Het laatste interview met Madensuyu: ‘Het is soms frustrerend dat we niet vaker gedraaid worden’

© Wouter Van Vaerenbergh
Jonas Boel
Jonas Boel Jonas Boel is medewerker van Knack Focus

De Belgische band Madensuyu houdt ermee op. We spraken het tegendraadse duo nog deze zomer, voor hun Pukkelpopshow en hun oorlogsproject Reflector. ‘We mogen echt van geluk spreken dat wij elkaar zijn blijven verstaan, dat we behalve als muzikanten ook als mensen overeenkomen.’

‘Shit, van dichtbij is het toch telkens schrikken.’

‘Ze zijn echt groot, hè.’

‘Die beesten kunnen je echt pijn doen als ze willen.’

‘Pas maar op, hij heeft je in de gaten.’

Stijn Ylode De Gezelle en Pieterjan Vervondel, respectievelijk gitarist-pianist-zanger en drummer van Madensuyu, zijn danig onder de indruk van de uit de kluiten gewassen meeuw die op een meter van ons tafeltje positie heeft gekozen. We zitten het op terras van Fort Napoleon, in Oostende, op een flinke boogscheut van de plaats waar de voorsteven van de Britse kruiser HMS Vindictive opgebaard ligt. De site is op 29 juni onderdeel van Waterfront, de openingsavond van de culturele herdenkingsactiviteiten die GoneWest dit jaar organiseert omtrent WO I, waarbij van Zeebrugge tot Oostende zesduizend vrijwilligers drieduizend bootjes zullen vasthouden. Op vijf plekken hoort daar nog een voorstelling bij, zoals Reflector van Atelier Bildraum in Oostende. Dat moet een tableau vivant worden, te land, ter zee en in de lucht, met driehonderd Oostendse figuranten. Madensuyu verzorgt de soundtrack.

Toen Jan Delvaux ons onlangs op Radio 1 speelde, dacht ik: “Allez, klinkt toch mooi?” Het is soms frustrerend dat we niet vaker gedraaid worden

Pieterjan Vervondel

Vooral De Gezelle is in zijn nopjes met de opdracht: ‘De Vindictive was een verouderde kruiser die in 1918 naar de haven van Oostende werd gestuurd, met een ruim vol beton. De bedoeling was om te voorkomen dat de Duitse U-boten de haven als uitvalsbasis konden gebruiken, door het schip dwars in de vaargeul van de haven tot zinken te brengen. Wat uiteindelijk ook gelukt is. De voorsteven die nu op de dijk staat, is een monument ter nagedachtenis van die heroïsche operatie.’

Je hebt je huiswerk gemaakt, of je was al vertrouwd met de materie?

Stijn Ylode De Gezelle: In dit geval heb ik wel wat extra informatie opgezocht, maar al van kleins af ben ik heel erg gefascineerd door geschiedenis en de militaire aspecten ervan. Vooral het diepmenselijke aspect versus het puur strategische dat in zulke conflicten speelt, interesseert me. Deze opdracht is dus een mooi cadeau. Ook het feit dat Reflector zich aan de zee, vlak bij het water afspeelt, past mooi binnen Current (hun vierde plaat, die begin dit jaar uitkwam, nvdr.), dat uiteindelijk ook ergens gebaseerd is op stromen en getijden.

Pieterjan Vervondel: Ze hadden ons eerst gevraagd om veertig minuten nieuwe muziek te maken, maar we mogen ook oudere composities gebruiken. Omdat Charlotte Bouckaert en Steve Salembier van Atelier Bildraum de ingrediënten van de voorstelling – het beeld van de zee, de tijdloosheid, het reflectieve, het stormachtige – terugvonden in heel ons oeuvre. Dat vond ik een mooi compliment.

In 2006 maakten jullie ook al een plaat, A Field Between, met soldaten op de hoes.

De Gezelle: Dat is een constante, die fascinatie. A Field Between verwijst naar de term die de oude Grieken bedachten voor de ruimte tussen twee legers vóór het gevecht plaatsvindt. De gewijde stilte die er hangt, de ongerepte ruimte. Heel poëtisch, eigenlijk. En wat later slaan ze op diezelfde plek elkaar de kop in. (lacht) Er zit ook een nuchterheid in hun manier van vechten, in de geometrische figuren van hun falanxen, maar in die strak opgestelde, anonieme blokken zitten wel allemaal individuen. Dat contrast fascineert mij. Daarom vond ik The Thin Red Line, de oorlogsfilm van Terrence Malick, zo straf.

STIJN DE GEZELLE (r.): 'Eén keer zijn we samen gaan fietsen. Het is bij die ene keer gebleven.'
STIJN DE GEZELLE (r.): ‘Eén keer zijn we samen gaan fietsen. Het is bij die ene keer gebleven.’© WOUTER VAN VAERENBERGH

Vervondel: Er zijn weinig films waar we allebei zot van zijn, maar The Thin Red Line is er een van. En recent ook Dunkirk.

De Gezelle: Ach, man: pure poëzie! Prachtige muziek van Hans Zimmer ook.

Vervondel: Tijd speelt een grote rol in die film. Er zit zelfs een constant getik in de geluidsband, als van een horloge. Ten tijde van A Field Between waren we ook hard bezig met tijd, met het voor, het tijdens en het na van zo’n veldslag. Eerst de gierende adrenaline en de angst, dan het dierlijke, het moorden voor de toekomst en de toekomst van je kinderen, en vervolgens de dauw die neerdaalt over het weer stille slagveld.

Ik hoor het al: het worden veertig intense minuten hier aan de Oostendse Oosteroever.

De Gezelle: (grijnst) Het mag smerig zijn, ja. Pas op, erg evident vond ik het in het begin niet. Zo zal de duur van sommige scènes afhangen van de stroming en de wind. Dus moesten we een manier vinden om die veertig minuten boeiend te houden, zonder dat het een kabbelend ding wordt.

Want aan kabbelen doet Madensuyu niet?

De Gezelle: Kabbelen is het allerlaatste wat we zullen doen. Klanktapijten bedenken? (blaast) Dan vind ik de zee zelf schoner om naar te luisteren. De zee heeft altijd iets te vertellen, wij niet.

Een quote uit de review van Current in dit blad: ‘Bewonderenswaardig is dat dit tweetal nooit heeft gepoogd te klinken als een drietal, een vijftal of een filharmonie.’ Hoe houd je het boeiend, al die tijd met z’n tweetjes?

De Gezelle: Dat is de sterkte, hè, het besef van onze beperking. Eén gitaar – of één piano – en één drum.

Vervondel: De kern, dat zijn wij twee. Stijn gebruikt zelfs niet eens effecten op zijn gitaar. We gebruiken wel de juiste versterkers, en ik ga op zoek naar de juiste cimbalen, maar ik zou nooit effecten op mijn drums gebruiken wanneer we in de studio zitten.

De Gezelle: Onze manier van spelen komt voort uit hetzelfde principe als bij orkesten. In de klassieke muziek is een cello, een viool of gelijk welk instrument ook een poging de menselijke stem na te bootsen. Zo zuiver mogelijk. Daarom gebruik ik één gitaarklank, waarvan ik telkens vertrek. Het is een beperking, maar voor mij voelt het niet zo.

Vervondel: Met die beperkingen hebben we met ons tweetjes de voorbije vijfentwintig jaar een heel eigen taal ontwikkeld, een taal waarmee we eigenlijk getrouwd zijn. We mogen echt van geluk spreken dat wij elkaar zijn blijven verstaan, dat we behalve als muzikanten ook als mensen overeenkomen. Dat we beiden onze emoties, en onze levenservaringen, in de muziek kunnen leggen.

Klanktapijten bedenken? Pfffff! Dan vind ik de zee zelf schoner om naar te luisteren. De zee heeft altijd iets te vertellen, wij niet

Stijn Ylode De Gezelle

De Gezelle: Naast de groep zien wij elkaar niet eens zo veel. Praktisch niet, zelfs. Eén keer zijn we samen gaan fietsen. Het is bij die ene keer gebleven. (lacht) Een lange koersbroek bij dertig graden, dat was geen goed idee, hè, Peach?

Jullie zijn nu allebei veertig, dus jullie moeten een jaar of vijftien geweest zijn toen jullie met Madensuyu begonnen?

Vervondel: Het is begonnen in de auto van Stijns moeder. We woonden niet ver van elkaar en zij bracht ons elke dag naar school. Om zich op te laden voor de schooldag speelde Stijn mixtapes in de auto: Pixies, Ministry, ButtholeSurfers, SonicYouth… Allemaal muziek die ik thuis op vinyl had staan. Zo is onze band, en de groep, ontstaan. Erg veel is er niet veel veranderd in die vijfentwintig jaar. Behalve dat we nu allebei een gezin hebben en telkens een job zoeken die flexibel genoeg is om ook muziek te kunnen maken. Stijn doet weekendshiften in de fabriek, ik werk regelmatig als tuinaanlegger in het bedrijf van mijn vader, die tuinarchitect is.

De Gezelle: Zoals wij muziek spelen, is het iets dat je sociale leven compleet ontwricht. Het is echt van moeten, hè. Dat ding zit in je lijf, zo van: ‘Draag iets bij, vertel iets! Actie, reactie!’ Het is niet altijd even geestig of rustgevend, want ons perfectionisme is van een geschift niveau. Het is dus belangrijk dat we buiten de muziek een zo evenwichtig mogelijk leven kunnen leiden.

Vervondel: Ik denk dat de muziek ons allebei een therapeut bespaart. Want het werkt toch helend, iets kunnen bijdragen aan het leven?

De Gezelle: Dat is in elk geval de ambitie, ja. En het lijkt misschien niet altijd zo maar onze ambitie is grenzeloos.

Je levensgezellin Christina Vandekerckhove, regisseur van de documentaire Rabot, sprak een tijdje geleden in Knack Focus haar onbegrip uit over het feit dat jullie niet vaker op de radio worden gedraaid.

De Gezelle: En groot gelijk heeft ze! Het mocht wel eens gezegd worden. Ik ben er heilig van overtuigd dat onze muziek een maatschappelijke waarde heeft. Want we zitten – op de radio, maar ook elders – tegenwoordig heel erg vast in marketingdenken. Het resultaat is uniforme muziek, met vooral aandacht voor het bekende, de waan van de dag. Zoiets leidt tot vervlakking, het fnuikt innovatie. We leven in een angstige, conservatieve tijd, die innovatie uitsluit. En wij neigen natuurlijk net naar vernieuwing. We willen zuurstof geven aan de samenleving.

Madensuyu

Beginnen ermee in 1992, wanneer Stijn De Gezelle en Pieterjan Vervondel nog op de schoolbanken zitten.

Vinden inspiratie voor hun groepsnaam op een fles Turks bruiswater.

Eindigen derde in Humo’s Rock Rally 2004, na The Van Jets en Absynthe Minded.

Debuteren in 2005 met de ep Adjust We, gevolgd door de albums A Field Between (2006), D Is Done (2008), Stabat Mater (2013) en Current (2018).

Blikken de videoclip voor Breathe Sail On, uit Current, in met Christina Vandekerckhove, regisseur van de bejubelde docu Rabot (2018) en mevrouw De Gezelle.

Vervondel: Telkens als wij een nummer maken, hoor ik dat in mijn hoofd aan- en afgekondigd worden op de radio. Door Koen Fillet, bijvoorbeeld. (lacht) Echt waar, toen Jan Delvaux onlangs drie nummers van ons op Radio 1 speelde, dacht ik: ‘Allez, wat is het probleem eigenlijk? Dat klinkt toch ik weet niet hoe mooi?’ Het is soms frustrerend, eerlijk gezegd.

De Gezelle: Zolang die frustratie een drijfveer is, vind ik het niet erg. En momenteel loopt het beter dan ooit. De zalen zijn gevuld, de plaat verkoopt, we krijgen goede persaandacht.

Misschien is niet Radio 1 maar Klara de zender voor jullie? ‘Wim Mertens op steroïden’, schreef een krant, en na jullie optreden in de Handelsbeurs hoorde ik iemand de vergelijking ‘Jean-Michel Jarre met drums’ maken. Of dat bedoeld was als compliment was, weet ik niet.

De Gezelle: (draait met de ogen) Mensenlief. Zo merk je toch dat de meeste mensen, ook journalisten, jammer genoeg slechts over een beperkt referentiekader voor klassieke muziek beschikken. Als je er dan toch klassieke componisten bij wilt sleuren, verwijs dan naar de namen die ons écht beïnvloeden: Beethoven, Vivaldi, Mozart, Bach, Stravinsky… díé mannen!

Naar aanleiding van jullie vijfentwintigjarige bestaan cureren jullie in september een eigen festival, in de AB en in De Kreun, het Suyu Makinesi Fest. Weten jullie al wie op de affiche zal staan?

Vervondel: Het is de bedoeling dat er mensen en muziek aan bod komen die belangrijk geweest zijn voor ons. We willen zeker ook klassieke muziek laten horen. Live, zoals het moet, zoals ze op de originele partituren staat. Het Stabat Mater bijvoorbeeld, een dertiende-eeuws gedicht over Maria die bij de gekruisigde Jezus staat, waar we onze vorige plaat naar genoemd hebben. Dat is door verschillende componisten op muziek gezet, maar de mooiste versie is die van Pergolesi. We hebben al een sopraan gevonden die het wil zingen. Verder ook stukken van Purcell, Vivaldi… Gasten die, net als Madensuyu, een breder publiek verdienen. (lacht)

De Gezelle: En daarna, in oktober, is het terug de fabriek in. Dat is de deal.

Reflector

Vrijdag 29/6 in Oostende, in het kader van Waterfront. Alle info: gonewest.be

Madensuyu

Vrijdag 17/8 in de Club op Pukkelpop. Alle info: pukkelpop.be

Suyu Makinesi Fest

Op zondag 23/9 in De Kreun in Kortrijk, en op zaterdag 29/9 in de AB in Brussel. Namen volgen later.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content