Een halve eeuw oud: de beste spoken word van de moderne rockgeschiedenis

Lou Reed en John Cale zoals ze in 1990 zouden verschijnen op de albumhoes van Songs for Drella, een plaat die ze post-Velvet Underground samen maakten. © Sire Records (fair use)
Stavros Kelepouris
Stavros Kelepouris Journalist Knack.be

Vijftig jaar geleden, 30 januari 1968, bracht John Cale met The Velvet Underground een parlando waar Nick Cave en John Cooper Clarke een puntje aan kunnen zuigen.

The Gift is niet de song waarvoor Velvet Underground herinnerd zou worden, en White Light/White Heat is niet de plaat waar VU-liefhebbers instinctief naar grijpen. The Velvet Underground en Nico verlegde de grenzen van de rock , en tegen vierde plaat Loaded schreef de band al songs – Sweet Jane, Ride Into The Sun – die zo makkelijk in het oor lagen dat Lou Reed er aan het begin van zijn solocarrière een hele tijd de hort mee zou opgaan. Maar daartussen zat White Light/White Heat, in feite een afgrijselijk onding dat meer door geluk dan kunde zichzelf oversteeg tot een balorig anti-rockstatement vol songs die de rek zetten op de zeden van de goegemeente.

Je moet geeneens een platenspeler hebben om White Light/White Heat te horen kraken – in de openingstrack telt het kenmerkende parlando van Lou Reed meer barsten dan de gemiddelde Waalse provincieweg. Meteen daarna volgt The Gift, een kloeke track waarin John Cale op zijn dooie gemak en met een gezapig Welsh accent een kortverhaal declameert over Waldo en zijn liefje Marsha. Door omstandigheden zijn de twee tortelduifjes van het verhaal sinds enige maanden van elkaar gescheiden. Terwijl Marsha zich in die periode niet helemaal heeft gehouden aan de beloofde trouw tussen de lakens, bedenkt Waldo een plan om zonder duur vliegticket toch bij zijn lief te raken: hij laat zichzelf per post verschepen, als geschenk.

Cale zou de annalen van de rock ingaan als de man die in ‘Heroin’ zijn elektrische viool tot prut geselde, maar in The Gift trad hij een zeldzame keer op het voorplan van The Velvet Underground. Dat de tekst van The Gift geschreven is in zwierig Engels vol bijtende en sarcastische humor, zal indertijd weinigen opgevallen zijn: de rest van de band trekt zich acht minuten lang geen ruk aan van wat Cale allemaal verkondigt, en pompt er een muzikale stream of consciousness vol gehavende licks en schelle gitaarfeedback uit. Met een koptelefoon blijven lyrics en kabaal dan wel mooi gescheiden in twee aparte kanalen, maar halverwege de jaren ’60 was commercieel succes The Velvet Underground goeddeels vreemd en moest de band het vooral hebben van optredens waar geluidskwaliteit van secundair belang was.

Speel The Gift luidop door de boxen in je living, en je merkt dat John Cale bij momenten verdrinkt in de gitaren. Een hele uitdaging om de rit uit te zitten, maar het loont. Het venijn zit bij dit geschenk in de staart, want wanneer Marsha de verpakking tevergeefs probeert te openen, zit er maar één ding op. Het mes erin. Met een air alsof hij bij de bakker een brood staat te bestellen, waagt Cale zich aan de vlijmscherpe code: ‘Then she sank down to her knees, grasped the cutter by both handles, took a deep breath, and plunged the long blade through the middle of the package, through the masking tape, through the cardboard, through the cushioning and right through the center of Waldo Jeffers’ head, which split slightly and caused little rhythmic arcs of red to pulsate gently in the morning sun.’ Een magistraal slotakkoord waar zelfs de onbehaaglijkste kortverhalen van Roald Dahl bleek bij wegtrekken.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content