Paul Weller @ AB: Strijdlustig als een gladiator

© Yvo Zels

Zijn nieuwe cd, ‘Saturns Pattern’, ligt pas op 18 mei in de winkel, maar dat belet Paul Weller geenszins om nu al de hort op te gaan. De archetypische Dadrocker mag dan al 56 zijn, op zijn lauweren rusten zit er voorlopig niet in. Wie zijn oude hits wilde horen, was er in de AB dus aan voor de moeite.

DA GIG: Paul Weller @ AB, Brussel op 18/4.

IN EEN ZIN: Weller en zijn puike band speelde een verschroeiende set met oud en nieuw werk, waarin de gitaren de boventoon voerden en psychedelische bluesrockjams niet werden geschuwd.

HOOGTEPUNTEN: ‘Into Tomorrow’, ‘Above the Clouds’, ‘From the Floorboards Up’, ‘Porcelain Gods’, ‘Peacock Suit’, ‘These City Streets’, ‘Foot of the Mountain’, ‘The Changingman’.

DIEPTEPUNTEN: het huppelende ‘Brand New Toy’ en de iets te bombastishe softsoulballad ‘Empty Ring’

BESTE QUOTE: “Do you want the German version?” (Paul Weller spreekt dreigende taal, ter aankondiging van het nieuwe ‘Long Time’).

Wie, zoals Weller, al sinds zijn achttiende onafgebroken in de belangstelling staat, kan zich een beetje eigenzinnigheid wel veroorloven. De zanger, die na vruchtbare periodes bij The Jam en The Style Council al aan zijn derde artistieke carrière bezig is en nog altijd een opzienbarende productiviteit aan de dag legt, hoeft dan ook niets meer te bewijzen.

Paul Weller @ AB: Strijdlustig als een gladiator
© Yvo Zels

Op zijn jongste drie langspelers toonde hij zich van zijn meest eclectische kant en experimenteerde hij er vrolijk op los met genres zoals dub en Krautrock, die je voordien nooit meteen met hem zou hebben geassocieerd. En ook op zijn voor volgende maand aangekondigde twaalfde langspeler legt de Brit zich geen beperkingen op. Zelf noemt hij ‘Saturns Pattern’ nu al één van zijn beste platen: “Ze valt nergens mee te vergelijken: ze wijkt af van alles wat ik ooit heb gedaan, maar ook van alles wat er dezer dagen zoal te beluisteren valt”, zegt hij.

Thuis in Groot-Brittannië wordt Paul Weller al jaren The Modfather genoemd, maar als we eerlijk zijn komt die eretitel eerder toe aan grote voorgangers zoals Pete Townshend, Ray Davies of Steve Marriott. Niet dat we daarmee afbreuk willen doen aan Wellers talent: de man heeft een imposante reeks klassiekers op zijn naam staan en slaagt er, zo bleek in de AB, zelfs in een uitstekende live-prestatie neer te zetten zonder dat hij terug hoeft te vallen op ‘Wildwood’, ‘Heavy Soul’, ‘You Do Something To Me’ of nog oudere publieksfavorieten. Bovendien klonk de man in Brussel zo rauw en energiek dat hij ook tussen jonge honden als Royal Blood of Rival Sons moeiteloos overeind zou blijven. Paul Weller betrad het podium met de vechtlust van een gladiator en beet zich ruim anderhalf uur vast in zijn songs zoals een uitgehongerde leeuw in de nek van een antilope.

Brand!

De zanger werd in de rug gedekt door een goed ingespeelde, vijfkoppige band waarin zowel een drummer als percussionist figureerden, maar waarin het orgeltje van Andy Crofts en de gitaar van Steve Craddock (zie ook Ocean Colour Scene) de meeste aandacht opeisten. Weller zette er prompt de beuk in met ‘White Sky’, zijn nieuwe single, en trok zo een dynamisch concert op gang die overwegend in het teken stond van classic rock, soul en ‘maximum R&B’. Het leek wel alsof de zanger in allerijl zijn kinderen uit een brandend gebouw moest redden, zoveel vaart zat er in de set. Potige nummers als ‘Come On/Let’s Go’ en ‘When Your Garden’s Overgrown’ gingen zo goed als naadloos in elkaar over. Paul Weller moest het dan ook niet hebben van uitgekiende visuals of een spectaculaire belichting: ‘old school’ en ‘no nonsense’ waren sleutelbegrippen tijdens de show. De artiest liet vooral zijn muziek spreken.

Zes van de 23 songs die op het menu stonden waren nieuw en vielen tussen het oudere werk zeker niet uit de toon. “Saturns Pattern’, één van de nummers waarvoor Paul Weller plaats nam aan het klavier, was doordrongen van gospel en soul en steunde op een Southern groove die aan Allen Toussaint herinnerde. ‘Going My Way’ begon als een ballad, maar groeide, ter hoogte van het refrein, plots uit tot springerige Motownpop en het gespierde ‘Long Time’ vormde voor Weller en Craddock het perfecte alibi om hun gitaren wild tegen elkaar op te laten spelen. De zanger bracht ook een impliciete ode aan Record Store Day met ‘The Olde Original’, het b-kantje van een gelimiteerde single die precies twee jaar geleden uitkwam en dat, naar zijn eigen zeggen, voor de allereerste keer op zijn setlist prijkte.

Decibels

Paul Weller, kwajongensachtige grijns op het gezicht, schiep er duidelijk behagen in zoveel mogelijk decibels te produceren. Dat deed hij bijvoorbeeld tijdens ‘Into Tomorrow’ of het als garagerock vermomde ‘From the Floorboards Up’. ‘Friday Street’ diende zich aan als bruisende pop zonder pretenties en het semi-akoestische ‘The Attic’ kreeg de toeschouwers ongeremd aan het swingen. Echte rustpunten -het wiegende, naar Al Green neigende ‘Above the Clouds’ of het tot de bissen opgespaarde ‘Picking Up Sticks’ – waren schaars, maar Weller haalde wél alles uit de kast tijdens ‘Porcelain Gods’, dat gebouwd was op een van John Lennon geleende riff en waarin Crofts een stukje uit ‘Riders on the Storm’ van The Doors citeerde.

Paul Weller @ AB: Strijdlustig als een gladiator
© Yvo Zels

Wél opvallend dat een artiest die ooit naam maakte met snedige, gebalde punkpopliedjes, zich anno 2015 zo vaak overgaf aan uitgesponnen pyschedelische bluesrockjams. Ook in ‘Peacock Suit’, ‘Whirlpool’s End’ en het op een stuiterende Bo Diddley-beat geplante ‘7 & 3 is the Striker’s Name’ was het van dattum. Nog méér episch snarenwerk zou volgen tijdens de bisronden, met het gloednieuwe, broeierige ‘These City Street’s en de aan Crosby, Stills & Nash refererende Westcoastrock van ‘Foot of the Mountain’.

Weller trok een streep onder het optreden met zijn lijflied ‘The Changingman’, dat welisweer op het scherp van de snee werd vertolkt, maar waarvan de gitaarintro wel heel erg geleek op ‘10538 Overture’ van Electric Light Orchestra. De man kent zijn klassieken, zoveel is duidelijk. Zijn haar is inmiddels helemaal grijs geworden, maar in zijn hart, zijn stembanden en zijn vingers knettert nog steeds het heilige vuur. Dat leidde tot een bij momenten verbeten en verschroeiend concert waarop heel weinig af te dingen viel.

Misschien dat linguïsten nu op hun achterste poten gaan staan, maar u moet het maar van ons aannemen: de overtreffende trap van ‘well’ is Weller.

Dirk Steenhaut

DE SETLIST: White Sky / Come On/Let’ Go / I’m Where I Should Be / When Your Garden’s Overgrown / The Olde Original / Into Tomorrow / Saturns Pattern / Going My Way / Above The Clouds / Long Time / From The Floorboards Up / The Attic / Friday Street / Porcelain Gods / Brand New Toy / Empty Ring / Peacock Suit / 7 & 3 is the Strikers’ Name / Whirlpool’s End // These City Streets / Foot of the Mountain // Picking Up Sticks / The Changingman.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content