St Germain @ AB: In Afro-jazz gedrenkte ‘good time music’

St Germain © Yvo Zels

House-ambassadeur St Germain is terug. Vijftien jaar na zijn million seller ‘Tourist’ heeft Ludovic Navarre eindelijk een titelloze opvolger klaar, waarmee de producer resoluut de West-Afrikaanse toer op gaat. In een uitverkochte AB leidde dat tot een bezwerend maar ook ietwat langdradig concert.

DA GIG: St Germain op 11/11 in AB, Brussel.

IN EEN ZIN: De hoofdzakelijk Afrikaanse muzikanten gingen voluit en wisten zeer goed hoe ze het publiek moesten opzwepen, maar vervielen iets te vaak in steeds dezelfde procédés om de show tot het einde spannend te houden.

HOOGTEPUNTEN: ‘Rose Rouge’, ‘Real Blues’, ‘How Dare You’…

DIEPTEPUNTEN: Geen, maar naar het einde van de set toe dreigden de nummers behoorlijk langdradig te worden.

QUOTE: Ludovic Navarre hield zich op het podium bescheiden op de achtergrond en deed er dus het zwijgen toe.

Met platen als ‘Boulevard’ en ‘Tourist’, respectievelijk uit 1995 en 2000, werd St Germain één van de voornaamste vertegenwoordigers van de ‘French touch’ in de dansmuziek, naast Daft Punk, Cassius, Etienne de Crécy en Bertrand Burgalat. Vooral ‘Tourist’, een cd die ruim vier miljoen keer over de toonbank ging, maakte de Parijzenaar tot een internationaal fenomeen. Zijn met loops en samples gelardeerde variant op deep house, acid jazz, funk en lounge deed het goed op hippe feestjes, maar na twee jaar toeren met steeds dezelfde nummers had Navarre er de buik van vol. En aangezien hij zichzelf niet wilde herhalen, verdween hij anderhalf decennium uit de schijnwerpers. Hij nam volop de tijd om de routine uit zijn leven te bannen en wanneer hij, op zijn 42ste, toch weer op het podium staat, komt dat omdat hij vandaag radicaal andere muziek maakt.

Hoewel op ‘St Germain’ enkele vertrouwde ingrediënten terugkomen, zoals stemsamples en repetitieve loops, kun je het bezwaarlijk een pure dansvloerkraker noemen. Dit keer koos Ludovic Navarre voor een meer organische aanpak en zo komt het dat hij zich in de AB liet begeleiden door een zevenkoppige band met muzikanten uit Mali, Senegal, Martinique en Brazilië. In het klankbeeld troffen we dit keer dus traditionele West-Afrikaanse instrumenten aan zoals een kora (een 21-snarige harp met als klankkast een met antilopenhuid bespannen kalebas), een n’goni (een snaarinstrument dat het midden houdt tussen een banjo en een mandoline) en een balafon (een grote houten xylofoon). Die werden gecombineerd met in de popmuziek gebruikelijke rekwisieten zoals gitaar, bas en keyboards, terwijl een ander groepslid afwisselend klarinet, sax en dwarsfluit speelde. St Germain zelf hield zich, als regisseur, bescheiden op de achtergrond en verschool zich achter een soort lessenaar met zijn elektronische apparatuur.

Trance

De Fransman hield het bewust simpel: geen opzichtige visuals, geen spectaculaire lightshow, gewoon een optreden dat geheel in het teken stond van het speelplezier. Erg origineel kon je zijn ‘nieuwe’ muzikale richting niet meer noemen: vóór hem gingen immers al talloze andere pop- en rocksterren een fusie met West-Afrikaanse tradities aan, van Ry Cooder tot Brian Eno en van Damon Albarn tot Chris Eckman. Maar zijn samenwerking met zwarte muzikanten resulteerde in de AB hoe dan ook in hypnotische grooves, waar je heupen moeilijk onverschillig bij konden blijven.

In opener ‘Forget Me Not’ duurde het even vooraleer de band ter zake kwam – kwam dat doordat Afrikanen nu eenmaal een ander tijdsbesef hebben? Ze hanteren alleszins vaak minimalistische, circulaire structuren die zo lang worden herhaald tot de trance erop volgt. Ieder nummer ontaardde al gauw in een uitgesponnen jam, waarin, zoals in jazzmiddens gebruikelijk is, de ene solo de andere opvolgde. De muzikanten gingen voluit en wisten zeer goed hoe ze het publiek moesten opzwepen. Via stemsamples van Amerikaanse blueszangers als Lightnin’ Hopkins (zie ‘Real Blues’) en R.L. Burnside (‘How Dare You’) werden twee continentale tradities met elkaar verbonden, terwijl in het sterk percussieve ‘Hanky Panky’ zelfs echo’s uit dub te ontwaren vielen.

Herkenbaar maar toch anders

Occasioneel putte St Germain ook uit zijn verleden. Zowel ‘Rose Rouge’, dat vooraan in de set zat, als ‘So Flute’ (allebei uit ‘Tourist’) werden op herkenningsgejuich ontvangen, ook al klonken ze, door de nieuwe line-up, aanmerkelijk anders dan in hun oorspronkelijke gedaante. Maar het bleef in Afro-jazz gedrenkte ‘good time music’, waaraan steevast een zekere luchtigheid kleefde. Zo werd de Afro-Braziliaanse percussionist Jorge Bezerra tijdens een wervelende congasolo door zijn collega’s met rode handdoeken koelte toegewuifd en ook de choreografietjes van de bandleden wisten de toeschouwers regelmatig een glimlach te ontlokken.

Het publiek ging helemaal mee in de funky exotiek van St Germain en wist uiteindelijk twee bisrondes af te dwingen. Maar gaandeweg voelden we toch onze aandacht verslappen: de lang uitgesponnen nummers deden na verloop van tijd een beetje langdradig aan, steunden op steeds dezelfde procédés en mondden uiteindelijk uit in een iets te gedateerde vorm van jazzrockfusion.

Het siert St Germain dat hij zijn muzikale horizon verruimt, maar een iets strakkere lijn en wat meer spankracht zouden zijn Afrikaanse avontuur ongetwijfeld ten goede zijn gekomen.

DE SETLIST: Forget Me Not / Real Blues / Rose Rouge / Hanky Panky / How Dare You / So Flute / Sittin’ Here // Family Tree / Real Blues // Sure Thing.

St Germain geeft op dinsdag 23 februari nog een extra concert in de Brusselse AB.

Lees ook het interview met St Germain.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content