Steve Earle & The Dukes (and Duchesses) @ AB

Voor liefhebbers van alt.country, bluegrass, folk en andere vormen van Americana was het maandag in de AB weer smullen geblazen. De uit Texas overgewaaide Steve Earle gaf er, samen met zijn vijfkoppige band, immers een tweeënhalf uur marathonconcert dat geen moment verveelde.

DA GIG: Steve Earle & The Dukes (and Duchesses) in AB, Brussel op 10/10.

IN EEN ZIN: Earle toonde zich nog altijd een bevlogen performer en speelde twee lange sets die stilistisch zo gevarieerd waren, dat ze tot de laatste minuut bleven boeien.

HOOGTEPUNTEN: ‘Every Part of Me’, ‘Feel Alright’, ‘Someday’, ‘Heaven or Hell’, ‘This City’, ‘Taneytown’.

DIEPTEPUNTEN: geen.

BESTE QUOTE: ‘Grensbewaking is voor onze politici dezer dagen blijkbaar een topprioriteit. En toch berust het verleden van de VS volledig op migratie. Je kunt er dus donder op zeggen dat, als we nog een toekomst hebben, die óók sterk met migratie verbonden zal zijn.”

Het minste wat je van de inmiddels 56-jarige Steve Earle kunt zeggen is dat hij een veelzijdige kerel is. Als zanger en songschrijver vormt hij, met zijn rauwe, verweerde stem, de verbindende schakel tussen Bruce Springsteen en John Prine. In die hoedanigheid heeft hij, sinds zijn debuut ‘Guitar Town’ uit 1986, al veertien langspelers uitgebracht, waarvan het door T Bone Burnett geproducete ‘I’ll Never Get out of This World Alive’ de recentste is.

Maar Earle is ook bedrijvig als acteur, publiceerde onlangs zijn eerste roman en zet zich als overtuigd politiek activist in voor de afschaffing van de doodstraf, het verbod op landmijnen en een wapenvrije samenleving. Bovenal is hij echter, net als Woody Guthrie vóór hem, begaan met het lot van de kleine man. Geen wonder dus dat dit thema in veel van zijn songs centraal staat.

In Brussel, waar hij zich liet bijstaan door zijn band The Dukes (dit keer aangevuld met twee Duchesses), had de zanger niet minder dan 32 songs op zijn setlist staan. Daarvan kwamen er negen uit zijn jongste cd. De rest van het concert vormde een boeiende wandeling door zijn gehele oeuvre, aangevuld met covers van Hank Williams en Bob Dylan. Behalve gitaar speelde Steve Earle regelmatig banjo, mandoline en bouzouki, al namen ook pedalsteelgitarist Chris Masterson en fiddlespeelster Eleanor Whitmore de gelegenheid te baat om hun stempel op de rootsy groepssound te drukken.

Het werd een uitermate gevarieerde show, waarin Earle moeiteloos heen en weer laveerde tussen keltische folkpunk (‘Molly-O’), gekartelde country-rock (‘Feel Alright’), cajun (‘The Galway Girl’), bluegrass (‘The Harlan Man’), ouderwetse western swing (‘Hillbilly Highway’), walsjes (‘The Mountain’), sobere, doorvoelde ballads (‘Every Part of Me’, ‘My Old Friend the Blues’), grofkorrelige gitaarrockers (‘Someday’, het naar ‘Crazy Horse neigende ‘Taneytown’) en potige agitpop (‘The Revolution Starts Now’).

Tussendoor vertelde de zanger verhalen over oorlog en klassenstrijd, maande hij de toeschouwers ertoe aan zorg te dragen voor de vakbonden (“Jullie zullen ze nog nodig hebben”), verwenste hij de grondspeculanten die, na de doortocht van de orkaan Katrina, alle armen uit New Orleans poogden te weren (zie het pakkende ‘This City’). En als introductie tot ‘The Devil’s Right Hand’ legde hij uit hoe hij zich van “peacenik met een uitgebreid arsenaal geweren” ontwikkelde tot een fervente tegenstander van vuurwapens.

Aangezien de meeste leden van Earles puike band er ook een eigen carrière op na houden, toonde de artiest zich zo grootmoedig hen allemaal een plekje in de schijnwerpers te gunnen. Dat gold vooral voor zijn zevende (!) vrouw Alison Moorer, die niet alleen de keyboards, accordeon en gitaar beroerde, maar ook een prima zangeres is. Dat toonde ze zowel tijdens de fraaie duetten met manlief (‘Days Aren’t Long Enough’, ‘Heaven or Hell’) als tijdens haar solospotje, waarin we onder meer een soulvolle vertolking van Sam Cookes ‘A Change is Gonna Come’ herkenden.

‘Free Man’ was het moment de gloire van bassist Kelley Looney, terwijl het duo The Mastersons een goede beurt maakte met het door Whitmore gezongen ‘Crash Test’.

Steve Earle zelf bleef een bevlogen performer mét gevoel voor humor. Zo vertelde hij glunderend dat hij de jongste jaren niet meer in de nor is gevlogen -het was ooit anders- en, geloof het of niet, al een poosje helemaal clean is. Om vervolgens een punt achter zijn concert te zetten met het potige, als uitroepteken vermomde ‘The Unrepentant’. Een man naar ons hart, kortom.

Dirk Steenhaut

DE SETLIST: Waitin’ on the Sky / Little Emperor / The Gulf of Mexico / Molly-O / Every Part of Me / Feel Alright My Old Friend the Blues / Someday / Guitar Town / Days Aren’t Long Enough / The Broken Girl / Getting Somewhere / A Change is Gonna Come // Copperhead Road / Dixieland / The Galway Girl / Harlan Man / The Mountain / Free Men / Meet me in the Alleyway / God is God / Heaven or Hell / Crash Test / This City / Taneytown / Hard Core Troubadour / The Revolution Starts Now // I’ll Never Get Out of this World Alive / Hillbilly Highway / Devil’s Right Hand // It Takes A Lot to Laugh, It Takes A Train to Cry / The Unrepentant.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content