Dansen met prins Laurent en drummen met een legende: de muzikale weelde van Paradise City

Laurent Garnier © Wouter Van Vaerenbergh

Na vier jaar orakelen over duurzaamheid, gezelligheid en foodtrucks mag het ook eens over de muziek gaan op Paradise City. Het festival, dat dit jaar onder anderen Laurent Garnier boekte, is zich in rap tempo aan het opwerken tot een vaste afspraak voor elektronica-avonturiers.

Toen Paradise City vier jaar geleden voor de eerste keer neerstreek aan het prachtige kasteel van Ribaucourt in Steenokkerzeel, heette het een hip festival te zijn waar je met het geld op de chip van je festivalbandje alles kon krijgen, behalve vlees, waarna je het lekkers met een recycleerbare vork kon opsmullen onder een bord dat je met een of andere geinige spreuk verzocht om toch maar niet tegen de bomen te wateren. Hip of hippie, het is soms een klein verschil.

Maar kijk, de belevingsfestivals – waar Paradise City er ontegensprekelijk eentje van is, maken school. Wegwerpbekers en bonnetjes worden in het hele festivallandschap een zeldzaamheid en zelfs op de grote zomerafspraken staat naast elk frietkraam tegenwoordig een würstentruck of een standje met meelwormenburgers.

Maakt dat Paradise City minder boeiend of uniek? Allerminst, want daardoor wint de line-up aan belang. De organisatie liet dit jaar de Franse technoprins Laurent Garnier en de Duitse house- en discoplatenruiter DJ Koze aanrukken, maar de weelde gaat verder dan de eerste lijn van de line-up. Om u een idee te geven: 7 van de 53 acts op de affiche mochten voor de BBC al een Essential Mix maken – zowat het hoogste wat een dj op de radio kan bereiken – en 13 van hen trekken binnenkort naar Boom voor Tomorrowland.

Een tikje warrig

Elke dag opnieuw, lang voor de grote namen de faders opengooiden, was het al ontdekken geblazen. Op vrijdag waren we bijvoorbeeld onder de indruk van hoe de 17-jarige Belgische dj AliA – we weten dat we dit vaak zeggen, maar onthou die naam – op avontuur trok, langs jazzy baslijnen en junglebreaks. De dag erna werden we zoetjes wakker gezongen door de Franse chanteuse Claire Laffut en haar synthpop met een urban randje, waarop we ons nog een halfuurtje in de lekkere househausse van Gentenaar Timmerman te mengen.

Omar Souleyman
Omar Souleyman© Wouter Van Vaerenbergh

Zondag begonnen we onze dag – samen met nog een dertigtal dapperen – met Ivy Falls, het splinternieuwe project van Fien Deman, die we nog kennen als winnaar van De Nieuwe Lichting met I Will I Swear. Van dat droompopproject blijft in Ivy Falls enkel Demans geweldige stem over, fluweelzacht gedrapeerd over synths en quirky beats. Helaas moest de West-Vlaamse chanteuse opboksen tegen de zo goed als lege tent, de loden middagzon en overenthousiaste basversterkers. En toch zagen we een leuke set, met minstens drie songs die we graag in onze Spotifyplaylist slepen.

Sowieso passeerden er best wat goede livebands. Acid Arab bijvoorbeeld, oftewel twee Parijzenaars die u een oosterse curry serveren, overgoten met een rijkelijke technosaus. Het bleek een ideale aanloop naar publiekslieveling Omar Souleyman. Uiteraard zijn wij altijd te porren voor een Syrisch trouwfeestje, en een feestje wás het, maar als live-act zagen we hem de gimmick nauwelijks overstijgen.

Dan genoten we een pak meer van Whomadewho, een Deens trio dat een opblaasbare hand-met-ogen het podium op zeulde, maar bovenal het beste van Hot Chip, Foster The People en – op de allerbeste momenten – het vroege Soulwax verenigde in een kolkend housegitarenfeestje. Of drummer Tony Allen, sinds een paar jaar vooral bekend van Damon Albarns zijproject The Good, The Bad and The Queen, maar bovenal afrobeatlegende.

Tony Allen
Tony Allen© Wouter Van Vaerenbergh

Toegegeven, zijn set met toetsenist Amp Fiddler was een tikje warrig – we hebben nog steeds geen idee waar hun soundcheck eigenlijk ophield – maar eens onder stoom was het genieten geblazen. Doordat Fiddler de beat liet meelopen op een bandje, hoefde Allen het tempo niet aan te geven en kon hij vrij als een vogel jammen, zonder razendsnelle solo’s of patserij, maar telkens met de juiste trommel op het juiste moment. Niet het hoogtepunt van het weekend, wel een fenomeen dat je moet gezien hebben.

Nat King Cole

’s Avonds was het telkens weer moeilijk kiezen. Vrijdag vochten de Nederlande technoprins Joris Voorn en de Amerikaanse house-legende Lil’ Louis om onze aandacht. Die laatste, die nochtans op het kleinste podium stond, won het pleit nadat Voorn een platte houseremix van U2’s With or Without You dacht te moeten droppen. Dan was het leuker feesten met Lil’ Louis die ook na dertig jaar de kick inzet wanneer je dat niet verwacht en met de branie van een jong veulen Nat King Cole in de mix gooit. Begrepen we meteen weer waarom Daft Punk de man heeft genamedropt in Teachers, tussen andere grote voorbeelden als Dave Clarke en Brian Wilson.

Ook de tweede dag trokken we naar het kleine podium voor Call Super & Objekt – spijtig voor de Duitse techno-ancien Konstantin Sibold, maar het was er gewoon té leuk – om de derde dag uiteraard de laatste restjes dansbeen eruit te persen op DJ Koze, die uitpakte met een flard vanPump Up The Jam en opvallend vaak de technohoek opzocht, en Laurent Garnier. Nog meer dan op de juiste tracks speelden beide heren het op de opbouw: minutenlang stelden ze de climax uit, ondertussen gezichten trekkend, om dan op precies het juiste moment los te laten en Paradise City in extase te dompelen.

Dit festival is proper, duurzaam, culinair hoogstaand en gezellig, maar dat wist u wellicht al. Wat nog wat vaker mag gezegd worden, is dat de affiche elk jaar beter en beter wordt en de organisatie een eigen niche heeft gevonden, namelijk het soort house, techno en synthpop waar een brandende zomerzon enkel maar gepast bij is. Wij oefenen onze zonnedans alvast in tegen volgend jaar.

DJ Koze
DJ Koze© Wouter Van Vaerenbergh

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content