Shearwater @ Botanique

Shearwater, een tussen folk- en indierock laverende band uit Austin, Texas, heeft in de twaalf jaar van zijn bestaan ook bij ons een trouwe aanhang verworven. Het gezelschap, dat zijn nieuwe cd ‘Animal Joy’ kwam voorstellen, speelde in Brussel alweer voor een uitverkocht huis.

DA GIG: Shearwater in de Rotonde van Botanique in Brussel op 29/3.

IN EEN ZIN: Het groepsgeluid was er iets primitiever, steviger en directer op geworden, maar Shearwater speelde trefzeker als vanouds en wist van het eerste tot het laatste moment te boeien.

HOOGTEPUNTEN: ‘Dead Sovereign’, ‘Rooks’, ‘Pushing the River’, ‘Breaking the Yearlngs’, ‘Nobody’, ‘Leviathan, Bound’…

DIEPTEPUNTEN: geen.

BESTE QUOTE van Jonathan Meiburg: “Als je als groep op tournee bent, word je regelmatig overvallen door momenten van lichte paniek. Het is alsof je niet meer kunt inschatten welke details belangrijk zijn en welke niet. Gisteren waren we in Amsterdam en hadden we fietsen gehuurd, maar toen het tijd werd om ze terug te brengen wisten we niet meer waar we ze vandaan hadden gehaald. Het kostte ons zoveel tijd om het probleem opgelost te krijgen dat we bijna te laat in Brussel arriveerden. Maar eind goed al goed: we hebben het gehaald.”

Frontman Jonathan Meiburg maakte vroeger deel uit van Okkervil River en beschouwde Shearwater aanvankelijk als een nevenproject. Maar het kan soms raar lopen in het leven: de bijzaak veranderde geleidelijk in een hoofdzaak en sinds 2008 besloot de zanger en songwriter zich voltijds aan zijn tweede groep te wijden.

Shearwater betekent ‘stormvogel’ en dat is geen toeval: Meiburg, die geografie studeerde, is een gepassioneerd ornitoloog. De natuur heeft in zijn werk altijd een belangrijke rol gespeeld en zijn jongste werkstuk is zelfs een ode aan het oerinstinct. Met ‘Animal Joy’ is de groep, als we het in eigen beheer uitgebrachte ‘Shearwater is Enron’ meerekenen, al aan haar achtste langspeler toe. De doorbraak kwam in 2007 met ‘Palo Santo’, de eerste aflevering van de zogenaamde ‘Island Arc Trilogy’, waar later ook nog de cd’s ‘Rook’ en ‘The Golden Archipelago’ aan toe zouden worden gevoegd. Na die triptiek achtte Meiburg de tijd echter rijp voor een muzikale koerswijziging. De weelderige instrumentaties en grillige songstructuren van weleer moesten plaats ruimen voor een meer rudimentaire aanpak, wat verklaart waarom het nieuwe materiaal directer, primitiever en vooral, luider klinkt dan we van Shearwater gewend waren. Het groepsgeluid blijft weliswaar herkenbaar, maar de songs doen iets poppier en toegankelijker aan.

Op ‘Animal Joy’ was de officiële line-up nog tot een trio afgekalfd, maar in de Botanique stonden de Texanen toch weer als een kwintet op het podium. Spilfiguur Jonathan Meiburg, wiens stem afwisselend doet denken aan Mark Hollis (van Talk Talk) en Richard Thompson, zong teksten waar voor simpele lieden als wij geen touw aan vast te knopen viel, maar gelukkig waren de songs zo rijk en gelaagd dat onze aandacht algauw door andere details werd opgeslorpt. De zanger pendelde regelmatig tussen gitaar en klavier en zodra de eerste noten van ‘The Snow Leopard’ weerklonken werd je als toeschouwer aangenaam verrast door de vitaliteit en de trefzekerheid van de muzikanten.

De set stond vrijwel geheel in het teken van de nieuwe plaat. In het stuwende, meerstemmmig gezongen ‘You As You were’ hamerde Jonathan Meiburg als een bezetene op de toetsen. In andere nummers, zoals het even spannende als broeierige ‘Dead Sovereign’, hoorde je de gitaren woest te keer gaan en voelde je dezelfde intensiteit als in, pakweg, Richard Thompsons ‘Shoot Out The Lights’. In het slepende ‘Insolence’ leek Meiburg al zijn innerlijke demonen uit te drijven, terwijl zijn gezellen voor forse geluidserupties zorgden. Het overweldigende ‘Pushing the River’, waarin een strijdvaardige ritmesectie op weg toog naar het slagveld en striemende synths de marsorder voorlazen, kreeg dan weer een uiterst dissonant jasje aangemeten.

Dat Shearwater ook ongeremd kan rocken, bleek tijdens het korte en krachtige ‘Immaculate’, rammelpunk volgens het recept van de Pixies, en het al even opwindende ‘Breaking the Yearlings’, waarin echte drums werden gecombineerd met elektronische en het kompas van de synths richting krautrock wees. In rustiger nummers zoals ‘Run the Banner Down’ en ‘Star of the Age’ meenden we even de geest van Fairport Convention te ontwaren, maar Meiburg en zijn vrienden klonken toch vooral als zichzelf. Dat deden ze ook tijdens oudere songs als ‘Rooks’, het dichtste dat Shearwater ooit in de buurt is gekomen van een radiohit, en ‘Castaways’, de enige song uit ‘The Golden Archipelago’ die de veel te korte (duur: 57 minuten) set had gehaald.

Gelukkig kon er nog een bisronde af die door de zanger, enkel begeleid door de toetsenman, werd ingezet met het sobere ‘Nobody’ uit ‘Palo Santo’. Uit diezelfde cd zou de volledige band even later ook nog ‘White Waves’ opdiepen. Na een verstild begin werd de song op gang getrokken door potige Stonesriffs om uiteindelijk uit te monden in een zee van feedback en distorsie. De heren haddden zelfs een verrassende uitsmijter in petto: ‘These Days’ was een veerkrachtige eighties-song, geplukt uit R.E.M.’s ‘Life’s Rich Pageant’. Shearwater mag zijn muzikale bakens dan enigszins hebben verzet, het blijft een boeiende band. En naar de geestdriftige reacties te oordelen, dacht het publiek er al net zo over.

Dirk Steenhaut

DE SETLIST: The Snow Leopard / Animal Life / Castaways / Dead Sovereign / You As You Were / Insolence / Rooks / Immaculate / Pushing the River / Run the Bannner Down / Breaking the Yearlings / Star of the Age // Nobody / Leviathan, Bound / White Waves / These Days.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content