een uit de kluiten gewassen ‘maar’ in de lucht te hangen.

Telli: Maar de gemiddelde artiest heeft op het vlak van clips het verstand van een achtjarig kind. Je moet hun telkens opnieuw uitleggen waarom iets wel of niet zal werken. Ik vertel toch niets nieuws als ik zeg dat artiesten nogal vaak een groot ego hebben? En dat ze snel afgeleid zijn door randfenomenen: welke kettingen hun collega’s dragen, hoeveel views ze halen, en hoe de clip van hun concurrent eruitziet. Stilaan sijpelt het besef door dat je op zijn minst een klein beetje edgy moet zijn, maar uiteindelijk zijn alle clips die vandaag gemaakt worden haast identiek. Labels gaan daarin mee, want liever een tevreden artiest dan een originele clip en bijbehorende kopzorgen. Ik voel vandaag eerder achteruitgang dan progressie qua hiphopclips.

Op welke manier?

Telli: De rappers die nadenken over welke erfenis ze willen nalaten zijn behoorlijk zeldzaam: de meesten willen gewoon op nummer een staan, wat hen in Nederland vroeg of laat ook weleens lukt. Het lijkt niet door te dringen hoe snel je vergeten wordt in de hiphop. Kijk naar wat zelfs Kanye West tegenwoordig allemaal moet doen om nog relevant te blijven. Iemand die dat bijvoorbeeld wél heel goed begrijpt, is Ronnie Flex. Die had gewoon EDM-feestnummers met Mr. Polska kunnen blijven pompen, maar hij snapt welke nummers een kans maken om tijdloos te worden. Een nummer als Energie, bijvoorbeeld, een feestelijke meezinger. Schlagermuziek 2.0 eigenlijk.

Jack Shirak bedacht zich dat hier een paar maanden terug ook. ‘Rappers zijn de Nederlandse volkszangers van nu.’

Telli: Klopt. Zo leg ik het ook aan mijn ouders uit, die niets van hiphop kennen en lang gedacht hebben dat ik me met een niche bezighield. Dat ik met ‘de populairste hiphoppers’ samenwerkte, betekende weinig voor hen, maar stilaan snappen ze dat ik gewoon met ‘de populairste popartiesten’ samenwerk.

***

‘En door deze clip hebben we vastgezeten.’

Telli scrollt rustig door eigen werk en blijft hangen bij Moeilijke tijd van Lijpe. Die clip uit 2015 voor nederhoplabel Top Notch betekende zijn definitieve doorbraak in Amsterdam. ‘Ik had voor hen eerder ook al Mandela van SBMG gemaakt: veel views, maar in wezen een shitvideo. Voor Moeilijke tijd wilde ik dus echt met een straffe, filmische clip uitpakken. En dus liepen we plots met AK-47’s en een Beretta door Antwerpen.’ Telli haalt de schouders op. ‘Zo’n onklaar gemaakte AK is gewoon een legale prop. En geef toe, ik heb nu toch echt geen dreigende kop? Die agenten waren gewoon een beetje overspannen, denk ik.’ We scrollen verder. ‘Ik hoop dat wie al mijn video’s na elkaar bekijkt er een soort harmonie in ziet. Mijn signature.’

Filmisch, donker en met heel veel wijde shots. Akkoord?

Telli: Klopt. Wijde shots, maar ook extreem intense close-ups en sky replacements – dan monteer ik er bijvoorbeeld een sterrenhemel in op klaarlichte dag. Rustige momenten in een nummer geef ik ook heel graag keiharde actieshots om een contrast te creëren. En als je alles bekijkt, zie je ongetwijfeld ook wel een paar van mijn favoriete trucjes terugkeren. De zaklamp naast de lens bijvoorbeeld, zodat je even een flare krijgt. Of een whiskyglas voor de camera, waardoor je een heimelijk, intiem sfeertje creëert, alsof je ergens meekijkt waar dat niet mag.

Rundskop vond ik straf. Zeer saai gefilmd, dat wel, maar wat een mooi verhaal.

Ik hoor dat Top Notch jou vandaag nog zo veel mogelijk wil inschakelen, omdat ze redeneren dat ze jou over twee jaar sowieso kwijt zijn.

Telli:(onverwacht timide) Goh. Ik heb een heel groot deel van mijn carrière aan Top Notch te danken, al ben ik ook zeer lucratief voor hen geweest. Tegenwoordig vragen ze me enkel nog als ze mooie budgetten ter beschikking hebben, maar ik heb hun al laten weten dat ze me ook gewoon de arty shit mogen sturen. (lacht) Ik wil echt niet die kerel zijn die enkel grote projecten en namen doet.

Ze zien je vooral naar de VS verhuizen om het daar als filmregisseur te proberen. Klopt dat?

Telli: Dat wás het plan. En hoewel ik er nog altijd binnen dit en vijf jaar wil gaan wonen, ben ik teruggekomen van het idee om het meteen in Amerika te proberen. Het lijkt me efficiënter om België als springplank te gebruiken. Ik wil eerst hier films maken, alleen ken ik nog niet de juiste mensen. In Nederland ben ik misschien de go-to guy, maar in België ziet men me nog steeds als ‘dat hiphopregisseurtje’. Zonder rancune, hoor. Laat mij gerust de Snatch-zigeuner zijn die iedereen onderschat tot het te laat is. (lachje) It’s cool, ik doe wel mijn eigen ding.

‘In de zeer open hiphopgemeenschap ontmoet iedereen elkaar op feestjes – je kunt er dus ook vlot netwerken en snel vooruitgang boeken. De filmwereld is veel hermetischer: je moet al op premières en rode lopers uitgenodigd worden om mensen te leren kennen.

Heb je niemand proberen aan te schrijven?

Telli: Toen ik net begon. Regisseurs. Productiehuizen. Videoclipmakers. Zonder ooit echt respons te krijgen. En je kunt maar zoveel keer tegen een gesloten deur knallen voor je blauwe plekken oploopt. ‘Is er nu echt niemand die me wil helpen?’ Vandaag ben ik zeer blij dat ik heb doorgezet, maar zo rond mijn tweeëntwintigste zag ik het niet meer zitten. Ik woonde nog thuis, maakte geen moneys, had geen diploma om op terug te vallen, overleefde van losse filmklusjes… Ik wil er niet zielig over doen – het is gewoon een nuchtere vaststelling -, maar ik heb echt alles alleen moeten leren en uitzoeken. En toen ik begon, had je ook nog geen allochtone filmboys waar je een voorbeeld aan kon nemen.

Binnenkoppertje, maar Adil en Bilall dan?

Telli: Uiteindelijk gelukkig wel, ja. Gasten om naar op te kijken, maar met een compleet ander profiel dan ik. Zij hebben bijvoorbeeld wel een regisseursopleiding gevolgd, en hadden met Michaël R. Roskam echt wel een mentor gevonden. Vandaag heb ik Jim, maar die had ik vijf jaar eerder kunnen gebruiken.

Jim?

Telli:Jim Taihuttu. Pionier van de trap music in Nederland, scoorde internationaal met Yellow Claw, werkte onder meer samen met Diplo, schoot heel wat clips voor Top Notch én won een Gouden Kalf voor Wolf, zijn zwart-witfilm over een Marokkaanse bokser. Jim heeft de showbusiness uitgespeeld voor zijn eenendertigste. Daar ligt de lat voor mij ongeveer ook.

'In Nederland ben ik misschien de go-to guy, maar in België ziet men me nog steeds als
‘In Nederland ben ik misschien de go-to guy, maar in België ziet men me nog steeds als “dat hiphopregisseurtje”.’© Alexander Popelier

Je hebt dus nog vier jaar om de showbusiness uit te spelen?

Telli: Waarom zou je de lat ook lager willen leggen? Maar ik zoek dus nog altijd naar mijn Belgische Jim: een kerel met een buitenlandse achtergrond, die films maakt voor de gemiddelde Europeaan. En dus geen arty-farty white people films die de juiste trucjes gebruiken, en dan met prijzen overladen worden door al even blanke zestigplussers.

Wat zijn die trucjes precies? Je weet maar nooit dat ik ooit een arty-farty white people film wil maken.

Telli: Even wat kort door de bocht? Maak een film over iemand met een beperking of een terminale ziekte, liefst zo saai mogelijk en met een open einde. (bloedserieus) Da’s valsspelen. Iedereen kijkt toch zo door dat rookgordijn heen? Bovendien wil je als filmmaker toch een beetje against the odds gaan? Als je bijna zeker bent dat de keuze voor zo’n thema je schouderklopjes zal opleveren, vind ik het nog maar weinig gedurfd. Ik ben niet aan het haten nu, het systeem is gewoon doorzichtig.

Ik begin te snappen waarom het naar verluidt onmogelijk films kijken is samen met jou.

Telli: Ah nee, dat komt omdat ik elke film om de twee minuten op pauze zet. (lacht) Vanaf de tweede keer dat ik een film bekijk, wil ik hem ook analyseren en bepaalde shots uitleggen aan mijn vrienden. Wat? Ik leer gewoon graag bij.

Wat is volgens jou wel een goede Vlaamse film? Bestaan die tout court?

Telli:Loft. Entertainend, goed plot, en je bent geen halve film lang miserabel omdat je zo hard meeleeft met iemands miserie. Tiens, ik heb Vlaamse cinema al jaren onderschat, dacht ik toen ik Loft eindelijk zag. En Rundskop, die was ook straf. Opnieuw zeer saai gefilmd, dat wel, maar wat een mooi verhaal. Dat gezegd zijnde, ik ben perfect bereid om over tien jaar mezelf ‘jong en dom’ te noemen en mijn mening over film helemaal bij te stellen. Mocht dat nodig blijken. (denkt na) Ik wil in films eigenlijk vooral zaken zien die in andere kunstvormen niet kunnen. Films die het medium volledig exploiteren. Inception van Christopher Nolan is daar het perfecte voorbeeld van. Door alles in een droom te situeren, heeft hij voor zichzelf de ultieme vrijheid gecreëerd. Net zoals hij eigenlijk met Interstellar deed. Hij heeft zich vastgereden op de wetenschappelijke kant, maar anderzijds levert zo’n wormgat opnieuw vrijheid op: niemand die je kan tegenspreken over wat er zich aan de andere kant bevindt, hè.

Hoever sta je ondertussen met jouw filmdebuut?

Telli: Ik draai binnenkort een kortfilm – dat is het logische traject – en ondertussen zoek ik de geschikte mensen om een langspeler mee te maken. Dat kan snel gaan, denk ik. Ik ga alvast niet wachten op het VAF en hun eventuele steun, ik doe het wel op mijn eigen manier. Ik wil echt laten zien hoe het anders kan.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."


MILES MARON, PRODUCER FRANK TELLI

‘Frank maakte eerst muziek, voor hij zich op video is gaan toeleggen. En daar is hij ook maar mee begonnen omdat hij toevallig diegene was die een camera in huis had toen we wat filmpjes wilden maken. (lacht) Veel kende hij nog niet van camera’s of regie, dus is hij zich als een gek beginnen bij te scholen online. Frank is een zeer grote autodidact: zo besloot hij onlangs dat hij alles over cryptocurrency moest weten. Dan leest hij een paar dagen alles wat hij kan vinden, om ons dan omver te blazen met informatie en zelfs grafieken.


‘Hij heeft ook iets dat de crew ‘Telli Magic’ noemt. Hij denkt een paar stappen verder dan ons: we hebben dus geleerd om op de set gewoon blindelings uit te voeren wat hij ons vraagt, zelfs al snappen we het niet helemaal. Pas als de clip afgewerkt is, zien wij wat hij al de hele tijd in zijn hoofd had.


‘Frank is zich bovendien zeer bewust dat hij het allemaal zelf heeft moeten uitdokteren en een paar jaar heeft moeten vechten om wat naam te maken in Vlaanderen: de eerste jaren was hij regisseur, producer, locatiejager, monteur en stylist in één. Daarom probeert hij nu kansen te geven aan opkomende gaffers of stylisten. Zodat zij het niet allemaal zelf hoeven uit te vissen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content