Festivallectuur: Black Metal – Evolution of the Cult

Gaahl (God Seed) © Graspop 2013

De Britse journalist en fotograaf Dayal Patterson beschrijft in Black Metal: Evolution of the Cult de evolutie van een tegencultuur naar een subcultuur.

‘Lords of Chaos -the Bloody Rise of the Satanic Metal Underground’ van Michael Moynihan en Didrik Søderlind (1998, herzien in 2003) gold als hét standaardwerk over de black metal scene. Elk woord uit zowel de titel als de ondertiteling dekt een deel van de lading. Maar black metal is meer dan de controverse en de opschudding die ze (ongewild) uitlokte. De Britse journalist en fotograaf Dayal Patterson is een muziekfreak. Hij is duidelijk verliefd op het undergroundaspect van de beweging en beschrijft dan ook nauwkeurig, aangevuld met diepgaande interviews, ontluisterende anekdotes en talrijke foto’s en recensies van (soms vrij obscure) demo’s, de evolutie van een tegencultuur naar een subcultuur. De black metal beweging profileert zich met een rebels karakter en een onstuimige creativiteit. Helaas waren het de minder frisse kanten -de moorden, brandstichting, zelfdoding, blind satanisme en de foute ideologieën- die begin 1990 de media haalden.

HET ONTSTAAN

Maar eerst het begin. Patterson overloopt snel de voorlopers: Black Sabbath (sluit op zo 29/06 GMM 2014 af), Judas Priest en Kiss. Om vervolgens band per band aan het woord te laten. Het Britse Venom en het Deense Mercyful Fate drukten hun stempel op de beweging maar het waren vooral de onconventionele songstructuren van het Zwitserse Celtic Frost (het huidige Triptykon – vr 27/06 op GMM 2014) en het invloedrijke Bathory die de blauwdruk smeedden voor het black metal genre. Ze worden doorgaans als de eerste golf van de black metal gezien en situeren zich mid de jaren 1980. Voor Patterson de verschillende hoofdstukken rond de Noorse ‘inner circle’ en bands als: Darkthrone, Mayhem, Burzum, Emperor en Gorgoroth aansnijdt, haalt hij een aantal groepen aan (Blasphemy, Rotting Christ, Samael, Beherit en VON) die hun roots uit de trash metal van: Sodom, Slayer (vr 27/06 op GMM 2014) en Sarcofago, de death metal en de hardcore punk haalden, maar niettemin eind 1980 de ruwe, chaotische (lees: experimentele) en brutale kanten van de black metal als stijlkenmerken hanteerden.

NOORWEGEN

Op de vraag wat hem het meest verraste tijdens zijn trip doorheen de extremen van de black metal in Noorwegen, antwoordde Patterson in interviews: ‘de verzamelprentjes van Kiss’. Je gelooft het of niet, maar de tieners (gemiddeld zestien jaar, sommigen zelfs pas dertien) die aan de wieg stonden van de black metal, op hun jonge leeftijd demo’s opnamen en met geestesgenoten over heel Europa correspondeerden en muziekcassettes uitwisselden, werden gestimuleerd om muziek te maken door die prentjes van Kiss. Schattig, niet? Wat volgt is niet altijd even snoezig.

MAYHEM

Dayal Patterson plaatst in zijn boek de legendarische band Mayhem centraal. Niet omdat de ophefmakende brandstichtingen, het satanisme en de moorden zich rond hen concentreert, dan wel omdat de groep symbool staat voor baanbrekende experimenten op muzikaal vlak en hun leden (Euronymous in het bijzonder) de tweede golf van de black metal beweging van begin de jaren 1990 tot een hechte groep hebben samengebracht.

Mayhem ontstond in 1984 en bestond toen uit: de bassist Necrobutcher (Jørn Stubberud), drummer Kjetil Manheim (verlaat de band in 1987) en de gitarist Euronymous (Øystein Aarseth). Mayhem zette zich af tegen de heersende golf van death metal en wou rebelleren tegen de maatschappij en de goegemeente. Dus waarom niet meteen komaf maken met het christendom en de verering van satan in het leven roepen? Om dit kracht bij te zetten bezigden de groepsleden grime (zoals Kiss en King Diamond voor hen) om het duivelse imago te benadrukken. Het beschilderen van het gezicht met zwarte en witte corpse-paint (al dan niet aangelengd met (dieren)bloed) werd een vast bestanddeel van de stroming.

Het satanisme werd niet alleen gebruikt om te choqueren, maar werd tevens als een terugkeer naar het paganistische verleden gezien. Vele tenoren uit de beweging zagen het christendom als een indringer die in de 11e eeuw de Noorse cultuur definitief kerstende. Wat aanleiding zou geven tot subgenres zoals: de pagan- en viking metal. Maar tevens de grafschendingen en brandstichtingen in kerken in de hand zou werken en de undergroundbeweging in de actualiteit zou plaatsen.

MOORD EN BRAND

De drijvende krachten van de hele beweging waren Euronymous en Varg Vikernes (van het eenmansproject Burzum). Euronymous’ platenlabel ‘Deathlike Silence’ trok aan en diens winkel Helvete in Oslo werd dé (internationale) ontmoetingsplaats voor elkeen die zich een black metaller noemde. Maar deze beweging die het undergroundaspect koesterde, haalde voor het eerst het nieuws toen Dead (sinds 1988 de zanger van Mayhem) zich op 8 april 1991 een kogel door het hoofd schoot. Toen Euronymous het lichaam aantrof, herschikte hij een paar dingen voor een foto -die later de cover van Mayhems bootleg ‘Dawn of the Black Hearts’ zou sieren. Euronymous verzamelde stukken van Dead’s schedel, maakte er een halsketting van en stuurde fragmenten schedel op naar vrienden van andere bands. Het gerucht dat hij stukjes brein zou gegeten hebben is evenwel fout. ‘Hij was reeds te lang overleden en dus niet vers genoeg’ luidde Euronymous’ commentaar. Realiteit of een extreme vorm van zwarte humor?

Wat er ook van zei: Øystein maakte dankbaar gebruik van de hetze rond de zelfdoding om zowel zijn platenlabel als de black metal beweging in het bijzonder te propageren. Wat Necrobutcher tijdelijk uit de band deed stappen. Maar enkele jaren later kwam Euronymous ongewild terug in het nieuws toen hij op 10 augustus 1993 met ettelijke messteken door Varg Vikernes werd afgemaakt. Ruzie over een platencontract bij ‘Deathlike Silence’ (die Burzums eerste platen uitbracht) leek aanvankelijk de aanzet. De paranoia van Vikernes, die dacht dat Euronymous hem wou vermoorden en bijgevolg als eerste toesloeg, bleek het uiteindelijke motief. Alsof dit niet volstond, haalde ook de drummer van Emperor -Bàrd ‘Faust’ Eithun- de voorpagina’s voor de moord op een man die ‘oneerbare voorstellen’ deed in het Olympische park van Lillehammer. De feiten dateerden van augustus 1992, maar kwamen pas aan het licht toen het onderzoek naar de moord op Euronymous startte. Zowel Vikernes (beter bekend onder zijn artiestennamen Count Grishnackh en Burzum) en Faust werden voor respectievelijk eenentwintig en veertien jaar achter de tralies gezet. Voor zowel de moorden als de brandstichtingen.

Bovenstaande feiten en de immense media aandacht die zowel de criminele activiteiten als het satanisme (wat tot ettelijke -totaal van de pot gerukte- speculaties leidde) plaatsten de volledige black metal gemeenschap in een slecht daglicht. Maar zorgde tegelijk voor een ware boost van dit subgenre. Op die manier waren het niet de innovatieve muzikale experimenten van de black metal die het genre uit de underground haalde, dan wel het sensationele nieuws rond de moorden, het satanisme en de brandstichtingen.

Festivallectuur: Black Metal - Evolution of the Cult
© .

Patterson voorziet ettelijke hoofdstukken rond de figuren van Euronymous en Burzum en illustreert de gegevens met ettelijke nieuwsberichten en interviews. Je kunt natuurlijk niet om die feiten heen als black metal ter sprake komt, maar Patterson bespreekt tegen deze minder appetijtelijke achtergrond uitgebreid de verschillende filosofieën en -vooral- de evoluties binnen de muziek. Hij bekijkt dan ook kritisch de hardliners die (nu nog steeds) willens nillens black metal in de undergroundsfeer van weleer (met cassettes van een soms erbarmelijke geluidskwaliteit en bands die bij voorkeur in de anonimiteit bleven) willen houden.

BURZUM EN HET NSBM

In zijn hoofdstuk over Burzum haalt Pattersons liefde voor de muziek het op de politieke stellingname van de artiest. Burzum stond centraal in ‘Lords of Chaos’. Patterson legt zich toe op Mayhem. Maar Mayhem en Burzum zijn met elkaar verbonden. Niet alleen was Euronymous zwaar onder de indruk van Vikernes’ muzikaal talent. Vikernes speelt ook gitaar op een aantal Mayhemnummers. Politiek waren ze elkaars tegenpolen. Euronymous stak zijn communistische idealen niet onder stoelen of banken. Vikernes hield er rechtse sympathieën (en na zijn vrijlating een extreem rechts gedachtengoed) op na. Het belang van Burzums oeuvre (dan vooral zijn eerste platen) staat als een paal boven water. Patterson schrijft met passie over ‘Filosofem’ en de kwaliteit van die plaat stellen we niet ter discussie. ‘Filosofem’ mag dan wel een baanbrekende plaat zijn geweest en een onbetwistbare invloed hebben gehad op muzikaal vlak (een punt dat Patterson voortdurend benadrukt, zich zelf niet echt lekker voelend om het product van een zelfverklaarde fascist te verdedigen), de beluistering van Burzumplaten (tegenwoordig maakt de man zuivere ambient) gaat gepaard met een wrange nasmaak. Iemand die zich uitlaat met uitspraken zoals: ’the black metallers will….continue to get loaded, get high, and in all manners behave like the stereotypical Negro: they will…continue to get tribal tattoos, dress, walk, talk, look and act like homosexuals,….’ is ronduit verwerpelijk.

Het geflirt met satanisme en het propageren van paganisme en het eergevoel zich een viking te voele,, werd in onder meer Oost Europa vrij verkeerdelijk geïnterpreteerd als synoniem voor racisme en nazi sympathieën. In Polen zag het NSBM (National Socialist Black Metal -fel verdedigt door Burzum) het levenslicht. Patterson laat de bezieler en blanke suprematist Rob ‘Darken’ Fudali (van het Poolse collectief Graveland) uitgebreid aan het woord. Zijn citaten leveren bijwijlen hallucinante lectuur op, maar Patterson kan zijn afgrijzen tussen de regels niet onderdrukken. Voor alle duidelijkheid: de meerderheid van de black metalmuzikanten veroordelen deze extreem rechtse tak en het hoeft geen betoog dat Poolse bands zoals: Furia, MasseMord en Behemoth (op 27/06 op GMM 2014) zich expliciet distantiëren.

FOLK, SFEER EN ECOLOGIE

Bestaat er dan zoiets als ecologische black metal? Absoluut! Het Amerikaanse Wolves in The Throne Room ziet het nihilisme, de wanhoop en de agressie van de black metal als een bron om van de wereld een leefbare plaats, volop in harmonie met de natuur, te maken.

Patterson verkent alle mogelijke subgenres van de black metal, maar beperkt zich hoofdzakelijk tot Europa. Het Japanse Sigh is een uitzondering. Hij besteedt veel aandacht aan de zogenaamde folkloristische tak van het genre (de muziek klinkt uiteraard vrij brutaal en extreem) met bands als het geweldige Enslaved (op za 28/06 op GMM 2014) en Windir (wiens bezieler Terje ‘Valfar’ Bakken anno 2004 overleed aan onderkoeling toen hij in een sneeuwstorm terecht kwam) als belangrijkste exponenten. Met het Franse Les Légions Noires, de Zweedse bands Marduk en Watain (vr 24/06 op GMM 2014), de industriële black metal van Mysticum, Aborym, Dødheimsgard en Blacklodge en buitenbeentjes Fleurety en Arcturus sluit Dayal Patterson zijn indrukwekkend boek af. Je kunt steeds aanvoeren waarom die wel en die dan weer niet (Immortal wordt verschillende keren vernoemd, maar wordt als band niet besproken. Abigor krijgt een vermelding), maar Patterson wou vooral aantonen hoe een muziekstroming evolueerde van (controversiële) tegencultuur naar een (aanvaarde) subcultuur. Opdracht meer dan volbracht!

Piet Goethals

Black Metal – evolution of the cult

Dayal Patterson

Feral House, 550 pag, € 26,99

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content