Swans in Botanique: Logge riffs, bezwerende litanieën

© Yvo Zels

Swans zijn altijd al het lelijke… eendje in de rockbijt geweest. Hun intense, intimiderende en trommelvliesscheurend luide muziek komt aan als een stomp in je maag. Dezer dagen zijn Swans echter aan hun zwanenzang toe. En zoals bleek in Brussel, werd het zeker geen afscheid in mineur.

DA GIG: Swans in de Orangerie van Botanique, Brussel op 6/10.

IN EEN ZIN: Swans vielen nog het best te vergelijken met een sluimerende vulkaan die af en toe een gulp kokende lava spuwde.

HOOGTEPUNTEN: ‘Screen Shot’, ‘The Glowing Man’.

DIEPTEPUNTEN: geen.

QUOTE van Michael Gira, nadat hij zijn muzikanten heeft voorgesteld: “And I’m Barbie. (stilte) Klaus Barbie”.

Wie op zoek was naar aangename verstrooiing, kon de Botanique maar beter vermijden. De rauwe, primitieve sound van Swans werkt namelijk niet als achtergrondmuziek. Hij eist je aandacht op en schudt je onzacht door elkaar. Het New Yorkse gezelschap grossiert in angst en pijn, in duisternis en brutaliteit, en opereert al sinds 1982 trots buiten de mainstream. De titels van zijn eerste platen -‘Filth’, ‘Cop’, ‘Greed’- geven het al aan: frontman Michael Gira en zijn gezellen worden vooral gefascineerd door de minder aangename dingen des levens.

Sinds haar ontstaan heeft de groep al verscheidene fases achter de rug. Na 1997 stond ze zelfs dertien jaar op non-actief, om in 2010 plots een overweldigende comeback te maken met ‘My Father Will Guide Me Up A Rope To The Sky’. Maar ook aan die incarnatie komt nu, na vier platen over waanzin en liefde, een einde. Gira, 62 inmiddels, trekt de stekker er bewust uit terwijl zijn band zich op een creatief hoogtepunt bevindt. Hij heeft trouwens al aangekondigd dat hij de naam Swans ook in de toekomst zal blijven gebruiken, zij het dan voor projecten met wisselende bezettingen.

Tijdens hun passage in de Orangerie deden Swans hun compromisloze reputatie nog eens alle eer aan. Zoals een beeldhouwer die in graniet hakt, kerfde het sextet zijn noise-symfonieën uit massieve geluidsblokken. Swans schrijven geen songs, ze schrijven meeslepende epische opussen die alvast één ding duidelijk maken: de bandleden beschikken níet over de gave der beknoptheid. Opener ‘The Knot’, een nieuwe compositie, ontstaan uit het oudere ‘No Words/No Thoughts’, was bijvoorbeeld een monster van drie kwartier. Zo begrijp je meteen waarom de Zwarte Zwanen slechts zes nummers ten gehore brachten, ook al was hun set een uitputtingsslag van tweeënhalf uur.

Generaal

Michael Gira dirigeerde zijn gevolg als een generaal op het slagveld; niet met een stokje maar met zijn priemende ogen. Het resultaat klonk tegelijk repetitief en minimalistisch. Swans beperkte zich in de Botanique doorgaans tot één akkoord per nummer, waardoor er van melodieën nauwelijks sprake was en alles in het teken stond van viscerale power. Textuur en dynamiek waren de sleutelwoorden: noisegolven rolden af en aan en de groep stond op het podium als een sluimerende vulkaan die af en toe een gulp kokende lava spuwde. Het concert begon met een langgerekte orgeldrone waaruit, zeer geleidelijk, andere instrumenten opkringelden: de gitaren van Norman Westberg -een man die er al in 1983 bij was- en Gira zelf, de lapsteel van Christoph Hahn, de bas van Christopher Pravdica en de beukende drums van Phil Puleo.

Wel grappig dat de heren, ondanks de nadrukkelijke filosofische en spirituele component in hun muziek, enkele excentrieke tics vertoonden. Zo kamde Hahn voortdurend zijn haar op het podium en kende Swans statistisch gezien wellicht ook het hoogste aantal gumkauwende leden in het westelijke halfrond. Michael Gira, die zijn teksten aflas van een spiekbriefje, spiegelde zich vocaal ooit aan Leonard Cohen, maar dit keer waren zijn zangpartijen weinig méér dan toonloze litanieën. Bewerend, zeker, al is de kans klein dat hij er ooit een belcantowedstrijd mee zal winnen.

Screen Shot’, uit de vorige cd ‘To Be Kind’, bracht wat meer vaart in de set. Terwijl de groep een wall of sound van gewapend beton optrok, scandeerde Gira “No pain, no now, no time, no here”. Het bleek om een ode aan de liefde te gaan, maar nadrukkelijk níet op de wijze van, pakweg, Ed Shearan of James Bay. Daarna volgden enkele stukken uit de eerder dit jaar verschenen dubbelaar ‘The Glowing Man’, zoals de suite ‘Cloud of Forgetting’ en ‘Cloud of Unknowing’. Het laatstgenoemde was voorzien van een lange deraillerende intro, terwijl de zanglijn bevrucht leek door Arabische muezzins.

Sjamaan

Ondanks de donkere teneur van het materiaal, was er wel degelijk sprake van speelplezier. Tegen het einde van de song brak bij Michael Gira zelfs zoiets als een glimlach door. Op andere momenten bewoog de man zich over het podium als een sjamaan of spreidde hij de armen als een hogepriester die het hele universum trachtte te omhelzen.

‘The Man Who Refused To Be Unhappy’, een gloednieuwe song die Swans eerder op de dag tijdens de soundcheck hadden uitgewerkt, klonk kolkend en opzwepend en was op een soort Krautrockbeat geplant. Het laatste halfuur was gereserveerd voor ‘The Glowing Man’. Het sextet zette een fluks tempo in, er werden enkele logge riffs in stelling gebracht en plots hoorde je een kruising tussen The Bad Seeds en The Velvet Underground, terwijl Gira als zanger duidelijk te kenen gaf dat Swans in wezen een uitvloeisel was van de (post)punkperiode. Toch hadden we medelijden met de pianist die één en dezelfde noot dertig minuten lang staccato moest zien aan te houden.

“Many thanks, it’s been wonderful”, zei de frontman tot afscheid, al was niet helemaal duidelijk of die uitspraak op die ene avond in Brussel sloeg, dan wel op de jongste zeven jaar. Maar what the hell, onze conclusie stond al vast: een Swantastisch concert.

DE SETLIST: The Knot / Screen Shot / Cloud of Forgetting / Cloud of Unknowing / The Man Who Refused To Be Unhappy / The Glowing Man.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content