Prince: het genie en de truken van de foor

© Belga

Prince heeft in het Antwerpse Sportpaleis drie uur lang het evangelie van de funk gepreekt.

“This is the funkiest place on earth”, kondigt een klein mannetje op hoge hakken met veel bravoure aan. We knipperen voor de zekerheid even met de ogen. Jawel, we bevinden ons nog steeds in de buik van het Antwerpse Sportpaleis.

Het mannetje is ofwel blind, ofwel het Noorden kwijt. “You’re gonna have a fabulous time”, vervolgt de lilliputter. Hij knijpt in een Fendergitaar en dirigeert zijn vijfkoppige groep doorheen een stomende versie van Controversy. Het mannetje is niet blind, zijn naam is Prince en hij zal de komende drie uur het evangelie van de funk preken.

Eerlijk: tussen ons en het Sportpaleis en andere, dergelijke arena’s wordt het nooit koek en ei. Het is zelfs met lichte tegenzin dat we de betonnen megabunker voor het eerst betreden, maar ’the artist formerly known as TAFKAP’ is deze uitzondering waard. Zijn eerder passages dit jaar (net over de grens in Arras, Werchter) moesten we noodgedwongen missen, en ook de fameuze ‘pre-show’ twee dagen eerder in Brussel ging aan ons voorbij. Even leek ook deze afspraak te mislukken, want na een eerdere, geschrapte datum werd pas een week geleden de definitieve datum van dit concert bevestigd.

Toch zit het Sportpaleis tot de nok gevuld, iets wat ook onze gastheer niet ontgaan is – “fourteen thousand”, zegt meneer Nelson. “In no time flat – thank you!”. En hij méént het, want Prince strooit genereus met klassiekers uit z’n indrukwekkende oeuvre. Wat dacht u bijvoorbeeld van dit trio: Uptown, Rasberry Beret en Cream – vakkundig aan elkaar gebreid als een Peruviaanse grootmoeder. En toen stond zijne purperen hoogheid nog maar een dikke 20 minuten op het podium.

Jonge Presley

Veel tijd om naar adem te happen is er niet, want ook tijdens een lang uitgesponnen Let’s Work legt Prince de zweep erop. Klappen met de handen, meezingen, zwaaien, stampen met de voeten – de zaal toont zich gedwee. Waarom een artiest van zijn formaat zich tot Regi-achtige toestanden wendt, we snappen het niet goed. Prince heeft de songs, de uitstraling, de virtuositeit… de truken van de foor hoefden er voor ons niet bij. De ereburger van Minneapolis maakte het snel goed, en wel met een vlammend U Got The Look. Een mooie bijrol was daarin weggelegd voor bassiste Ida Nielsen, in een vorig leven nog aan de slag bij Zap Mama. Ook haar huidige broodheer laat zich niet onbetuigd en soleert er duchtig op los.

Vervolgens krijgen de drie achtergrondzangeressen hun moment. Hun Celine Dion-moment, om precies te zijn. Kleffe gospel met wazige theelichtje op de achtergrond, hét moment om de aansteker boven te halen… en een sigaret te gaan roken. Terwijl we buiten de kou verbijten en gehaast inhaleren horen we Love, Thy Will Be Done tussen het beton kaatsen. In 1991 vonden we het al een draak in de versie van Martika, en dat is nu niet anders. Nog één stroperige R&B-achtige ballade geduld oefenen en we worden beloond met Let’s Go Crazy. Meteen wanneer die onsterfelijke orgelintro, gevolgd door het plechtige ‘dearly beloved..’ weerklinkt, ontploft de keet.

Met reden, want twee en halve minuut later volgt Delirious. Prince schudt zijn heupen als een jonge Elvis Presley en demonstreert zijn meesterlijke pirouettes. Geruchten als zou hij het dansen tegenwoordig achterwege laten blijken larie. Niet alleen de leden zijn nog steeds in goede conditie, ook op de stembanden zitten geen sleet. Jammer wel dat die heerlijke falset tijdens 1999 bijna helemaal weggedrukt wordt door de drie misthoorns van de zangeressen.

Speels duet

Purple Rain: een onverwoestbare plakker, de meest machtige der power ballads. Maar hij duurde te lang, al zullen de duizenden kelen die minutenlang ‘oe-hoe-oe-oeh’ mee kweelden het daar niet mee eens zijn. Dank trouwens, aan de David Brent-soundalike achter ons om er ons aan te herinneren waarom we oordopjes hadden meegebracht! Ook tijdens Kiss liet deze wannabe koorknaap zich niet onbetuigd. Gelukkig volgden snel het iéts minder bekende Sometimes It Snows In April en Dreamer, waarin Prince zich nog maar eens met een indrukwekkende solo de evenknie toonde van Jimi Hendrix.

Net als bij Bruce Springsteen behoort een uitgebreide bisronde tot de normale gang van zaken bij Prince – of Prince nu echt zo van Antwerpen/België houdt, zoals-ie minstens 20 keer proclameerde, of niet. We worden nog getrakteerd op erg feestelijke versies van I Feel For You (gepend voor Chaka Khan) en A Love Bizarre (een cadeau voor protégee Sheila E.), maar het meest deed Prince ons genieten van Forever In My Life, deze keer in de vorm van een speels duel met zijn bassiste. Twee keer vier snaren en een drumcomputer. Het leven van een genie kan soms simpel zijn.

Aftershow?

Epiloog: nog voor de laatste noot is weggestorven wordt al druk Twitter en Facebook afgespeurd, op zoek naar de locatie voor een mogelijke aftershow. Zijn in de running: Trix, het Ritzhotel of Petrol in Antwerpen, maar ook het Depot in Leuven en de Viage in Brussel, waar al een man of dertig staat aan te schuiven volgens het mobieltje van onze buurman.

Een lid van dEUS staat in contact met iemand uit de tourentourage van Soulwax die in contact staat met de buschauffeur van Prince. Eén van de achtergrondzangeressen zou onwel geworden zijn en is afgevoerd naar het dichtstbijzijnde hospitaal. Geen aftershow. Of toch wel! het Conradhotel in Brussel is the place to be… of toch niet?

Jonas Boel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content